Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamsche School. Jaargang 33 (1887)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 33
Afbeelding van De Vlaamsche School. Jaargang 33Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 33

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.38 MB)

Scans (475.86 MB)

ebook (8.24 MB)

XML (1.19 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

verhalen
tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamsche School. Jaargang 33

(1887)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Sterfgevallen.

Jan-Baptist-Maria Van Tichelt, de bekwame beeldhouwer, die, onder andere, de friezen met kinderfiguren en de borstbeelden maakte, die de buitenzijde van den Vlaamschen schouwburg, te Antwerpen, Handelsleiwaarts, versieren, is den 12n December 1886 te Antwerpen, Leopoldsplaats nr 81, gestorven. Na een 9-uredienst in de Augustijnenkerk, werd hij den 15n December te Wommelghem begraven. Kunstmakkers uit onderscheidene steden des lands woonden de droevige plechtigheid bij. De overledene was te Antwerpen geboren den 17n Februari 1829. Hij deed goede studiën aan de Antwerpsche academie. Gedurende een aantal jaren was hij werkzaam in het buitenland, vooral te Parijs. In de jaarlijksche prijskampen behaalde hij de volgende plaatsen: in 1846, 2e van boetseering naar borstbeeld; 1847, 3e in boetseering naar half verheven beeldwerk; 1849, middelbaar onderwijs, 1e prijs van uitmuntendheid, 3e in boetseering naar de natuur, 2e van ontleedkunde en 5e in uitdrukking; 1850, hooger onderwijs, 2e in geschiedkundige samenstelling, 3e in boetseering naar het leven, 2e in ontleedkunde, 3e in uitdrukking; 1851, 2e van geschiedkundige samenstelling en 2e van uitdrukking.

Theodora-Johanna Van den Nest, den 1n Januari te Antwerpen overleden, in den ouderdom van 82 jaren, was eene veelzijdig ontwikkelde vrouw, die, in haren bloeitijd, om hare schoonheid befaamd, als muziekkunstenares en schrijfster te Antwerpen heeft geschitterd. Zij beoefende de Fransche letterkunde in dicht en proza en laat een aantal verdienstelijke studiën achter. Er zijn verzen en prozastukken van haar gedrukt onder den naam van Theobald. Zij behoorde gedurende eenigen tijd tot de medewerkers van het oude Journal d'Anvers. Voor hare muzikale studiën had zij den toonzetter H. Simon tot meester. Hare gelaatstrekken zijn vereeuwigd in eenige schilderijen van M.I. Van Brée, die, gedienstigheidshalve, van haar verkreeg, dat zij hem in eenige zijner samenstellingen als model zou ter zijde staan. De overledene, die ongehuwd bleef, was de zuster van den natuurkundige G.J.E. Van den Nest, wiens sterfbericht voorkomt in onzen jaargang 1883, blz. 140.

Jan-Lodewijk Trasenster, wiens overlijden den 2n Januari werd gemeld, is gedurende meer dan 40 jaren leeraar geweest aan de hoogeschool van Luik. Hij heeft, door zijn voortreffelijk onderwijs, onwaardeerbare diensten aan de mijnschool bewezen en bevorderde in hooge mate den omvang en de degelijkheid der ingenieurswetenschap in België. Hij heeft veel geschreven over nijverheid en onderwijs en ook over staatkunde. Hij werd te Beaufays geboren, den 16n Februari 1816.

Cesar-Alexander Fredericq, den 3n Januari te Gent overleden, in zijn 70ste jaar, verwierf zich als geneesheer en wetenschappelijk schrijver een geachten naam, terwijl hij als mensch en burger uitmuntte door zeldzame deugden. Zijn welbekend werk, getiteld Grondregels der gezondheidsleer, werd reeds viermaal herdrukt. Zijn gewaardeerd werk over Lichaamsongelukken beleefde ook reeds vier uitgaven. Zijn kruidkundig werk, De wilde bloemen, bereikte eene derde uitgaaf. Al deze uitgaven werden bezorgd door het Willemsfonds.

[pagina 29]
[p. 29]

Christiaan Frans Goevaert, bouwkundige te Brussel, is op zijn 71e jaar aldaar overleden den 13n Januari. De overledene, die zich in zijne lange loopbaan steeds zeer werkzaam betoonde, was een man van groote bekwaamheid in zijn vak. Hij werd na een 11-urelijkdienst in de kerk van St.-Joost-ten-Noode, op het kerkhof van Laeken begraven.



illustratie
De krijtverkoopster, door L. Dupuis, zie blz. 9, alsook 1885, blz. 86 en 1884, blz. 183.
Houtsnede van Ed. Vermorcken.


Karel Onghena, de befaamde plaatsnijder en oudheidkundige, geboren te Gent den 6n Juni 1806, zoon van Frans, goud- en zilversmid, en Isabella Dierens, is aldaar overleden op 16 December 1886, 80 jaren en 6 maanden oud. Hij graveerde op zilver, koper, hout, steen enz.; van toen hij pas 12 jaren oud was, voerde hij reeds de etsnaald met ongemeene vaardigheid. Zijne verzameling proefdrukken bestaat uit meer dan 1000 stukken, voor wier vervaardiging hij zich door niemand liet helpen. De heer F. Vanderhaeghen begon in 1878-79 in den Messager des sciences historiques eene beschrijving van Onghena's werken; zij omvat tot hiertoe 218 gravuren, tusschen de jaren 1818 en 1833 door Onghena gemaakt; het ware zeer te wenschen, dat de heer Vanderhaeghen de aangevangen beschrijving voltooide. Karel Onghena, die een geboren graveerder mag worden genoemd, had zijne bekwaamheid in het vak voor het allergrootste gedeelte aan zijn eigen arbeid te wijten. Hij volgde in zijne jeugd de teekenlessen van de Gentsche academie, waar hij in 1826 den prijs behaalde van het teekenen naar het pleisterbeeld; in 1829 was hij de eerste in het etsen; in 1832 werd hem de prijs der houtsnede toegewezen. Vele zijner gravuren verschenen in den Messager des sciences historiques; in ons tijdschrift kan men een paar overdrukken zijner platen nagaan (zie 1872, blz. 155 en 1873, blz. 113). Karel Onghena had een broeder, die door hem in de graveerkunst werd opgeleid. Tot voor eenige jaren bezat Karel Onghena eene belangrijke verzameling oudheden en schoone drijfwerken. Nadat de bijzonderste stukken daaruit voor grof geld aan de Rothschilds en andere vermogende liefhebben uit der hand waren verkocht, werd het overblijvende te Gent in publieke veiling gebracht.

Ridder Frederik von Amerling, de beroemde Oostenrijksche schilder, is volgens een bericht van 15 Januari uit Weenen, aldaar overleden. Hij muntte evenzeer uit in de historie- en genreschildering, als in het maken van portretten. Zijne voortreffelijkheid in laatstgenoemd vak dankte hij voor een goed deel aan den grooten Engelschen portretschilder Lawrence, onder wiens leiding hij in zijne jeugd gedurende eenige jaren studeerde. Hij werd in 1803 geboren en was de oudste van de 16 kinderen zijner ouders, die kleine werkende menschen waren. Hij begon zijne loopbaan als schilder, met gedrukte zoogenoemde beeldekens te kleuren, waardoor hij tevens iets verdiende ten bate zijner ouders. Toen hij 23 jaar oud was, verwierf hij den prijs der Weener academie met zijne schilderij Dido op den brandstapel, waarvoor Theresa Essler, de zuster der befaamde tooneeldanseres, hem tot model diende. Een zijner eerste stukken, een Jonge visscher, waarvoor hij geen hoogeren prijs dan 40 gulden had durven bedingen, werd hem door keizerin Carolina-Augusta 40 dukaten betaald. In 1832 viel hem de onderscheiding te beurt, dat hij gelast werd het portret van den keizer van Oostenrijk te schilderen. Hij werd in den ridderstand verheven, was viermaal getrouwd (de jonge vrouw die met hem in den echt trad toen hij 79 jaar oud was, overleeft hem) en laat een fortuin van ruim 800,000 Oostenrijksche gulden na. Aan de stad Weenen heeft hij zijne kunstverzameling vermaakt, die geschat wordt op eene waarde van 200,000 gulden. Des schilders weduwe, die de nalatenschap met zijne vier dochters heeft te deelen, blijft evenwel levenslang in bezit van zijne kunstverzameling, als vruchtgebruikster. Den overledene werd te Weenen in alle standen veel vriendschap en genegenheid toegedragen. Op de Antwerpsche wereldtentoonstelling van 1885 prijkte Amerlings portret, eigendom van de keizerlijke en koninklijke academie voor schoone kunsten te Weenen.

J.J. De Belder, van wien in onzen jaargg. 1886, blz. 193, melding is gemaakt als afgevaardigde op het congres voor de Nederlandsche turnvaktaal, is den 28n Januari schielijk overleden te St.-Jans-Molenbeeck. Hij was een man van groote bekwaamheid. Te Mechelen geboren, 10 Augustus 1840.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken