Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamsche School. Jaargang 33 (1887)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 33
Afbeelding van De Vlaamsche School. Jaargang 33Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 33

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.38 MB)

Scans (475.86 MB)

ebook (8.24 MB)

XML (1.19 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

verhalen
tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamsche School. Jaargang 33

(1887)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Kroniek.

Antwerpen. De zeer voortreffelijke Antwerpsche zanger Hendrik Fontaine, leeraar aan de Vlaamsche muziekschool, is voornemens eene omreis in Duitschland te doen en er in onderscheidene steden als zanger op te treden, naar het voorbeeld van E. Blauwaert, op onze blz. 28 vermeld.

- Van het Album der Antwerpsche etsers bevatten de verschenen 2e en 3e afleveringen eene zeer fraaie ets van F. Lauwers, naar een uitmuntend tafereeltje, Kat en vogel, door E. Joors, benevens etsen van H. Seghers, Op de Maas; P. Verhaert, De gierigaard en de Reede, naar H. Van Anthonissen, uit het Antwerpsch museum; L. Van Engelen, een Rus; L. Brunin, de Mosseleter en de Maand Mei; H. Elsen, een herfstlandschap, Einde November; H. Schaefels, Antwerpen van het Vlaamsch-Hoofd gezien; mev. Elsen, Wilde rozen; H. Rul, Weg te Modave; W. Van der Veken, Honden, naar H. Schaeps.

- Maandag, 7 Februari, werd in den Vlaamschen schouwburg eene vertooning gegeven, ter gelegenheid van het zilveren kunstjubilé van onze hoogbegaafde tooneelkunstenares, mej. Catharina Beersmans. Er werd opgevoerd: Medea, treurspel in 3 bedrijven van E. Legouvé, en Mijnheer Alfons, tooneelspel in 3 bedrijven van A. Dumas. In beide stukken vervulde mej. Beersmans de hoofdrol op ongeëvenaard meesterlijke wijze. Wij houden voor zeer zeker, dat deze zware rollen te Parijs nooit beter vertolkt zijn geworden. Mej. Beersmans bereikte in haar spel het toppunt der edelste kunst. De verrukking van het publiek was onbeschrijfelijk. Aan de terugroepingen en het gejuich, na den afloop van ieder bedrijf, scheen maar geen einde te willen komen. De bloemtuilen werden bij tientallen te gelijk op het tooneel geworpen. Na de vertooning van het treurspel, waarmede de voorstelling was begonnen, verscheen mej. Beersmans voor het voetlicht, omringd van al de leden van het tooneelgezelschap; naast haar bevonden zich de heeren N.J. Cupérus, lid van den gemeenteraad en van den tooneelraad en M. Rooses en P. Billiet, als vertegenwoordigers van de abonnenten en gewone bezoekers van den schouwburg. Namens het stadsbestuur overhandigde de heer Cupérus aan de jubelvierster een grooten gouden gedenkpenning; de heeren Rooses en Billiet boden haar een bij inschrijving bekostigd mandje van zilverdraad aan; de heer F. Van Doeselaer, bestuurder van den schouwburg, vereerde haar namens het tooneelgezelschap eene schaal met twee smaakvolle vazen. Het aanbieden dezer geschenken ging gepaard met hartelijke toespraken. Diep ontroerd, zegde mej. Beersmans de overheid, het publiek, hare vrienden en kunstgenooten dank voor de haar bewezen overstelpende eer en genegenheid; luid snikkend besloot zij haar antwoord met deze gemoedelijke betuiging: ‘Ik gedenk, in deze stonde van geluk, ook

[pagina 43]
[p. 43]

hen, die de dood heeft opgeroepen, en welke ik zoo gaarne vandaag om mij heen had gezien.’ Door den heer Pol de Mont werd het volgende gelegenheidsvers gelezen:

 
Zijt gij in Antwerps vest gewonnen noch geboren,
 
toch heeft ons stedemaagd u lief als 't eigen kind:
 
Hier klopt elk hart u toe als 't hart van maag of vrind,
 
hier prijkt uw naam met al den glans der meteoren.
 
 
 
Hoe needrig was het deel bij d'aanvang u beschoren!
 
Doch in uw binnenst gloeide een kracht, die 't al verwint.
 
En thans - waar 't Neerlandsch klinkt in Neerlandsch minnend ooren,
 
Treedt gij als koningin, bewonderd en bemind.
 
 
 
Op de eerste schilderschool der aard mocht Neerland roemen.
 
Naast Hooft en Vondel kon het duizend dichters noemen;
 
Op d'akker onzer kunst lag slechts één plek nog braak.
 
 
 
Wat teerheid, kracht en zwier in onze tale wonen,
 
Geen Agar, geen Rachel verwierf hier lauwerkronen:
 
Ons beiden schenken in u zelv' - was uwe taak.

De vertooning, die eerst ten half een 's nachts gedaan was, is den 8n Februari opnieuw moeten gegeven worden voor hen, die den 7n Februari geene plaatsen hadden kunnen bekomen en wier getal zoo groot was, dat ook ditmaal vele kaarten moesten worden geweigerd.

- W. Van der Veken heeft het portret van den heer advocaat J.A. Van Hissenhoven op koper gegraveerd, ter gelegenheid van het 50-jarig ambtsjubilé van dezen rechtsgeleerde. De aanbieding van dit portret en van de ook door Van der Veken gegraveerde afbeelding van den heer advocaat E. Everaerts (zie onzen jaargang 1886, blz. 82) had voor beide jubilarissen gelijktijdig plaats den 12n Februari, in het Grand Hôtel, op een feestmaal.

Brussel. In den prijskamp voor schoolkoren, in onzen jaargang 1885, blz. 19, vermeld als uitgeschreven door het kunstgenootschap de Distel, werd tusschen 15 ingezondene stukken, het Lied van den stroom, van A. Boogaerts, uit Gent, bekroond.

- Ter gelegenheid van haar 25-jarig tooneeljubilé, is mej. Cath. Beersmans ook te Brussel opgetreden. De vertooning, waaraan zij deel nam, had Maandag, den 31n Januari, in het Alhambra, plaats. In de zaal was geen plekje onbezet gebleven. Mej. Beersmans had aangenomen om de rol te vervullen van Jane Shory, in het geschiedkundig drama van dezen naam, een oorspronkelijk stuk van F. Gittens, die de vertooning was komen bijwonen. Het spel der groote kunstenares was bewonderenswaardig. Houding en gebaren, handeling en taal, gevoelsuiting in iederen toestand, alles, zonder voorbehoud, mocht volmaakt aan haar worden genoemd, naar den strengst gestelden eisch. De andere tooneelisten stonden haar zeer goed ter zijde. Het publiek heeft aan de kunstenares veel onderscheiding en hartelijkheid bewezen. Bij hare eerste verschijning, stonden al de toeschouwers van hunne zitplaatsen op en juichten en wuifden haar toe, terwijl haar van allerwege uit de zaal bloemtuilen, kronen en kransen bereikten. Beersmans' geboortestad ter eere, hief het orkest aan, een Turnhoutsch volkslied te spelen van het laatst der vorige eeuw, waarmede de schaar Turnhoutenaars, die de vertooning waren komen bijwonen, juist op de maat instemden. Dit een en ander was aangrijpend eigenaardig. Niet alleen mej. Beersmans, maar het publiek over 't algemeen, was er door gepakt. Vanwege het tooneelgezelschap van het Alhambra, de schouwburgbezoekers, vrienden en vereerders, werden een aantal smaakvolle en rijke geschenken aangeboden; de Turnhoutenaars vereerden hunne roemruchtige stadgenoote, het wapen der vrijheid Turnhout, in zilver gedreven, op fluweel bevestigd en in eene schoone eikenhouten lijst gevat. Er werden toespraken gehouden door de heeren Cremers (uit naam van de Turnhoutenaars), Kesler, Van Langendonck, E. Hendricx, enz. Laatstgenoemde zegde te recht, dat de Vlaming, die op Catharina Beersmans mag roemen, aan Frankrijk Agar en Bernhardt, aan Italië Ristori en aan Duitschland Seebach niet hoeft te benijden. Er ontstond eene eerbiedige stilte toen mej. Beersmans op het tooneel naar voren trad, om dank te zeggen voor de goedheid, die haar werd bewezen door hare Turnhoutsche vrienden, hare kunstgenooten en haar ‘lief Brusselsch publiek’. Daarna borst een donder van toejuichingen los, zooals wellicht nog nooit in het Alhambra heeft weerklonken en waarmede, het Brusselsch publiek zich de vermelde vleiende betuiging van de gevierde kunstenares ruimschoots waardig heeft betoond.

- 12 Februari wedervoer den leden van de Vlaamsche academie de eer, ten hove te worden ontvangen. De heer voorzitter P. Willems hield eene Vlaamsche toespraak tot den koning, die door Z.M. hoogst welwillend en breedvoerig, in de Fransche taal werd beantwoord. Onder andere zegde Z.M., dat prins Boudewijn en de andere kinderen van Z.K.H. den graaf van Vlaanderen grondig worden onderwezen in de Vlaamsche taal en daarmede volkomen vertrouwd worden gemaakt, ook wat het spreken betreft. Z.M. onderhield zich vervolgens in het bijzonder met ieder van de aanwezige leden der academie. De heeren J.A. de Laet, S. Daems, J. Obrie en K. Stallaert waren door onpasselijkheid verhinderd tegenwoordig te zijn.

- De commissie voor de herziening der namen van de 2500 gemeenten en 12,000 gehuchten en andere plaatsen in België (zie onzen jaargang 1886, blz. 90), houdt wekelijks eene bijeenkomst, onder voorzitting van den heer E. Coremans. De heer Th. Coopman is de secretaris. Het overleden lid W.A. Adriaens (zie 1886, blz. 20) is vervangen door den heer D. Van Bastelaer, voorzitter van het Oudheidkundig Genootschap van Charleroi.

- In de koninklijke commissie van monumenten zijn benoemd: als gewoon lid, de heer L. Van der Kindere, ter vervanging van wijlen L. Gachard, als buitengewone leden, de heeren P. Génard (Antwerpen) en G. Kurth (Luik).

 

Leuven. De beeldhouwer G. Van der Linden, die in 1856 primus van Rome was, is benoemd als bestuurder van de Leuvensche teekenacademie, ter vervanging van den heer L. De Taeye, ontslaggever, thans hoogleeraar aan de Antwerpsche academie en rijksopziener der teekenscholen.

Buitenland.

's-Gravenhage. 19 Februari werd de 70ste verjaardag van den kunstschilder J. Bosboom-Toussaint feestelijk herdacht.

 

Amsterdam. 7 Februari had de wijding plaats der H.-Nicolaaskerk, aan de Prins-Frederikkade, uitgevoerd naar het ontwerp van A.B. Bleijs. De voorzijde der kerk schuin staande, zoo bevinden zich de twee torens van den voorgevel

[pagina 44]
[p. 44]

niet op eene lijn. De buitenmuren zijn gemetseld met baksteen; lijsten en afdekkingen zijn van Beierschen zandsteen; de grondvesting van het gebouw, de ingangen en de overdekte portiek zijn in blauwen steen uitgevoerd, behalve de vrijstaande kolommen, die uit donker Zweedsch graniet zijn. Die verschillende kleuren van steen werken goed samen.

 

Rome. In de laatste dagen van December 1886, heeft de Italiaansche wetgeving eene som van 10,000 fr. gestemd, ter bekostiging der overbrenging van het gebeente van Gioacchino Rossini, van uit Parijs, waar de groote toonzetter sedert 1868 begraven is, naar de H.-Kruiskerk, te Florence.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken