Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamsche School. Jaargang 33 (1887)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 33
Afbeelding van De Vlaamsche School. Jaargang 33Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamsche School. Jaargang 33

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.38 MB)

Scans (475.86 MB)

ebook (8.24 MB)

XML (1.19 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

verhalen
tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamsche School. Jaargang 33

(1887)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Kroniek.

Brussel. Zaterdag, 1 October, heeft de inleidingsvertooning van den nieuwgebouwden Vlaamschen schouwburg plaats gehad. Eivolle zaal. De heer Karel Buls, burgemeester, vergezeld van de heeren schepenen en de gemeenteraadsheeren Steens, Brûlé, Pilloy, Bauwens, Lepage, Stoefs, Vauthier, De Potter en Allard, verscheen ten 8 ure in den schouwburg. De overheidspersonen werden in de wandelzaal hartelijk verwelkomd door den heer Julius Hoste, als bestuurder van de maatschappij van het nationaal tooneel. De burgemeester heeft de toespraak van den heer Hoste met eene goede Vlaamsche redevoering beantwoord; hij betuigde onder andere den wensch, dat de goede zeden op het nieuw tooneel steeds mochten worden geëerbiedigd. Hij prees naar verdienste den bouwmeester van den schouwburg, den heer J. Baes. De woorden van den heer Buls genoten groote goedkeuring vanwege het publiek. De heeren begaven zich vervolgens naar de hun voorbehoudene loge, in de tooneelzaal, die eivol was en waar hunne komst met oorverdoovende toejuichingen en het spelen der Brabançonne werd begroet. De doek werd opgehaald. Al de tooneelisten stonden op het tooneel geschaard; met hen bevonden zich verscheidene Vlaamsche schrijvers, onder andere de heeren Emm. Hiel, Frans Gittens, alsook onze uitstekende toonzetter Peter Benoit; voorts afgevaardigden van de Vlaamsche maatschappijen van Brussel en het voorgeborchte met derzelver rijke standaarden. Toen het gejuich eindelijk ophield, nam de welsprekende heer J. Hoste het woord, om den gemeenteraad en in het bijzonder den burgemeester van Brussel dank te zeggen voor den schoonen schouwburg, dien zij voor het Vlaamsch tooneel hebben gesticht en waarvan de kosten tusschen 650,000 en 700,000 fr. hebben bedragen. De redenaar weidde uit in lof over de zedelijke strekking, waardoor mag worden gezegd dat al de voortbrengselen der Vlaamsche tooneelletterkunde zich onderscheiden. De heer Hoste heeft den bouwmeester Baes geluk gewenscht over de schoonheid, de gerieflijke indeeling en het Vlaamsch karakter van den schouwburgbouw, die een wezenlijk sieraad voor de hoofdstad is. De spreker wijdde eenige woorden van hartelijke begroeting aan de verdienstelijke tooneelkunstenares in ruste, de hoogbejaarde mev. Van Peene, die de inhuldiging bijwoonde; hij bracht in herinnering, dat zij de weduwe was van den vruchtbaarsten Vlaamschen tooneelschrijver. De heer Hoste besloot zijne op alle plaatsen der zaal duidelijk verstaanbaar klinkende en aandachtig gevolgde rede, met andermaal in de gulste bewoordingen de erkentelijkheid der Vlamingen voor den gemeenteraad en den burgemeester van Brussel uit te spreken. Het publiek liet van zijne onverdeelde instemming met het gesprokene blijken door een oorverdoovend en zeer langdurig gejuich. Daarna werd een gelegenheidsgedicht van E. Hiel door den heer Hendrickx en mev. Westerhove voorgedragen. Toen dit gedaan was, ving de vertooning aan, bestaande uit het 5de bedrijf van Delcroix' Lena, Het Driekoningenfeest, lyrisch blijspel van Pieter Geiregat en het 4de bedrijf van Jane Shore, drama van Frans Gittens. Vóór den aanvang van dit laatste stuk, werd Van Beers' Kerkportaal voorgedragen door mej. Catharina Beersmans, met wier gewaardeerde medewerking de voorstelling plaats had. Al de tooneelisten hebben uitstekend gespeeld. De heer Pontus, minister van oorlog, en de heer De Volder, minister van justitie, woonden de vertooning bij. 't Is den 1n Juni 1883 dat de bekwame bouwmeester Baes van den gemeenteraad opdracht kreeg om de plannen voor het bouwen van den schouwburg te maken; 12 Mei 1884 werden zij voor uitvoering goedgekeurd; 22 December daaraanvolgende namen de werken een aanvang; 30 maanden later was de prachtige schouwburg gereed. De 50 aannemers, die er aan werkten, hebben den heere Baes een bronswerk vereerd, Diogenes op zoek naar menschen voorstellende; het fraaie kunstgewrocht was in de wandelzaal van den schouwburg tentoongesteld. De Brusselsche Vlamingen zullen eerlang op een feestmaal den heere Baes zijn door Jef Lambeaux gemaakt borstbeeld aanbieden.

- 12 September heeft in het Paleis der academiën de

[pagina 156]
[p. 156]

uitvoering plaats gehad van de cantaten der drie kampers naar den prijs van Rome voor de toonzetting, P. Heckers (Gent), E. Lapon (Oostende) en P. Lebrun (Gent). De 1ste prijs werd toegewezen aan Heckers, de 2de, bij verdeeling, aan Lebrun en Lapon. (Zie onze blz. 108.)

Wetteren. Aangekendigd, om eerlang te verschijnen: Verspreide en nagelatene studiën over taal- en letterkunde, van K.L. Ternest, verzameld en uit te geven door J. Broeckaert, in een boekdeel van circa 150 blz., versierd met een gesteendrukt portret van den verdienstelijken overleden schrijver (zie onze blz. 124). Prijs: fr. 1.75. Inschrijvingen worden aangenomen bij den heer Jan Broeckaert, letterkundige, te Wetteren. (De heer Broeckaert is de schoonzoon van K.L. Ternest.)

Buitenland.

Leiden. In onzen jaargang 1873, blz. 43 en volgende, hebben wij, daartoe in staat gesteld door den heer W.C.M. de Jonge van Ellemeet, onder den titel Museum Catsianum, de lijst opgenomen van de werken van Jacob Cats, die de voornoemde geleerde boekenliefhebber in verschillende uitgaven bezat. Deze lijst bevatte 133 nummers. Met groote belangstelling hebben wij vernomen, dat de heer de Jonge van Ellemeet zijne schoone verzameling van de werken van Cats, welke nu reeds 225 nummers omvat en zeer zeker weergaloos mag worden genoemd, aan de Maatschappij der Nederlandsche letterkunde heeft geschonken. Deze edelmoedige daad, die den heer de Jonge van Ellemeet tot onvergankelijke eer verstrekt, wordt in en buiten de maatschappij, aan wie zij ten goede komt, hoog gewaardeerd.

- In de Friesche gemeente Baijum overleed onlangs een ingezetene, met name H. Jansen. Bij laatste wilsbeschikking vermaakte hij, onder andere, eene som van 500 gl., voor een op te richten schoolfonds, ten einde de Baijumer schoolkinderen jaarlijks een feest te bereiden op den overlijdensdag van des erflaters vader, vroeger onderwijzer te Baijum. Deze zoo eigenaardige als loffelijke daad verdient tot navolging te worden aanbevolen.

Frankrijk Alf. Danicourt, oud-meier van Peronne, heeft bij laatste wilsbeschikking aan voornoemde stad zijne verzameling Gallische oudheden vermaakt, die op eene waarde van ruim 100,000 fr. wordt geschat, benevens 125,000 fr. voor het stichten van een museum met eene boekerij. Den arme bedacht hij met eene making van 25,000 fr.

Frankfort a/Main. De gezaghebbende kunstkenner Theodoor Lewin, uit Carlsruhe, verklaart er achter gekomen te zijn, dat 61 (een en zestig!) zoogenoemde meesterstukken van oude schilders, in de laatste jaren voor het Frankfortsch museum gekocht, valsche of nagemaakte schilderijen zijn. Al deze schilderijen zouden vervaardigd zijn in eene soort van schilderfabriek, die valsche schilderijen maakt op naam van alle gekende meesters. Teniersen gelijk Van Dycken, Ruysdaels en Van der Meers, Van Ostades en Titiaens, Brouwers en Mierissen, Wouwermansen, Dows, Berchems enz. Dat museumbestuurders op dergelijke wijze kunnen worden bedrogen, laat zich verklaren door de omstandigheid, dat de nabootsers zich op hunne misdadige kunst zoo uitmuntend verstaan, dat zelfs de grootste kenners door hen worden misleid. Ook in België weet men daarvan te spreken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken