De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 1

Kroniek

Antwerpen. Onze gevierde baryton F. Blauwaert doet op het oogenblik zijne rondreize in Duitschland, waar hij overal den meesten bijval inoogst. Te Berlijn, Hamburg, Wiesbaden, alsook te Dresden en Mentz, heeft hij zich doen hooren. In deze laatste stad had hij op zijn programma een nieuw dramatisch tooneel, met orkestbegeleiding, gebracht, namelijk Robrecht van Bethune, van E. Hiel, getoonzet door G. Huberti, alsook Ons Vaderland, van Blockx. Te Berlijn, heeft Blauwaert Philip van Artevelde, van Gevaert, gezongen en het Meilied, van Huberti, even met orkestbegeleiding. Te Wiesbaden, werd hij daverend toegejuicht. Verder is hij van plan, te Berlijn, een Lieder Abend te vormen, waarop hij verscheidene werken onzer componisten zal doen hooren, onder andere de liederen van Blockx, Huberti en Antheunis. Men ziet dat Blauwaert zijne landgenooten niet vergeet en op meesterlijke wijze bijdraagt, om hen in den vreemde bekend te maken en hunne werken te doen waardeeren.

[p. 184]

Ook onze Belgische virtuosen, A. de Greef en Thomson, zijn, in Zweden en Noorwegen, gefeest en toegejuicht geworden, niet alleenlijk door hunne talrijke toehoorders, maar dag- en weekbladen hebben hen den grootsten lof toegezwaaid. Waarlijk, zulke kunstreizen zijn best geschikt, om ons klein land en zijnen kunstenaren glans en luister bij te brengen.

Onze gelukwenschen aan Blauwaert, de Greef en Thomson.

Amsterdam. Het Koninklijk Nederlandsch Handelsmuseum is voornemens, in het voorjaar van 1889, weder eenen meubelwedstrijd met tentoonstelling te houden, te Amsterdam. Buiten den wedstrijd voor salon-, huis-, kamer- en slaapkamerameublement, zal ook een prijskamp voor het smaakvolst ingericht appartement uitgeschreven worden.

Utrecht. Er is eene groote opera in bewerking, in Nederlandschen tekst van den heer J.D.C. van Dokkum, te Utrecht, muziek van den heer M.H. van 't Kruijs, organist der Groote Kerk, te Rotterdam. Zij is in vier bedrijven bewerkt, naar het sprookje van Jan Goeverneur: De Bloem van Ysland. Naar wij vernemen, is de componist reeds nagenoeg geheel er mede gereed.

Parijs. De vermaarde graftombe van Philippe Pot, groot seneschal van Burgondië (overleden in 1494), welke na de opheffing der abdij van Citeaux, in 1793, in bezit van een particulier geraakte, is aangeworven voor het museum van het Louvre. Dit fraaie gedenkteeken, een heerlijk exemplaar der Burgondische kunst, op het laatste der 15^e eeuw, is een werk uit de school van den beroemden Claas Sluter, van wien de Chartreuse, te Dijon, het hertogelijk paleis aldaar en andere steden van het oude hertogdom nog vele monumentale beeldhouwwerken en standbeelden, bijvoorbeeld aan de ‘Mozesbron’, bezitten. Dit gedenkteeken bestaat hoofdzakelijk uit het liggend beeld van Philippe Pot, in zijn ridderlijk seneschal-kostuum, het hoofd op een kussen. De deksteen, waarop dit beeld ligt, wordt gesteund door acht rouwdragende figuren in monnikachtig kostuum, met eene kap, die over het hoofd is getrokken. Deze figuren behooren tot Pol's familie en houden hunne wapenschilden aan een riem in de hand. De graftombe heeft dus geen sarcophaag, geen architectonischen, met gothische nissen, zuiltjes en spitbogige versierselen getooiden onderbouw. De acht dragende figuren staan geheel vrij, alsof zij den overledene naar het graf brengen. Jammer genoeg, het monument heeft veel geleden en verkeert in eenen zeer ontredderden toestand.

- Van de werken des beroemden dierenbeeldhouwers Barye, zal in den loop van het toekomende voorjaar, eene tentoonstelling ingericht worden. Aan het hoofd van het inrichtingscomiteit stelden zich de heeren Bonnat, Eug. Guillaume, Destable en andere. Schoone afgietsels, naar de bijzonderste bronzen van den meester, alsook waterverfschilderingen en teekeningen, die gediend hebben als studie voor het beeldhouwwerk, zullen deze tentoonstelling uitmaken.

- In het hotel Drouot, te Parijs, werden eenige dagen geleden, drie schilderijen verkocht van Jacquet, voor eene gezamenlijke som van 10.500 fr.; de Fluitspeler voor 6.600 fr., de Plundering voor 2.150 en Laïre, pastel, voor 1.750.

Munchen. Tijdens de internationale tentoonstelling van Schoone Kunsten te Munchen, werden 481 kunstvoorwerpen verkocht, voor eene som van 1.338.137,50 fr. De inrichtende vereeniging verwezenlijkte eene winst van meer dan 100.000 fr., en besloot voortaan eene jaarlijksche tentoonstelling te openen. Tot nu toe had deze slechts om de vijf jaar plaats.

Weenen. Het Comiteit der Vereeniging van Schilders en Beeldhouwers van Weenen, heeft besloten geen deel te nemen aan de Wereldtentoonstelling van Parijs.

Rome. Een meesterwerk van de Italiaansche goudsmeedkunst, is de pronkbeker, die koning Humbert, naar aanleiding der reis van den Duitschen keizer, aan den staatssecretaris graaf Herbert von Bismarck-Schönhausen heeft vereerd. De beste Italiaansche meesters hebben aan dit prachtstuk medegewerkt. Het deksel wordt bekroond door eene Justitia met eene weegschaal en omgeven door figuren van de waarheid, de sterkte en het geluk. Op het hengsel zit eene buitengewoon fraaie Italia, welke met den eenen arm op het Savooische wapen leunt. De bokaal zelf is rijk met fijne ornementen versierd; om het midden slingert zich een breede band, waarop de inscripte staat: Umberto I Re d'Italia en Herbert Conte di Bismarck, geflankeerd door de wapens van het Duitsche rijk en van Italië. Alle kleinigheden zijn met evenveel zorg en smaak uitgevoerd.

Athenen. Bij de opsporingen in Mykenae, door het Oudheidskundig gezelschap van Athenen ondernomen, werden vijftig voorhistorische grafsteden, in de nabijheid der stad, geopend en talrijke kostbare overblijfsels van een voorhomerisch tijdperk zijn daarbij ontdekt. Onder andere vond men steenen met opschriften, koperen vazen, en menigvuldige andere voorwerpen in ivoor, goud en glas. Heel de verzameling zal in het museum van Athenen bewaard blijven.