De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 2(1889)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 118] [p. 118] Aan 't venster Krijtende kindren met klossende klompen, Hortende wagens, die dreunen op straat, Vrouwtjes in feestdos en beedlaars in lompen, Vloeken en fluiten en al wat ik haat, Hardgeele zandgrond en krijtwitte muren, Felroode daken en schelblauwe lucht, Spieglende ruiten en spiedende buren, Sluit ik u buiten, 'k ben snel u ontvlucht. Diep in mijn droomen, daar lokt mij de schaduw, Lieflijk, met wijzen van vogels en wind: - ‘Kom en ik hul in mijn koelende wade u, 'k Wieg u met wuiven in slaap als een kind.’ Diep in mijn droomen, daar lokt mij een water, Rustig en blauw als 't geloof van weleer. 't Suizelt daar zoetjes: - ‘O plons er en laat er Zinken 't verleden in 't grondeloos meer!’ Laat mij, o laat mij dan, diep in mijn droomen, Zoeken 't geluk, dat mijne armen ontgleed, Diep in het water, bij wuivende boomen, Zinken 't verleden, verdrinken mijn leed. Hélène Swarth Vorige Volgende