Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 3 (1890)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 3
Afbeelding van De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 3Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.79 MB)

Scans (392.29 MB)

ebook (8.94 MB)

XML (0.77 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 3

(1890)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Tentoonstelling Ed. Chappel

Bij de voorstelling van een historisch of allegorisch tafereel, van een genrestuk of een portret wordt de aandacht getrokken door de gebaren, de houdingen en de gelaatsuitdrukking der voorgestelde personen, zoowel als door de wijze van uitvoering; het schilderachtige eener streek, dat den landschapschilder tot droomen bracht, wekt bij den toeschouwer dichterlijke gevoelens, en boeit zoozeer als de wijze waarop de kunstenaar de natuur weergaf. De middelen echter, waarover de stilleven- of bloemschilder beschikt, zijn veel meer beperkt: schikking, teekening, kleuring en verlichting, ziedaar al wat hij in handen heeft om het leven te geven aan ziellooze wezens en eenig belang voor hen op te wekken.

Zijne kunst bepaalt zich om zoo te zeggen, bij het stoffelijk nabootsen van stoffelijke voorwerpen, ten ware hij nochtans zijnen werkkring vergrootte door het zinnebeeldige in zijne gewrochten eene min of meer aanzienlijke plaats in te ruimen.

Dit deed een Daniël Segers, die zijne prachtvolle bloemenkransen, eigenlijk de hoofdzaak in zijne schilderingen, aanwendde, tot versiering van madonnas- of heiligenbeelden; dit deed ook een Jacob Jordaens, bij voorbeeld, in zijne IJdelheid der wereld, uit het Brusselsch Museum, waar hij op zoo meesterlijke wijze een diep wijsgeerig gedacht wist uit te drukken, bij middel van zeer alledaagsche zaken. Dit deden nog andere meesters in het vak.

Neemt de schilder evenwel niet zoo hoog eene vlucht, en blijft hij bij het vertolken van een schilderachtig hoekje in keuken of voorraadkamer, in kunstkabinet of wapenhuis, in salon of broeikas, dan wordt het decoratieve de voornaamste hoedanigheid van zijn tafereel, dat moet treffen door de lijn, door de kleur en door het licht; harmonie en coloriet dienen er de hoofdrol in te spelen. Doch, zulks is niet voldoende: de uitvoering zelve moet ook zoo verzorgd en fijn zijn, dat zij op hare beurt oogstreelend weze en er toe bijdrage het aanschouwen van het doek tot een waar genot

[pagina 74]
[p. 74]



illustratie

Europa
Muurschildering op de Koophandelskamer van Antwerpen


te maken, evenals liefelijke bloemen, schitterende edelsteenen, fijn gekleurde vederen of bonte vlinders door hunne lieftalligheid onze blikken bekoren en eene aangename aandoening teweeg brengen.

Bij gebrek aan deze hoedanigheden staat een schilderstuk niet hooger in de kunst dan een Turksch tapijt, eene Japaansche schotel of een vel gouden leder.

In de meeste zijner schilderingen weet Ed. Chappel die moeilijkheden te overwinnen, vooral daar waar hij visschen met hunne slibberige huid op eene van water druipende arduinen tafel, gevogelte met donzige pluimen of wild met ruwen pels weergeeft.

Het groot vischkraam door de Stad aangekocht voor het hedendaagsch Museum, is, wat betreft de eigenaardigheid des schilders een zijner volmaakste gewrochten, zoodat die keus onder dit opzicht goed te keuren is, alhoewel Chappel in zijn gevogelte meer de volle maat geeft van zijn flink coloriet, zijne vette schildering, zijne breede en toch keurige uitvoering; deze laatste hoedanigheden zijn niet minder treffend in het tentoongestelde everzwijn, dat wel een der bijzonderste werken mag genoemd worden door den schilder voortgebracht.

Ook zijne meloenen, pruimen, perziken en druiven, zijn weergegeven met zooveel juistheid en getrouwheid van stof en kleur, dat zij ons toelachen als werkelijke vruchten; niet minder gelukkig is hij wanneer hij uit de vergulde lijsten tinnen schotels met appelcienen doet vooruitschieten, nevens rood en geel koperen potten, schalen, en koppen broodsuiker met blauw papier omhuld. In zulke stukken is er een bewonderenswaardig spel van licht, dat weerkaatst op al de voorwerpen, en hier en daar op uitspringende puntjes blijft hangen en flikkert als dauwdroppels in het loover.

Over een zijner bijzonderste bloemstukken sprak de Vlaamsche School reeds vroeger toen zij vermeldde dat zijne pioenen eenen prijs wegdroegen in de laatste tentoonstelling der hofbouwkundige maatschappij; en, telkens dat zijne bloemstukken in vroegere salons tentoongesteld werden, namen wij de gelegenheid waar om de aandacht te trekken én op de getrouwheid waarmede het karakter van elke bloem geëerbiedigd werd, én op het talent waarmede de

[pagina 75]
[p. 75]

schilder tonen en kleuren, schaduwen

illustratie

De Wolhandel
Muurschildering op de Koophandelskamer te Antwerpen


en lichten, tegenstelling en harmonie, doet samenwerken om de illusie der werkelijkheid volledig te maken.

Niettegenstaande al de goede hoedanigheden, die de werken van Chappel kenschetsen, zijn eenige dezer nochtans niet van zekere logheid vrij te pleiten. Alleen het getrouw weergeven der natuur, schijnt ons in stillevens en vooral in bloemstukken niet van zoo groot belang te zijn als in andere tafereelen, tenzij men zich op een gansch bijzonder standpunt plaatse; dat is, wanneer men er zich op toelegt de innige samenstelling der bloemen zelve, hunne geaardheid, hunne anatomie als het ware, op het voorplan te schuiven; maar dan geldt het eene andere manier van behandeling dan die van Chappel, en wel meer bepaaldelijk die, welke door vroegere meesters als Daniël Seghers of Jan de Heem beoefend werdt.

Sierlijkheid en voornaamheid in de opvatting zoowel als in de uitvoering, gevoegd bij den stempel van schilders eigenaardigheid, zullen hier steeds meer bevallen dan streng naturalism; zonder nochtans in eenige mate de eigenlijke kunstwaarde van het gewrocht te benadeelen, wanneer zij met kennis van zaken te pas gebracht worden.

Het zij ons toegelaten nog een voorbeeld uit vroegeren tijd aan te halen om dit gezegde te staven.

Het aanschouwen van eenen Engelenval of eene Antonius' tentatie, van den Helschen Breughel of van Jeroom Bosch, zijn stellig van aard om nog heden den minst ingewijde, zoowel als den meest scherpzienden kunstkenner in bewondering te brengen.

En nochtans, geene der hoedanigheden, die in den tegenwoordigen tijd op zoo hoogen prijs gesteld worden, en te recht, kenmerken die gewrochten: van impressionism, juiste teekening en kleuring of naturalism kan hier geene spraak zijn, de figuren dier schilders behooren niet tot onzen dampkring; zij zijn gegrepen uit eene ingebeelde wereld, nooit zag menschelijk oog zulke schepsels in zulke omgeving. Proportie en doorzicht, houding, beweging of gebaren zijn hier bijzaak. En toch zijn het niet alleen pracht van kleur en schittering van licht, die de aandacht wekken, treffen, boeien en zoozeer begoochelen, dat men de oogen er niet kan van afwenden en steeds het plekje zoekt waar zulk juweeltje in het Museum prijkt. De geest die doorstraalt in de samenstelling blijft, voorwaar, niet vreemd aan het genoegen dat men smaakt bij het zicht van dergelijk paneel. Maar daarbuiten is er nog iets, dat er in ruimer mate toe bijdraagt; dat iets, moeilijk om bepalen, een sprankel van 's kunstenaars ziel, een deel van hem zelven, zooals het gesproken woord van den dichter, overleeft hem en doet hem voortbestaan bij het nageslacht na zijn stoffelijk zijn. Welnu, dat iets veropenbaart zich niet in de werken van Chappel: men zoekt het, men tracht het te vinden, maar te vergeefs. En, niettegenstaande al de pracht van zijn coloriet, al de getrouwheid zijner teekening, al de kennis waarmede hij zijn licht weet aan te brengen en te verdeelen; niettegenstaande al het voordeel dat hij, met de meeste behendigheid, trekt uit de duizende middeltjes eener door en door gekende techniek, ontbreekt wat men in het Fransch door de woorden: la note poëtique zou kenschetsen.

Hij is klaarblijkelijk getroffen geworden door de eigenaardige lichten kleurenspeling in de mollige pluimen en harde veeren van een dooden vogel; hij heeft bemerkt dat het licht anders weerkaatst wordt door de ruige binnenzijde dan door den gladden buitenkant eener pluim; de kille slijmerigheid der vischhuid heeft hem tot wedijveren met die natuurlijke tonen uitgelokt; maar wij twijfelen eraan of hij de bloemen bemint en hare lieflijkheid begrijpt, of de schoonheid van een dooden visch of de donzigheid eener vrucht hem treffen. Er is eene sierlijkheid in de doode

[pagina 76]
[p. 76]

natuur, die niets anders is dan de schoonheid van het leven, dat blijft voortbestaan in den dood en die onzen kunstenaar schijnt te ontsnappen. Zijn doode natuur schijnt over het algemeen wat al te doodsch.

Is Chappel onbevoegd om die ‘note poëtique’ eens aan te heffen? Zulks is niet te denken, want in sommige schilderijen, in zijne syringen, bij voorbeeld, zijn er deelen die onder dit opzicht voordeelig afsteken tegen andere, en laten hopen dat hij er eens toekomen zal.

Een bewijs overigens der verdienste van Chappel's werk, is wel, dat de verzameling van niet minder dan veertig schilderijen de aandacht lokt en de belangstelling gaande houdt, niettegenstaande al het ondankbare van het beoefende genre en al het eentonige aan dit genre eigen.

P.B.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken