Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 5 (1892)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 5
Afbeelding van De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 5Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 5

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (12.16 MB)

Scans (404.17 MB)

ebook (12.12 MB)

XML (0.87 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 5

(1892)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Tentoonstellingen

l'Association pour l'art

Zeer interessant die tentoonstelling: of zij eene gebeurtenis mag genoemd worden op kunstgebied, hangt af van de beteekenis, die men aan het woord Plastiek toekent. Indien onder de algemeene benaming Beeldende Kunst mag begrepen worden al hetgeen door vorm, lijn en kleur het oog treft, eenen min of meer aangenomen indruk te weeg brengt, een gevoel van rust, vreugde, weemoed of elk ander doet ontstaan, dan maken al de uitgestalde voorwerpen eene kunstverzameling uit.

Zóó verstaat het l'Association pour l'Art, vermits zij al het uitgestalde onder de bescherming van haren naam neemt. En dan mag de tentoonstelling tamelijk onvolledig genoemd worden; inderdaad, nevens gleizen potten en

[pagina 102]
[p. 102]

plaveien, tapijtpatronen, plakkaten, druk platen en -prenten, zouden ook alle voorwerpen, die tot de versiering en de kunstnijverheid behooren, daar hunne plaats vinden.

Het is zeer moeilijk juist te bepalen waar de kunst eindigt en de nijverheid begint; het algemeen gebezigde samengesteld woord Kunstnijverheid is daar, om die moeilijkheid te bewijzen.

Nochtans kan de roem, welke Rubens' naam omgloort, niet verward worden met de diensten, die hij aan de nijverheid bewees door het teekenen van meubelen, drukkersmerken of titelplaten.

De verdienste als schilder van Quinten Matsys en Albert Dürer, werd niet vergroot omdat deze kunstenaars een proportiënboek, modellen voor drukletters en eene ijzeren putkevie vervaardigden, evenmin als Leys' faam glansrijker werd omdat hij de leiding op zich nam van de versiering eener kapel in O.-L.-Vrouwenkerk van Antwerpen.

Ongetwijfeld hebben die bemoeiingen van gemelde uitstekende mannen eenen heilzamen invloed uitgeoefend op de ontwikkeling der kunstnijverheid van hunnen tijd, en het ware te hopen, dat onze kunstenaars zich evenveel als zij toelegden op dergelijke tusschenkomst. Dit zou ruimschoots bijdragen om den goeden smaak te ontwikkelen en een grooter getal lieden deelachtig te maken aan het geestesgenot, dat het aanschouwen van smaakvolle voorwerpen verschaffen kan. Wat niet belet, dat Quinten Matsys, Albert Dürer, Rubens noch Leys er voorzeker nooit aan gedacht hebben het bijzonder oogwit van gansch hun leven en hun streven op gelijken voet te stellen met de bereidwilligheid, waarmede zij eenen lettersnijder, eenen drijver, eenen borduurwerker of eenen boekbinder ter hulp kwamen.

L'Association pour l'Art, van Antwerpen en de XX, van Brussel, schijnen dit onderscheid niet te maken; dit gaf aanleiding tot vele twisten, ontstaan tusschen de voorstanders en de tegenstrevers van genoemde kringen.

Eene tweede oorzaak van oneenigheid spruit voort uit het al te groot belang dat door sommige kunstenaars en liefhebbers toegekend wordt aan het procédé. Wat geven toch de middelen mits de bekomen uitslag verdienstelijk zij?

Eenige drijven die verdiensten der middelen zoo ver, dat zij op hunne knieën vallen voor een doek, dat op min of meer behendige wijze eene brok van een huisje, en eenen boom voorstellen en verder niets, wanneer het maar op deze of gene wijze vervaardigd is, en zoo licht is als eene waterverfschildering. Is dat toch het laatste woord der schilderkunst?

Andere aanbidden met evenveel fanatism eene krabbeling of eene kladdering, waarop voor een gewonen mensch weinig of niets te zien is, en in werkelijkheid niets voorkomt dan eenige schrappen en vlekken; maar waarin de levendige verbeelding van zekere toeschouwers alles ontdekken kan, evenals in eene koffievlek of in de spoor, op het papier gelaten door verpletterde vliegenkoppen, waarmee elke kwajongen zich op de schoolbanken eens vermaakte.

Bij het aanschouwen daarvan gaan de geesten op hol. Zij, die het manneken met den mutsaard in de maan ontwaren, zien, hooren en voelen hier het geplons en geklets der woelige baren eener woeste zee; gene worden verplaatst op het slagveld, zij zien de strijders hakkend en kappend, stekend en schietend tegen elkander oprukken; zij hooren het gebulder der kanonnen, het geroffel der trommels, het geschal der trompetten, het gehennik der paarden, het gekerm der gekwetsten, het gezang der overwinnaars, ja, zij rieken zelfs het kruid....; andere nog, min krijgslustig, ontwaren er een vreedzaam landschap in, bij ondergaande zon.

Het kan heel interessant zijn al die gewaarwordingen door een en hetzelfde doek te doen ontstaan; maar het is meer het werk van den toeschouwer dan van den vervaardiger, en in hoeverre dit werk kunstwerk mag genoemd worden, is evenmin uitgemaakt als dit tweede vraagstuk of het wezentlijk een manneken met of zonder mutsaard is, dat onze satelliet om de wereld sleept.

Wat er van zij, om de tentoonstelling van l'Association pour l'Art met onpartijdigheid te bespreken, moet elk voorwerp volgens zijnen aard gerangschikt en beoordeeld worden.

Schilderijen, in den gebruikelijken zin van het woord, zijn: de portretten van Theo Van Rysselberghe, in een vorig nummer besproken; de doeken van Georges Morren, die nog pointilleert; maar, die schijnt weldra tot eene minder gezochte manier te zullen overkomen, alhoewel hij met zijn stippelen merkwaardige effekten bekomt; daarop volgen Mejufvrouw Anna Boch met hare Visschers; Georges Seurat met zijne Poseuses en zijne zeestukken; een klein bloemstuk van Van Gogh, en Henry Van de Velde met zijne landschappen. Hij maakt, als het ware, met zijn ontwerp van borduurwerk, een overgangspunt uit, tot de vervaardigers van decoratieve schilderijen.

Wat beoogen deze allen? - Een paneel of een doek met oogstreelende lijnen en kleuren overdekken, met of zonder bepaald onderwerp.

In dit vak staat Jan Toorop aan het hoofd voor wat kleurpracht en fantazie betreft. Vincent Van Gogh onder opzicht van stoutheid en gezochtheid.

Jan Toorop is zoo kleur- en glansrijk als de oud Japaansche potbakkers, en blijft Oostersch zelfs in zijne Europeesche onderwerpen. Hij is nauw verwant met Hiroshighé; men vergelijke slechts zijn Oude Tuin der Weeën met eene der prenten van laatstgenoemden.

Wat nu de teekeningen van Hiroshighé, (volgens den cataloog een Japaan, die van 1797 tot 1858 leefde) hier komen doen, in een kring ‘qui se voue, argumentant d'expositions d'Art, à la défense des Idées et des Vouloirs des Plus Récents Artistes....?’

Ziedaar eene onopgeloste vraag.

[p.t.o. 102]
[p.t.o. 102]


illustratie

[pagina 103]
[p. 103]

Wanneer de jongste verzuchtingen tot de verleden eeuw opklimmen, ontstaat in den geest der bezoekers zekere twijfel nopens de oprechtheid der bewijsvoerders voor het nieuwere.

Dezelfde opmerking geldt voor de prentenboeken van Walter Crane, die over een vijftiental jaren bij alle boekhandelaars voorlagen, nevens die van Kate Greenaway en andere.

Die twijfel vergroot nog, als men weet dat, over de merkwaardige tentoonstelling der Antwerpsche XIII, welke in dezelfde zalen onlangs plaats had, l'Art moderne, het orgaan en de beraden voorstander der nieuwe richting, schreef: ‘Men heeft zorg gedragen door eenen trucpanoramique, - het uitgestrekte velum, - de werken te doen uitkomen, die zich leugenachtig aanbieden met eene helderheid welke zij niet bezitten, trillend van een ontleend licht en van eene frischheid, welke ze niet zullen terugvinden bij eene verandering van uitstalplaats.’

Wat moet dan gezegd worden van een salon waar hetzelfde velum prijkt en waar de paneelen, daarenboven met witte lijsten ontsloten, uitlossen op eenen watergroenen achtergrond met oranje omzoomd?....

Wat te denken over de oprechtheid en de kunstenaarsovertuiging van een Van Gogh, waarvan nevens het hooger gemeld klein bloemstuk, geschilderd zooals eenieder het in de natuur ziet, een gele bloempot omtrokken met eene roode lijn, een vinger breed, ophangt; en een huisje met eene soort van ijzerdraden omtrek voorkomt, in een landschap waarvan al het overige zoo onbepaald van vorm als van kleur is?

Al die feiten pleiten niet ten voordeele der oprechtheid van de apostelen der nieuwe leer.

Het is onbetwistbaar dat in enkele werken zeer merkwaardige effekten verkregen zijn, en dat men over de beweging het woord herhalen kan, dat men zoo dikwijls, zelfs door vakmannen van den ouden eed, in deze tentoonstelling hoorde uitspreken: ‘Er is daar iets in!’

Dat, in deze verzameling, werken voorkomen, die meer verdiensten hebben dan andere zoogezegde schilderijen uit min buitengewone salons, is niet minder waar. Maar ontegenzeggelijk is het ook dat, juist die beelden, welke het dichtst bij de werkelijkheid komen, ook de uitstekendste zijn, en dat de schilders, die ze voortbrachten met de oude middelen even goed, zoo niet beter werk zouden geleverd hebben; heel eenvoudiglijk omdat zij kunstenaars zijn.

Die beelden zijn dan ook eerst en vooral goed geteekend, zij staan op hunne pooten; zoo onder andere die van Van Rysselberghe, Anna Boch, Georges Morren, Van de Velde, onder alle opzichten verre verheven boven tal van teekeningen en schilderingen uit dees salon, die zelfs niet te vergelijken zijn met duizende mannekensbladen en printen uit geïllustreerde tijdschriften, waarvan de makers niet poseeren voor artisten of argumentateurs pour l'art.

Zoo alles wat men te zien kreeg moet beschouwd worden als zoovele bewijsvoeringen voor de kunst, wat moet dan gezegd worden over de miljoenen en miljoenen prenten in kleur of in 't zwart, die jaar in jaar uit, gansch de wereld door, gefabrikeerd worden, als daar zijn: godsdienstige beeldekens, nieuwjaars- en kerstmiswenschen, cigaren etiketten, advertentiekaarten voor Liebig, Cibils; Zonlicht- en Apenzeep, zonder nog eens te gewagen van nagemaakt gouden leder, meubelpapier, weefsels, enz. en waartusschen men er vele aantreft die ontegenzeggelijk met zeer veel smaak samengesteld zijn en door kleur zoowel als door lijn en vorm het oog streelen.

Wil l'Association pour l'Art proselieten aanwerven, dan were zij uit hare salons al het broddelwerk waarvan de onkunde verdoken, maar niet vergoed of verschoond wordt door buitensporige procédés.

Zij pakke niet uit met ramen die bepaald afschuwelijk zijn onder alle opzichten, en op welk standpunt men zich ook plaatse, zooals de Paardjesmolen, van Georges Lemmen.

Dan zal misschien een grooter getal bezoekers eens zeggen: ‘Er is daar iets in!’

P.B.

Kunstverbond

In de tentoonstelling van het Kunstverbond muntte vooral uit de schilderij van Theod. Verstraeten, voorstellende een hoekje uit het buitengoed, waar eene jufvrouw, bij een najaarsmorgend op eene witte bank van de zonnestralen zit te genieten. Dit doek bezit al de kenmerkende eigenschappen welke Verstraeten's werken ondenscheiden. Juistheid en waarheid van kleur en teekening, gevoegd bij eene hoogst dichterlijke interpretatie van de natuur. Het is weer eene dier schilderijen die men met een eerste bezoek niet kent, welken diepen indruk zij ook nalaten; het is een waar genoegen ze te herzien, want hoe meer men er vertrouwd mee wordt des te schooner zij ook wordt, omdat de kunstenaar er meer in legde dan de stoffelijke vertolking der wezenlijkheid.

Evert Pieters is even waarheidslievend als oprecht in zijne Hyacintenkweekerij en heeft aan die hoedanigheden een zeer verdienstelijk werk te danken; eenige ruwheid misschien kan eraan verweten worden, maar die zal weldra verdwijnen, wanneer de schilder het doek, dat versch van het veld komt, zijn toilet gemaakt zal hebben en vooral als de tijd de verf zal gezet hebben. Ongetwijfeld zal hij met deze schilderij in het salon van Gent veel bijval genieten.

Henry Rul is op zijne schreden teruggekeerd. Hij heeft den blauwen bril, die voor zijne oogen niet paste, ter zijde gelegd; zijn werk heeft er aan pesonaliteit bij gewonnen; wij mogen hem geluk wenschen met die overwinning op zichzelven en dit moge strekken tot voorbeeld aan andere jonge schilders, De Pooter, bij voorbeeld, die ook al aan 't pointilleeren gaat en effektjes zoekt die hij bij anderen zag gelukken, maar daarom bij hem niet.

[pagina 104]
[p. 104]

Piet Verhaert's Oudheidskundige is het werk van een begaafd colorist; het wordt nochtans tijd dat hij zijne kunst verjonge om niet in den aangenomen vorm te versteenen en zich zelve te herhalen. Dit doet reeds Jos. Ratinckx die misbruik maakt van zijne begaafdheid, gevaar loopt den ouden-man te krijgen en verloren te gaan voor de toekomst als hij niet oppast.

Carl. Nys schijnt aan zijne partjes van vroeger vaarwel gezegd te hebben, en is nu zoo wijs geworden als eene beggijn, al te wijs; zijne pastel is het minder, daarom ook verdienstelijker dan zijn geschilderd portret.

Wij hadden gewenscht in dit salon de laatst vervaardigde schilderij van Frans Van Kuyck te ontmoeten, die hij naar eene tentoonstelling in Duitschland zond, het is te hopen dat zij te Gent zal te zien zijn; zij stelt dezen kunstenaar in een gansch nieuw daglicht.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken