De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 6

Processie van het H. Vormsel (Naar de natuur).

Een schare kindren, ernst, verlegenheid,
En schik in 't nieuwe pak dooreengemengd
Op 't zoet gezicht; in schitt'rend rood gewaad
Een koor, dat gansch naar d'eischen van de kunst
Een lang beoefend ‘Jubilate!’ galmt;
Zes stoere mannen vol van ambtsbesef,
Met stok en zwaard en hellebaard gewapend,
En eindlijk, onder 't blinkend baldakijn,
Een herder, met een staf van klinkklaar goud.

En ieders kruin ontbloot zich, waar hij gaat
En ieders nek - ook ieders ziele? - buigt...
Eén stond rechtop, gedekt: hij had zoo even
Het beeld gezien eens mans, in schaam'le kleeding
Op 't veulen eener ezelin gezeten,
Slechts met gewulf van loover ingehaald
Door kindren, armen, die geen tooi dan dien
En 't kleed, ten pad gespreid, te bieden hebben,
En kunstloos juichen: ‘Welkom, Davids zoon!’

W-a.