Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 6 (1893)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 6
Afbeelding van De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 6Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 6

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (10.34 MB)

Scans (386.48 MB)

ebook (10.52 MB)

XML (0.84 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 6

(1893)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Kroniek

Letterkunde

Bij den uitgever E. Hirth te Munchen zijn de drie eerste afleveringen verschenen van eene Geschichte der Malerei im Neunzehnten Jahrhundert door Richard Muther, den bestuurder van het prentenkabinet daar ter stede. Wat deze geschiedenis onderscheidt van hare voorgangers is dat zij alle scholen op gelijken voet behandelt, zich alleen bezig houdt met de werkelijk merkwaardige kunstenaars en meer de geschiedenis der kunst dan het leven der schilders doet kennen. Het zeer belangrijke en zeer wel geschreven boek heeft voor verder kenmerk dat het den hoogsten prijs stelt op oorspronkelijkheid in de kunst, op het breken van nieuwe banen, het vinden van nieuwe uitingen. Het is in zake van critiek wat men zou mogen noemen vooruitstrevend tot radicalism, en zonder een tendenz-werk te zijn geeft het de opvatting der jonge school van Duitschland weer. Evenals alle werken door Hirth uitgegeven is het rijk geïllustreerd. De illustratie is eveneens eigenaardig genoeg. Zij bestaat uit phototypieke weergevingen der schilderijen rechtstreeks naar het stuk gemaakt, haast op elke bladzijde vindt men een dier kleine platen, die zonder eigenlijke kunstwaarde te hebben, uitstekend dienen om den tekst toe te lichten.

 

Claudine Lamour van Lemonnier. - Te lezen, de buitengewoon vleiende beoordeeling van dit boek door C(harles) M(erki) in Le Mercure van Juni. De jonge kritikus aarzelt niet Happe Chair van onzen landgenoot, deze roman, zegt hij, qui est à part de tous les livres de ce temps, boven Zola's Nana te stellen. Hij heet Lemonnier een wezenlijk wondertalent.

[pagina 122]
[p. 122]

Henrik Ibsen door E. de Bom. - Beoordeeld in verschillenden zin in De Spectator (28 Mei), De Gids (Juni), De Tetegraaf (9 Mei), Het Nieuwsv. d. Dag (van Amsterdam) (22 Mei).

 

De Boer der Schranse, het uitmuntend boek van L. Smits, uitgave van Het Taalverbond, werd zeer gunstig gerecenseerd in De Telegraaf, (Amsterdam) (nr 22 Mei).

 

Möser's vertaling van Pol de Mont's Idyllen, wordt door de Duitsche beoordeelaars geroemd als een model van vertalingskunst.

Paul Raché schrijft: ‘Ein wirklicher Genusz einen Uebersetzungskünstler wie Möser zu bejegnen.’ Ook de Monatsblätter (Breslau) (nr 4, 1893) heeten den Dresdener lyriker een ‘Meister der Uebersetzungskunst.’

Schoone kunsten

Het Teyler-genootschap van Haarlem schrijft eenen prijskamp uit voor ‘Eene nieuwe herziene en volledigde uitgave van den Catalogus der prenten naar Rubens gesneden, opgesteld door Voorhelm Schoneroogt.’

De mededingers zullen het oorspronkelijk werk verbeteren waar het behoeft, de gravuren vermelden na 1873 verschenen, de plaats aanduiden waar de weergegeven schilderij of teekening zich bevindt.

Voor de rangschikking der onderwerpen zullen zij zich houden aan de verdeeling aangenomen in l'OEuvre de Rubens door Max Rooses en de beschrijving van elke prent zal het nummer aanduiden, welke de schilderij of de teekening in genoemd boekwerk draagt.

De steendrukken en houtsneden zullen worden vermeld, de fotografiën niet. De platen voorkomende in de galerie-werken zullen vermeld worden.

De uitgeloofde prijs bestaat uit eene gouden medaille ter innerlijke waarde van 400 Ned. gulden en eene som van 400 gulden als vergoeding der onkosten. De antwoorden moeten in het Fransch geschreven zijn en uiterlijk den 1n April 1895 ingezonden worden. Zij moeten vergezeld zijn van een verzegeld briefje den naam en het adres vermeldende van den schrijver en gezonden worden aan het Gesticht van wijlen Mr Teyler-van der Hulst te Haarlem.

Kunstnijverheid

In het salon der Champs-Elysées van Parijs werd de aandacht van den briefwisselaar van het Algemeen Handelsblad getrokken op de hoogst kurieuze inzending van den Duitschen teekenaar Sattler, die, zoo schrijft bedoelde berichtgever, er in geslaagd is, de oud-Duitsche methode van plaatjesteekenen in al hare naïviteit weder te geven, en daarnaast eenige ontwerpen van boektitelbladen inzond, welke om hun oorspronkelijkheid, uitstekende uitvoering en eigenaardige opvatting der ornamentiek, de aandacht van alle liefbebbers van dit bijzonder vak verdienen. ‘Evenzeer had ik niet mogen nalaten,’ zegt hij verder, ‘bij de kunstvoorwerpen, die op het Champ de Mars ten toon zijn gesteld, de inzending te vermelden van den heer Thesmar, die aan de nationale porseleinfabriek te Sèvres verbonden is. Men heeft te dikwijls aan deze fabriek verweten, dat zij in herhalingen valt, en niets nieuws meer levert, dan dat het niet billijk zoude zijn op de zeer welgeslaagde en nieuwe proeven van doorschijnend email met goud aangebracht op pâte tendre, te wijzen. De voorwerpen zijn van geringe afmetingen, kleiner dan gewoonlijk de Sèvresfabriek levert, maar zij voldoen uitstekend in kleur, model en teekening.’

Deze bedenkingen verdienen de aandacht van onze kunstenaars, die zich meer bepaaldelijk op kunstnijverheid en versierkunst toeleggen. Den aard van zijn volk getrouw blijven en toch nieuw en oorspronkelijk zijn in zijn werken, dát is de zekerste voorwaarde om te slagen in alle dergelijke onderneming.

Sprekende over beide Fransche Salons, zegt l'Étoile Belge: ‘Aux champs-Élysées l'art s'industrialise, au champ de Mars l'industrie s'élève au niveau de l'art.’ Dit schijnt de algemeene toestand te zijn, maar getuigt niet van buitengewonen bloei. Kunst, die vervalt tot nijverheid, en nijverheid, die de plaats inneemt van kunst, maar niet door haar geleid, beheerscht wordt, zulks was immers de toestand in alle tijdperken van verval.

Oudheidkunde

Eene eigenaardige verzameling van het gemeente-muzeum te 's Gravenhage werd - naar de N.R. Ct. meldt - dezer dagen op bijzondere wijze aangevuld, door de vrijgevigheid van den heer Zilcken. Het geldt namelijk de collectie achttiende-eeuwsche speelkaarten, ingericht tot visitekaartjes. Hoe oud ook het gebruik hier te lande der visitekaartjes is, - want reeds in 1739 reed mevrouw Bentinck op nieuwjaarsdag visites, en deed de ‘Ambassadrice’ van Spanje hare koets op dien dag rondrijden en aan al de huizen een briefje afgeven, waarop geschreven stond: ‘l'Ambassadrice d'Espagne’, - toch moest er ongeveer een eeuw verloopen, eer men visitekaartjes deed vervaardigen zooals in dezen tijd in gebruik zijn. Tusschen dat tijdperk en ‘de briefjes’ maakte men gebruik van speelkaarten, die men, aan de voorzijde of op den rug, zoo deze niet met blauw of rood bedrukt was, deed voorzien van zijn naam, hetzij geschreven of ‘geprint’. Ook in deze zaak werd de zuinigheid betracht, tenzij ook omtrent grootte of kleinte, zooals tegenwoordig het geval is, de mode gebood. Immers op het muzeum zijn volledige speelkaarten, waarop de namen geschreven zijn, maar in de collectie Zilcken zijn het allemaal reepjes. Ook voor de namen zijn die visitekaartjes belangrijk. Zoo zijn er o.a. bij: de namen Coehoorn, Dyverge, Major, Heeckeren de Heest, agent Heeneman, kapt. ter zee van Kruyne, graef van Rechteren - deze voegde er bij: om afscheid te nemen -; Hoet de Diepenbroek, die er het bekende p.p.c. op plaatste. Eén gedrukt is er bij van Burmania Rengers, in een fraai randje, doch ook weer op eene speelkaart.

Tooneel

Het zeer zeldzame feit, dat een oorspronkelijk Nederlandsch tooneelstuk te Parijs wordt vertoond, had op 12 Juni j.l. plaats. Het Théâtre libre heeft Ahasvère, drame en un acte en prose, van H. Heijermans Jr., ten tooneele gebracht.

De tooneelschikking was zeer verzorgd. Het kieskeurig publiek, dat de vertooning bijwoonde, was zichtbaar geboeid. De schrijver mag zeer voldaan zijn met den behaalden uitslag.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken