Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 11 (1898)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 11
Afbeelding van De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 11Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 11

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (17.65 MB)

Scans (1020.52 MB)

ebook (18.13 MB)

XML (0.86 MB)

tekstbestand






Genre

proza
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamse School. Nieuwe reeks. Jaargang 11

(1898)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 190]
[p. 190]

Tijdschriften

Woord en Beeld. Redactie Prof. C.L. Dake, W.G. v. Nouhuys & F. Smit Kleine. Uitgave van de Erven Bohn te Haarlem, juni 1898.

illustratie Deze aflevering van dit reeds herhaalde malen in ‘De Vlaamse School’ aanbevolen tijdschrift, bezit voor ons biezondere aantrekkelikheid door een stuk van Pol de Mont: ‘Het Viezieoen van Vrederick’, dat er vooraan in opgenomen werd. Het is een zeer vrije navertelling van de middennederlandse legende ‘Oirdel ende Verdoemenisse van Bisschop Udo te Meydenborch’, van de onbekende klerk ‘uten lande bi der see’.

Vrederick, de jongste kanunnik van het kapittel van de Maagdeburger hoofdkerk, lag des nachts, in de dom

illustratie

DE BIDDENDE VREDERICK
Tekening van Edmond van Offel
voor ‘Het Viezieoen van Vrederick’
Met biezondere toelating van de Erven Bohn, te Haarlem.


geknield, biddend tot de heilige Maagd, opdat zij de kerk van de toenmalige losbandige bisschop Udo zou bevrijden. Toen daalden Jezus en Maria met de aartsengelen en vele heiligen in de kerk neder... Udo moet vóor hen verschijnen, en door deze opperste vierschaar wordt hij tot de dood verwezen. Engel Michaël zwaait het vlammenzwaard en Udo's hoofd rolt op de zerken, waar, tot vóor weinige jaren, de bloedvlekken zichtbaar bleven...

Ziedaar, in een paar woorden, de draad van het verhaal. Maar die is uitgesponnen met al de schitterende kleurenpracht van een tapijtwerk of een gotiek schilderij. Als Gustave Flaubert van zijn Légende de Saint Julien l'Hospitalier zou men hiervan kunnen zeggen: Ziehier de legende van Vrederick, ‘telle à peu près qu'on la trouve, sur un vitrail d'église, dans mon pays’.

Ongepast zou het zijn, hier het werk van de hoofdredakteur van dit eigen tijdschrift verder aan te prijzen. Al wie de dichter van Fladderende Vlinders, Claribella, Iris naar waarde schat, zal er op gesteld zijn, hem ook in deze uiting te leren kennen.

Het doel van deze korte aantekening is overigens een ander. Ik wilde eenvoudig een jong Vlaams illustrator welkom heten, die overigens voor de lezers van ‘De Vlaamse School’ geen onbekende meer is: Edmond van Offel.

Deze leverde een tiental grote en kleine tekeningen tot verluchting van gemeld stuk, waardoor hij al dadelik een eervolle plaats in de schaar van onze nieuwste boek-illustrators inneemt. Stellig kunnen we niet onvoorwaardelik ál de platen even mooi vinden: sommige zijn niet vrij te pleiten van in 't oog lopende gebreken; maar voor de eigenaardigheid van opvatting en uitvoering verdient de kunstenaar alle lof.

[pagina 191]
[p. 191]


illustratie
Edmond van Offel - Illustrasie voor ‘Het Viezieoen van Vrederick’
Met biezondere toelating van de Erven Bohn, te Haarlem.


Dat van Offels kunst een sterk persoonlike stempel draagt, valt niet te betwisten. Bijna al zijn tekeningen zijn met zekere hem eigen weelderigheid van ornamentasie behandeld, die ditmaal uitstekend bij 't onderwerp te pas komt Dank aan de bereidwilligheid van de Erven Bohn kunnen we enkele van de beste platen aan onze lezers mededelen. Het Lieve-Vrouwtje, onder andere, vinden we allerliefst. Ook de beide grotere platen, die het stuk illustreren, zijn zeer mooi. Vooral die, waar Jezus, te midden van de Dom, in keizersgewaad, omringd van al zijn Heiligen, omhoogblikt in schittering van licht...

Stellig heeft van Offel, die noch zeer jong is, zijn laatste woord niet gezegd, en mogen we van hem noch heel wat goeds op het gebied van de meer en meer in zwang komende boek-illustrasie verwachten.

P. II.

Jahrbuch der Königlich Preussischen Kunstsammlungen, XIX. Band, II Heft. Berlin, 1898. G. Grote'sche Verlagsbuchhandlung.

illustratie Buiten de gewone ambtelike berichten, betreffende de koninklike kunstverzamelingen, bevat deze aflevering een vijftal opstellen, waarvan vooral de voortzetting van von Tschudi's studie over ‘Den Meister von Flémalle’ voor ons gewicht oplevert. Niet min dan tien platen versieren dit stuk Daaronder zijn er drie buiten tekst: een helieogravuur naar een schilderij, in het bezit van de heer Somzée, te Brussel, en twee lichtdrukken naar taferelen, die zich te Dijon en te Berlijn bevinden. Opmerking verdient het, dat het beruchte ruitertje op het witte paardje, door sommigen voor een waarmerk van Memlinc's schilderijen gehouden, juist zó, in verscheiden van de door von Tschudi besproken werken, te zien is. Ook levert de Christus am Kreuz, die 't Berlijns muzeum van de meester van Flémalle bezit een treffende overeenkomst op met de verkeerdelik Memlinc toegeschreven Golgatha, die onlangs voor 30.000 fr. in de veiling Kums werd aangekocht. Ook het slot van von Fabriczy's artiekel over Domenico Rosselli komt in deze aflevering voor, benevens een lezenswaardige bijdrage van Hans Graeven over ievoorportretten van de gotiese koningin Amalaswinthe, iets van Max Lehr over de meester P.M., en een stukje van H. Weizsäcker over een portret van Niebuhr door E.G. Schäffer.

De platen, vooral die buiten tekst, zijn zeer mooi - als altijd.



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken