Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vlaamsche Arbeid. Jaargang 15 (1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vlaamsche Arbeid. Jaargang 15
Afbeelding van Vlaamsche Arbeid. Jaargang 15Toon afbeelding van titelpagina van Vlaamsche Arbeid. Jaargang 15

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.88 MB)

Scans (21.27 MB)

ebook (3.56 MB)

XML (1.13 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vlaamsche Arbeid. Jaargang 15

(1925)– [tijdschrift] Vlaamsche Arbeid, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Aanteekening

In DEN GULDEN WINCKEL schrijft Johan Huyts over dichter J.H. Leopold: ‘Hij was naar eigen aard en wezen nimmer een leider, en indien de aanhankelijkheid van een volgende generatie zijn deel werd, dan is hij ook van dezen eer de leuze, dan de leider geworden. Haar leider had deze generatie ten deele in Albert Verwey, hem volgde zij in de letterkundige beweging. Daarentegen was Leopold voor hen het zinnebeeld van de voltooide schoonheid. De dichter Verwey, het gedicht van Leopold, dit waren de polen, waartusschen zich hun ontwikkeling voltrok. Een eigenlijke functionneele beteekenis heeft Leopold dus ook voor dit geslacht niet gekregen. Wel worden de jonge dichters zonder onderscheid door hem geboeid, wel “begrepen” ze hem, maar

[pagina 216]
[p. 216]

dit alles bleef geheven in de ideëele sfeer’. Verder wordt de Amsterdamsche prijs voor poëzie besproken waarmee bekroond werden de bundel ‘Vormen’ door Mr. M. Nijhoff, het gedicht ‘De Stad I’ door A.P.A.A. Bernard en het gedicht ‘Mijn Vadertje’ van onzen medewerker Marnix Gijsen.

 

In DE NIEUWE GIDS schrijft Willem Kloos over onzen medewerker Felix Timmermans naar aanleiding van zijn nieuw boek, novellen en schetsen ‘Het keersken in de lanteern’: ‘Dat een bovenste beste, want gemoedelijk-bedaard en eenvoudig-doende jongen, uit een kleinere Belgische stad, zooals Felix Timmermans van oorsprong is, nu reeds geheel uit zichzelf, een steeds zich vermeerderende reeks van boeken heeft kunnen schrijven, die ongetwijfeld nog vele volgende eeuwen beroemd zullen blijven, dat lijkt mij, om de waarheid te zegge, veel merkwaardiger dan alle mogelijke, op een vervelenden toon banale bêtises opdreunende en zich dan nog wel als uit hoogere psychische streken aankondigende verschijningen bij elkaar’. Willem Kloos schijnt nog steeds niet te weten dat Lier een Vlaamsche stad is en Felix Timmermans een Vlaamsche auteur. Hij kon evengoed spreken van Reymont of Sienkiewicz als Oostenrijksche schrijvers omdat zij toevallig in den tijd hunner productie aan het staatsverband Oostenrijk toehoorden. Elize Knuttel-Fabius schrijft over denkbeelden van vrouwen, over liefde en huwelijk zooals zij die gevonden heeft bij vrouwelijke auteurs ‘Van Mary Wolsstonecraft tot Ellen Key’ en zich resumeerende trekt zij de slotsom ‘dat de diepste aspiraties van veel ontwikkelde vrouwen in verschillende geslachten in veel opzichten één zijn. Naast haar recht op vrije ontwikkeling harer gaven, op arbeid en economische onafhankelijkheid, op medezeggenschap in het bestuur van haar gezin en haar land, eischten zij het recht op de vrije beschikking over haar persoon in de liefde. Ook de klacht dat de man anders liefheeft dan de vrouw komt steeds terug. Aan den laatsten tijd is evenwel, zoover ik kon nagaan, de eisch voorbehouden, dat iedere gezonde jonge vrouw recht heeft op moederschap. Uit sociaal, godsdienstig of ethisch oogpunt is voor de meesten het huwelijk nog steeds de meest ideale vorm van samenleving, maar aan velen gaat het huwelijk buiten haar schuld voorbij. Vrije en tijdelijke verbintenissen zijn uit ethisch oogpunt in veel gevallen ongewenscht en in hun consequentie vaak een ramp voor de kinderen. Ondertusschen verdort veel dat in liefde en moederschap rijk zou bloeien’.

 

De NOUVELLE REVUE FRANÇAISE heeft heel haar Mei-nummer gewijd aan de nagedachtenis van haar onlangs gestorven directeur, Jacques Rivière. Wie dezen schrijver nader wil leeren kennen zal hier zijn rijke persoonlijkheid langs alle belicht vinden. Het nummer bevat ook onuitgegeven werk van den overledene, ‘een merkwaardige studie over Marcel Proust’.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken