Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vlaamsche Arbeid. Jaargang 15 (1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vlaamsche Arbeid. Jaargang 15
Afbeelding van Vlaamsche Arbeid. Jaargang 15Toon afbeelding van titelpagina van Vlaamsche Arbeid. Jaargang 15

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.88 MB)

Scans (21.27 MB)

ebook (3.56 MB)

XML (1.13 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vlaamsche Arbeid. Jaargang 15

(1925)– [tijdschrift] Vlaamsche Arbeid, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 278]
[p. 278]

Bibliographie

H. Federer: ‘Juffrouw Theresia’, vertaald door Maurits Van Hoeck. (N.V. Leeslust, Antwerpen, 1924. Prijs: 12 fr.)

Op één lijn met Sheehan's ‘My new curate’! Wat hebben we in onze seminariejaren met kapelaan Letheby geboft. Dát was me psychologisch raak uit het priesterlijk leven verteld, op priesterlijken toon! Een leek als Fontegrive kon wel praten over ons, maar dóórdringen tot in 't diepste van ons levieten gemoed, nou, dát kon ie-niet.

H. Federer, die kan het wel. Zie, daar hebt ge nu het allermenschelijkste van de tragedie die zich afspeelt in bijna elke jonge priesterziel. De wereld van kop tot teen hervormen: schoone illuzie waarmee we 't werkelijk leven intreden. Plannen van reformatie, omver en erover, den ouden slenter kapot en moderne aanpassingen. Johannes Keng maakt het alles door met de goede trouw van jeugdig enthusiasme. Dan komt de katastrophe. En de ietwat ‘buitensporige’ kapelaan berust in een logisch compromis tusschen oud en nieuw. De practische nuchterheid en de soliede godsvrucht van zijn huishoudster Juffrouw Theresia brengt hem tot die mannelijke bedaardheid. Ietwat te overwegendsterk, die invloed van Theresia. De ouwe pastoor had wel wat meer mogen ingrijpen. Maar 't is alles zoo vlot en zoo prachtig verteld. Met een liefdevol schilderen van Zwitsersche natuurheerlijkheid, met een jubelend optimisme en een blijstemmende Zachweilersche humor.

Een knappe vertaling is het ook. - Waar de ‘gescheurdheid’ van 't hedendaagsch leven de literatuur zoo'n angst bijzet en zoo'n folteringen, is een boek als dit een fontein van zoete, zekere wateren!

K.E.

Wonderland. Vertellingen door M.E. Belpaire en Hilda Ram. (5de deel. - 1 Kleurplaten van Felix Timmermans. - N.V. Leeslust, Antwerpen. Prijs: 5.50 fr. - 3de druk.)

't Is een heele bibliotheek geworden dat wonderland! Nette keus van vertellingen, nette druk, nette kleurplaten. Lectuur waar de kleinen hun duimpjes van aflikken, en waar de grooten wel eens meer dan menschelijke wijsheid kunnen uithalen.

Hier krijgen we: Andersen, Cuppens, Grimm, Omer Wattez, Pattyn, Hilda Ram. En dan het sappig Westvlaamsch van A. Van Hee met zijn leuk verhaal: ‘Van Seven Haveloose en Mietje Pamele’. Dat één verhaaltje weegt zwaarder dan de twee boekdeelen van André Le Pas: ‘A la porte du Paradis’.

K.E.

[pagina 279]
[p. 279]

Bernard van Baaren, pr.: ‘Over Kleine Zalige Treeske’. (Excelsior, St. Trudostraat, Brugge. Prijs: 3 fr.)

Enkele frissche bladzijden over de lieve heilige van Lisieux. Van haar zegden haar naastbestaande: ‘elle a le ciel dans les yeux’. Met letterkunst heeft dit boekje niet veel te maken.

K.E.

Wordt wat ge zijt. (Uitgave van den West-Vlaamschen gouwbond der K. Vl. Meisjes, Sporkinstraat, Veurne.)

Een bundel voordrachten gehouden tijdens de studiedagen van September 1924 te Rousselaere. Eén anonieme voordracht over Willem van Oranje; één over de Vlaamsche beweging waarin E.H.O. Spruytte met zijn thomistische geestesklaarheid de puntjes op de i's zet; één over de van Artevelde drama's van Verschaeve, klaar en bondig, ietwat koel; één over Tinel's Franciscus van E.H. Brouckaert en één die 't alles doodslaat: ‘Wordt wat ge zijt’ van C. Verschaeve. Cyriel, spaar toch die meisjeshersenen, vriend, ze gaan bersten! Zóó om springen met lastige paradoxen, zonder den minsten lach daarbij, noch den humor van Chesterton! 't Is om duizelig van te worden.

Onze meisjes meenen 't nu ernstig en deze voordrachten bewijzen dat de sterkje spijs begeeren. Zouden die op weg zijn naar Callewaert's ‘Sterke Vrouw van Vlaanderen’?

K.E.

Louisa Duykers: ‘Haar man’. (Antwerpen, N.V. Leeslust, 1924.)

In de rij onzer romanschrijvers neemt Louisa Duykers een voorname plaats in. Niet om de uitzonderlijke kunstwaarde van haar werken: haar stijl en haar taal zijn eerder stram en stijf. Maar om de keuze van haar onderwerpen. Haar personaadjes zocht zij liefst in de burgerij, en 't leven dat zij schildert is dat van onze hoogere middenstanden. Hier ook weer. We krijgen inderdaad het beeld van een modern meisje wier lichtzinnigheid tot de uiterste konsekwenties komt. Het plichtgevoel van haar man zal de redplank zijn waaraan ze zich vastklampt om niet hopeloos verloren te gaan.

Louisa Duykers kán een verhaal flink ineenzetten, ze weet snaren te roeren van diep-menschelijke gevoelens en schildert prettig tafereelen van huiselijke gezelligheid. Voor 't leven ‘en marge de la société’ is haar penseel niet ruw genoeg. Ze is te burgerlijk, in den goeden zin van 't woord. Daar zijn brutale dingen in de wereld die een vrouw als Louisa Duykers nooit juost zal kunnen weergeven omdat, ja..., omdat zij niet brutaal is!

K.E.

Jozef Arras: ‘Gekke Vertelsels’, verlucht door Felix Timmermans. (N.V. Leeslust, Antwerpen, 1924.)

Flink die tweede uitgaaf! En de nieuwe vertelsels mogen er zijn!

Jozef Arras behoorde tot het ras der zwierige vertellers. Gemoedelijkheid, een beetje romantisme en heel wat humor. Nu die kleine verhalen in een frisscher pak steken dan in dat van de vroegere Duimpjes-

[pagina 280]
[p. 280]

uitgave, komen ze nog aantrekkelijker voor.

Jammer van dien vroegen dood! Want daar zat kruim in dien jongen en de stad Lier zou nog een zoon meer gehad hebben om de vermaardheid van haar vlaaikens en haar begijnhof en haar beiaardier over de luisterende gemeente uit te bazuinen.

K.E.

W. Hegeling: ‘Ambrosius verliefd’, fantastisch spel. (Fontein-serie, Palmer Putman.)

We komen uit een fantastiese oorlog, we fantaseren 'n niew leven. Alleen maar jammer dat je met alle mogelike fantasie de realistiese kant van 't een en 't ander niet loochenen kan...

Hegeling's fantasties vluchtje is niet 't gevolg van akute hersenoverspanning; 't is 'n grappigheid uit ondiepe filosofie gevist. Hijzelf zal toch wel allerminst bedoeld hebben scherpe satire te schrijven.

De verliefdheid van Ambrosius gaf aanleiding tot wederwaardigheden die, zonder bepaald origineel te zijn, toch vernuftig saamgedrongen zitten binnen de grens van die veertig bladzijdjes. Het snelle tempo van dit spel is de biezonderste verdienste; daaruit vloeit wellicht, bij eventuele goedbegrepen opvoering, de gewenste spanning.

't Dominante bezwaar is de grote bezetting.

A. v.d. Velde.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Karel Elebaers

  • Anton Van de Velde

  • over M.E. Belpaire

  • over Louisa Duykers

  • over Jozef Arras

  • over Willem Putman