West-Vlaanderen. Jaargang 10

[p. 260]

Belangrijke data

1883	Op 4 april te Gent geboren.
1901-1902	Volgt samen met Fritz Van den Berghe en Gustaaf Van de Woestijne de lessen aan de Akademie te Gent.
1903	Leert Dom. Bruno Destrée kennen. Huurt eerst met Van den Berghe en daarna met Van de Woestijne een huisje te St.-Martens Latem.
1905	Neemt zijn intrek bij Doorke en vestigt zich definitief te Latem. Schildert De Heilige Avond.
1906	Eerste tentoonstelling in de Cercle Artistique te Gent.
1908	Tentoonstelling te Gent, in de Aula der Universiteit.
1910	Schildert De Stervende en Sursum Corda.
1911	Leert P. Hiëronymus der Ongeschoeide Karmelieten kennen, die zijn geestelijke leider zal worden.
1913	Neemt deel aan het Driejaarlijkse Salon te Brussel.
1915	Huwt op 23 september de violoncelliste Anne-Marie Geeraert.
1915-1919	Ontstaan van de cyclus Het Boerenleven.
1919	Tekent op verzoek van de Franse kritikus, Louis Gillet, de bekende tekeningen voor Franse vertaling van het Passieverhaal van Cyriel Verschaeve. Ontstaan van de getekende Kruisweg. Eerste tentoonstelling van de Kruisweg, in klooster der PP. Karmelieten te Gent.
1919-1922	Ontstaan van de geschilderde Kruisweg.
1921	De Kruisweg wordt door Rome (dekreet van het H. Officie van 30 mei 1921) ‘ongeschikt voor de openbare eredienst’ verklaard.
1922	Schildert het groot doek De Dood van de H. Theresia van Avila (6 × 5 m).
1927	Portret van P. Hiëronymus, tekening.
1929	Stelt zijn werk ten toon te Parijs in de galerie Billiet.
1929-1930	Ontstaan van de Sint-Antonius-triptiek.
1932-1935	Ontstaan van de cyclus Het Marialeven (16 doeken).
1935	Tentoonstelling te Gent in de zaal Ars.
1935-1940	Ontstaan van de Kruisweg van Orval.
1937	Het dekreet van het H. Officie tegen het werk van Albert Servaes wordt opgeheven.
1945	Over Duitsland en Oostenrijk bereikt Albert Servaes het Zwitsers grondgebied waar hij eerst te Bühlen in Appenzell verblijft. Frescos in de kapel van het kamp.
1947	Albert Servaes vestigt zich te Luzern.
1947-1960	Ontstaan van het tweede geschilderd Marialeven (12 schilderijen).
1951	Illustreert Ramuz' ‘Jean-Luc persécuté’.
1954	Ontstaan van het eerste Zwitsers Marialeven (pastel - verz. J. D'Hondt, Deurle).
1960	Servaes neemt met zijn Marialeven, een Kruisweg en een Madonna deel aan de 2^de Internationale Biënnale voor Kristelijke Kunst te Salzburg en bekomt met de algemeenheid der stemmen van de internationale jury de hoogste onderscheiding, nl. de Grote Gouden Medalje.
1961	(april) Tentoonstelling te Luzern. (juni) Tentoonstelling te Münster. (juli) Retrospektieve tentoonstelling te Brugge.

Aan Albert Servaes werden volgende onderscheidingen toegekend:

1920, Prijs Leo Picard. - 1920, Ridder in de Leopoldsorde. - 1928, Officier in de Leopoldsorde. - 1932, Commandeur in de orde der 3 sterren van Le Haud. - 1934, Officier in de orde van Oranje-Nassau. - 1935, Ridder van het Erelegioen. - 1936, Commandeur in de orde der Kroon. - 1938, Lid van de Koninklijke Vlaamse Akademie van België. - 1940, Grote Prijs der Schilderkunst van België. - 1957, Rockox-orde van Antwerpen. - 1960, Grote Gouden Medalje der tweede Biënnale voor Kristelijke Kunst te Salzburg.