Sicilië toekomstbeeld van Italië
Door het volksbesluit van 21 oktober 1861 werd Sicilië politiek gebonden aan het schiereiland. Dit referendum werd georganiseerd na de ontscheping van de duizend vrijwilligers van Garibaldi te Marsala, en met bijna eenparigheid van stemmen werd de aansluiting beslist. A. de Gasperi begreep echter dat dit eiland een zekere autonomie nodig had om de ontredderde economie terug te doen herleven en de welstand op te voeren. Hij zag in, dat een te ver afgelegen bestuur de noden van het eiland niet kon inzien en dus zeker niet bestrijden. Daarom werd sinds 1946 Sicilië regionaal autonoom, wat een betere bestudering van de problemen toeliet en de economische opbloei bespoedigde.
De Siciliaanse ondergrond is rijk en de uitbating renderend. In het centrum van het eiland liggen een groot aantal zwavelmijnen. Ze zijn de enige bestaansmogelijkheid van de streek van Caltanissetta. Belangrijke bronnen vinden we te Ragusa (petroleum) en nabij Catania (methaangas). Deze brandstoffen worden in vele typen van nijverheden verwerkt of als brandstof aangewend. Het rotszout uit de streek van Agrigento wordt zeer gewaardeerd om zijn grote zuiverheid. Ook de potaszoutmijnen leveren een belangrijk basisprodukt.
De elektriciteitsproduktie maakt zeer grote vorderingen en is nog in volle ontwikkeling.
Zwavelextractie was vroeger een grote bron van inkomsten voor het eiland, dat hiervoor het wereldmonopolie bezat. Nu vermindert de opbrengst van jaar tot jaar wegens de concurrentie van de Amerikaanse zwavelmijnen (in Texas en Louisiana), die hun produktie tegen veel lagere prijzen op de markt brengen.
De petroleumraffinaderijen dragen bij tot de economische bloei van de provincie Siracusa. De voornaamste inrichting, de ‘Rasiom’, gevestigd te Augusta, heeft een verwerkingscapaciteit van meer dan 5 miljoen ton petroleum per jaar. Ze levert ook vele bijprodukten zoals benzine, stookolie, gas en petroleumharsen. De petrochimie ligt aan de basis van de heropleving van gans Sicilië.
De talrijke openbare werken die uitgevoerd worden om de economische expansie te bevorderen, de oprichting van vele fabrieken en het bouwen van vele goedkope woningen voor de arbeiders en de landbouwers, verklaren de buitengewone ontwikkeling van de cementindustrie.
Ook de landbouwproblemen werden door de regionale regering ter studie genomen. De kustvlakten en de streek van de Etna zijn buitengewoon vruchtbaar. Een groot deel van de bebouwde oppervlakte wordt ingenomen door graangewassen; maar ook zuidervruchten zijn een belangrijke bron van inkomsten. Verder is Sicilië bekend om zijn wijnsoorten en de likeurwijnen van Marsala. Vermeldenswaard is ook de grote intensivering die de landbouw de laatste jaren onderging door mechanisering en irrigatiewerken, maar vooral dank zij de grote agrarische hervorming die vanaf 1950 een einde tracht te maken aan het onheil der grote ‘latifundia’. Dit waren uitgestrekte domeinen, meestal onbebouwd, die sedert de Romeinse overheersing toebehoorden aan enkele zeer rijke grondbezitters.
Het is algemeen bekend dat Italië een der meest bezochte landen van Europa is, maar betrekkelijk gering is het aantal toeristen dat zijn reis tot in Sicilië voortzet. Nochtans moeten we hier aanstippen dat zowel de nationale als de regionale overheden grote inspanningen doen om er het toerisme te bevorderen.
De belangrijkste aantrekkelijkheid van het eiland moet gezocht worden in de zo afwisselende en kleurige natuurlijke schoonheid. De panorama's zijn er een synthese van de verscheidenheid der bergstreken, de uitgestrektheid der zee, de bijzondere vruchtbaarheid der valleien en de kleurenrijkdom der Italiaanse steden. De majestatische Etna is de grootste vulkaan van Europa die nog in werking is en lokt niet alleen de toeristen aan, maar ook de geleerden. Sicilië, dat de schoonheid, het uitdrukkingsvermogen en de bekoorlijkheid van het Italiaans schiereiland samenvat heeft bovendien nog het voordeel overblijfselen te bezitten van de vroegere beschavingen die hier een tijdelijke bloei kenden. Men treft er zowel Arabische als Afrikaanse en Europese kultuurresten aan. De talrijke en belangrijke archeologische ontdekkingen geven ons een beeld van de omvang van de vroegere bouwkunst en van het genie uit het verleden. De Griekse vestingen en tempels uit de zesde en vijfde eeuw voor J.C. te Agrigento, te Selinunte en elders, de theaters van Taormina, Siracusa en van Segeste zijn bewaard gebleven en getuigen van een heerlijke bloei. In Sicilië is het kultuurleven steeds zeer aktief geweest, zowel op het gebied der filosofie als van de dichtkunst, de letterkunde en wetenschappen. Vermelden we de tijd van Archimedes en Teokritos tot die van Pirandello en, dichter bij ons, Salvatore Quasimodo en Tomaso di Lampedusa, die met zoveel poëzie de tijd van Garibaldi beschreef.
Het uitbaten van de natuurlijke rijkdommen (zowel agrarisch en mineraal als toeristisch gezien) en het scheppen van nieuwe werkgelegenheden droegen bij tot de stijging van het inkomen der arbeiders. Toch bestaan er nog verwaarloosde gebieden en het aantal werklozen is nog groot. Vergissingen die gedurende vele eeuwen begaan werden kunnen niet in enkele jaren hersteld worden.
Nochtans schijnt het ons toe dat door intensieve samenwerking van de lokale en de centrale regering, door het doelmatig aanwenden van kapitalen en door te beletten dat enkele families zich op ongeoorloofde wijze blijven verrijken, Sicilië binnen enkele decennia één van de voorspoedigste streken van Italië zal zijn.
Pierre E. Vaernewyck, Lic. H.C.W.