Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 16 (1967)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 16
Afbeelding van Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 16Toon afbeelding van titelpagina van Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 16

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (27.69 MB)

Scans (399.98 MB)

ebook (30.96 MB)

XML (1.86 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek
non-fictie/kunstgeschiedenis
non-fictie/muziek-ballet-toneel-film-tv


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 16

(1967)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 55]
[p. 55]

[poëtisch bericht]

poëtisch bericht

Hic et nunc, een strandwandeling
 
voor André Demedts
 
 
 
Naarmate men verder en verder gaat
 
het leven in: hoe lijkt alles kleiner.
 
Wat men voor zich heeft, wat men achterlaat -
 
de huizen, de namen, de daden - de einder
 
vervaagt het tot stippen, het spreken niet waard
 
 
 
waar men, bevrijd van zijn goed van zijn kwaad
 
van vriend en vijand verlost, daar staat...
 
 
 
Maar het zand onder mij dat mijn voetstap draagt,
 
maar het water naast mij dat ik kan horen,
 
maar de lucht die mij voedt, mijn zeester die vraagt
 
haar schoonheid te prijzen, en god daarboven
 
die mij - met verleden en toekomst bezwaard -
 
 
 
genadig laat zijn: luid wil ik ze loven
 
hic et nunc, met dit woord dat mij maakt.
 
 
 
roger verkarre
Laat me los...
 
Geef haar op, zo huilden de winden
 
en de duisternissen tegen mijn raam,
 
maar de vogels die haar 't meest beminden
 
riepen voortdurend haar liefste naam.
 
 
 
Geef haar op, zo eiste het leven
 
dat om mij joelde in de luide stad,
 
maar hoge bomen in verlichte dreven
 
fluisterden stil, dat ik dàt recht niet had.
 
 
 
Als gij haar loslaat - al heeft zij u verlaten -
 
dan kan zij verdwalen tot in de hel,
 
want uit de verte voelt zij uw haten
 
of uwe liefde, en dat alléén is hier van tel.
 
 
 
Laat haar los, zo blaften de honden
 
en zij sprongen in Gods naam naar mijn keel;
 
hun tanden beten wat zij bijten konden;
 
zij likten van mijn bloed hun weelderig deel.
 
 
 
Laat me los, zo vroegen haar eigen handen,
 
maar haar ogen spraken een dieper taal:
 
‘Een hart kan maar éénmaal zich branden
 
en als het zich geeft, dan is dat totaal’.
 
 
 
Er is geen terugweg en geen keren
 
voor wie verdwaalde in een betoverd bos;
 
er is geen losprijs, zó moeten we leren.
 
‘Maar laat me nu los, asjeblieft, laat me los!’
 
 
 
albert de longie
De wereld eet
 
Wijl 't water van de wel
 
met drek de grond gaat voeden
 
De voedster geeft het kind
 
En 't lam zoekt d'uier
 
De kraai bevliegt het kreng
 
De worm knaagt aan 't geweten
 
De wereld vreet!
 
 
 
gilbert dewilde
De berk
 
Berkenbos
 
zilverglanzend kleed.
 
Een stukje wereld dat ik zoeken bleef
 
de koelheid onder varens en brem
 
een oude berk
 
mijn trouwste vriend.
 
 
 
Ik ruik in de wolken
 
adem van beloken tijd
 
mij toefluisterend als een zachte wind
 
uit een andere hoek
 
van mijn bestaan.
 
Als kind stoeide ik langs witte dreven
 
van dit vergeten paradijs.
 
 
 
Ik kijk nog éénmaal om.
 
bos - dreven - dromen
 
zeilen weg aan de matte horizon
 
Mij blijven slechts de berk
 
en mijn eenzaamheid.
 
 
 
f. van de velde
Iente
 
Als een broos en schuchter meisje
 
strooit gij bloemen in het gras
 
om mij gauw te doen vergeten
 
dat het gisteren winter was.
 
 
 
Verf het kale hoofd der bomen
 
met uw glimlach in het groen,
 
gooi mijn tuin vol madeliefjes
 
want hij heeft het hard vandoen.
 
 
 
Rol de parelmoeren hoepel
 
van uw blijheid over 't land,
 
zet met rode en paarse lampjes
 
tulp en anemoon in brand.
 
 
 
Als een zotgemutste krekel
 
die viool speelt bij mijn raam
 
geef aan al de lieve vogels
 
weer een versgeblonken naam.
 
 
 
Kom de nieuwe babies zoenen,
 
leg wat goud op elke ruit,
 
als gij, lente, weer gaat zingen
 
haalt de specht zijn slagwerk uit.
 
 
 
Reik wat zon aan al de moeders
 
die verrukt uit wandlen gaan
 
met twee sterren in haar ogen
 
achter kinderkoetsjes aan.
 
 
 
Vul de kamer van de zieken
 
met uw opgewekt gezicht,
 
warm het hart der troostelozen,
 
stop hun dromen vol met licht.
 
 
 
Lente, blijf mijn ziel bewonen,
 
gloei mijn zorg tot vreugde wit,
 
maak mij zalig als een jongen
 
die naast Paus Johannes zit.
 
 
 
mikaël de man

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • R.V. Torhout

  • Albert de Longie

  • Bert Dewilde

  • F. van de Velde

  • MikaĆ«l de Man