Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 17 (1968)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 17
Afbeelding van Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 17Toon afbeelding van titelpagina van Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 17

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek
non-fictie/kunstgeschiedenis
non-fictie/muziek-ballet-toneel-film-tv


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 17

(1968)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

vrije tribune

Vlaamse kunstenaar in het buitenland (1)

Bedenkend de aandacht, die U steeds aan mijn werk hebt besteed, is het in een geest van erkentelijkheid, dat ik U allen voor 1968 mijn beste wensen aanbied. Moge 1968 de vervulling zien van uw wensen. Moge in 1968 ‘Vlaanderen’ zijn weg vervolgen in de geest, waarin het nu werkt. Hier in Bujumbura zijn er Vlamingen, die met belangstelling het tijdschrift lezen. Vóór ik zelf het nummer, waarin U onlangs een bespreking aan mijn derde bundel wijdde, ontving, berichtte een lid van de Belgische Ambassade reeds, dat men van de inhoud van het bewuste nummer had kennis genomen. Ik heb persoonlijk zeer weinig contact met collega's-schrijvers en het doet goed te weten dat ‘Vlaanderen’ iets doet om een zo noodzakelijk contact te verzekeren. Ik meld U nog dat de Minister van Nationale Opvoeding en Cultuur mij onlangs heeft benoemd tot Inspecteur psychopedagogiek van het Normaalonderwijs in Burundi. Ik oefen thans deze functie uit. Anderzijds benoemde men mij aan de officiële Universiteit van Lubumbashi in Kongo tot Professor in de Psychologie. Ik oefen deze functie vooralsnog niet uit. Ik heb besloten onder de aanstaande grote vakantie met U persoonlijk contact te komen opnemen.

P.S. In augustus a.s. verschijnt mijn bundel gedichten ‘Boeing 727’.

Joris Vanhaelewyn, Bujumbura

En daarmee staan we, nog vóór dit nummer, gewijd aan ‘Vlaamse kunstenaars in het buitenland’, van de pers komt, in de kou... De naam Joris Vanhaelewyn hebben wij op geen enkele lijst ontdekt en terwijl wij deze regels schrijven, is het grootste gedeelte van deze aflevering reeds afgedrukt... Jammer, maar er is nu eenmaal niets aan te veranderen.

In elk geval hopen wij van harte dat dhr. Vanhaelewyn een schitterende loopbaan moge tegemoet gaan in het buitenland én dat hij daar ook artistiek actief zou mogen blijven. Wij kijken met belangstelling uit naar zijn ‘Boeing 727’ en zullen tijdens zijn vakantie zeer graag met hem nader contact opnemen.

Kunstkalender

Ik wens u en uw korps proficiat met het prachtig tijdschrift ‘Vlaanderen’.

Aangezien U het Vlaamse volk reeds zeer veel biedt met ‘Vlaanderen’, dacht ik dat u misschien ook zoudt kunnen voldoen aan een andere grote nood, namelijk het uitgeven van een mooie Vlaamse kunstkalender met reprodukties van bekende en minder bekende schilderwerken.

Ik denk dat het zeker een succes wordt, indien u in de mogelijkheid zoudt verkeren zoiets te verwezenlijken. Ieder jaar kunt u een ander thema nemen, b.v. de Eerste

[pagina 66]
[p. 66]

Latemse School, de Tweede, Vlamingen van nu, enzovoort. Wij zijn zo rijk aan schilderkunst, die veel te weinig nog bij ons in huis komt.

Ik heb er absoluut geen idee van of mijn voorstel mogelijk of te verwezenlijken is, maar ik hoop dat het in overweging zal worden genomen.

Eddie Verbeke, Tielt

Tevreden lezer (11)

Trouwe lezer sedert nr. 1 van ‘West-Vlaanderen’, doe ik mijn best hier de Vlaamse Kunst in al haar aspecten te doen kennen en waarderen. Uw blad is mij daartoe een grote hulp.

fr. Jozef Bossaert, Nijmegen

Verkeerd woord (2)

Oprechte gelukwensen voor de prachtige uitgave ‘Vlaanderen’. Ieder nummer is een juweeltje van goede smaak, vorm en inhoud.

Het onderwerp ‘Publiciteit’ inspireerde mij, als (gewezen) vakman tot enkele beschouwingen. In zijn geheel een buitengewone prestatie en een duidelijk overzicht van grafische mogelijkheden voor het reclamebedrijf.

Ik kan evenwel geen vrede nemen met twee aspecten en vooral de verkeerde indruk, opgewekt bij hen, die met het reclamewezen niet vertrouwd zijn.

In het Nederlands is het woord Publiciteit niet gebruikelijk behalve in de volkstaal en in enkele verouderde (Belgische) uitdrukkingen. Het is een slaafse vertaling van ‘Publicité’, een woord dat in het Frans burgerrecht heeft.

Wij zeggen en schrijven ‘Reclame’, wat ten slotte beter dan ‘Publicité’ de bedoelde stof symboliseert. Wanneer wij beide woorden etymologisch beschouwen, vinden we Re - Clame; Re = herhaling en Clame = uitroepen; dus herhaaldelijk vermelden.

De stam van Publicité of Publiciteit is evenwel PUBLI of uitgeven - boeken-drukwerkpers, enz.

Dit onderscheid komt trouwens duidelijk tot uiting in de Franse taal in de namen Publiciste en Publicitaire. De eerste is een schrijver, journalist of auteur - de tweede een reclamevakman.

De oningewijde in de zakenwereld zal geneigd zijn te geloven dat Publiciteit en grafisch werk één zijn of m.a.w. Publiciteit is grafisch werk!

Deze stelregel komt inderdaad voor in het lesprogramma van het St.-Lucas Instituut te Gent. Een visie, die ik vaak met Br. Juliaan, onderdirecteur, besprak om op de foutieve interpretatie de aandacht te vestigen.

In de Franse terminologie zal geen mens eraan denken Publicité en grafisch werk op één lijn te stellen, maar spreekt men eenvoudig van ‘dessins publicitaires’. Grafisch werk is slechts een onderdeel (zeer belangrijk) van la Science Publicitaire - wat wij in het Nederlands de Reclame Wetenschap noemen.

In mijn lessen, voordrachten en geschriften heb ik steeds een duidelijk onderscheid gemaakt tussen het geheel en een of meerdere onderdelen - zelfs wanneer het onderdeel een voorname schakel is en praktisch onmisbaar om gunstige resultaten te bereiken.

Bij de doorsnee zakenman uit de Middengroepen is publiciteit doorgaans synoniem voor advertenties - waar de tekst de schakel is tussen woord en beeld. Teksten opstellen behoort niet tot het domein van de grafieker.

De Reclame wetenschap omvat talrijke facetten en Nic Van Bruggen heeft dit zeer juist belicht. Het is een felicitatie waard. Ik ben het volkomen met hem eens. Als onafhankelijk efficiency-expert of adviseur voor verkoopreclame en organisatieproblemen, werd ik vaak door Brusselse (Franstalige) collega's beklaagd en betreurd omdat ik mijn werkterrein tot het Vlaamse landsgedeelte beperkte. Men begreep de noodzakelijkheid niet de Vlaamse Zakenmensen een beter inzicht over reclame te geven. Fortuinen heb ik er zeker niet mee verdiend - maar de morele voldoening stelde ik hoger dan grote winsten. Dat Reclame méér is dan grafisch werk, volstaat met U te verwijzen naar het lesrooster van de Ecole de la Publicité te Brussel en het examen voor het toekennen van de titel van Laureaat van de Arbeid. De verscheidenheid der reclame-media is onbegrensd en als zelfstandig adviseur (Conseil en Publicité) kon ik een zaak onpartijdig beoordelen en adviseren. Ik werd vergoed met ereloon (zoals een geneesheer) en niet met percenten van derden.

Fons Margot, destijds hoofdredacteur van het Middenstandsblad NCMV, heeft dit eens zeer typisch belicht. Ik zelf was toen stichter en rubriekleider van Reclame en Efficiency in het blad.

Accoord dat het CVKV slechts onvolledig vertrouwd is met de loopbaan van haar leden. In dit verband betreur ik dat niet werd ingegaan noch geantwoord op mijn vraag en suggestie om aan de leden een korte biografie te vragen.

Met sympatieke groeten.

G. Haelman, Gent

 

NB. Wist U dat Reclame - Propaganda en Apostolaat, volgens een bepaalde visie, synoniem zijn?

 

Wij danken de Heer Haelman voor zijn uitstekende uiteenzetting en kunnen slechts verwijzen naar ons eerste rubriekje ‘Verkeerd woord’ (‘Vrije Tribune’, Vlaanderen nr. 95, pag. 376).

Wat de laatste paragraaf van zijn brief betreft, kunnnen wij zeggen, dat ons Verbondssecretariaat zich de handen van het lijf heeft gewerkt (en nog steeds!) om van elk lid een dossier aan te leggen. Indien, spijt alle pogingen vanwege het Verbond, een aantal leden niet ingaat op onze vraag tot het inzenden van een biografie, dan kunnen wij inderdaad niet anders dan onvolledig vertrouwd zijn met de loopbaan van àl onze leden...

Lans breken voor jongeren

Graag zou ik tijdig willen inlichtingen bekomen aangaande wedstrijden, waaraan ik kan meedingen als tekenaar-publicitair ontwerper. Er is zo bitter weinig, waarin wij, jongeren - die dan toch zoveel jaren Hoger Instituut St.-Lucas achter de rug hebben - een toekomst kunnen zien, althans wat ons beroep betreft. Vaak komen wij tot de conclusie, dat alles bezet is en dat er maar één richting meer overblijft: deze der wedstrijden, waaraan wij dan kunnen meedoen en onze talenten kunnen laten gelden. Ik juich toe, dat het tijdschrift ‘Vlaanderen’ tenminste toch een poging doet om de zaken wat in andere banen te leiden.

Ik ben geen pessimist, maar weet toch al een weinig mee te spreken over de ‘praktijken’ in ons beroep: drie jaar tekenaarpublicitair ontwerper (mooie titel!) maar... drie jaar uitbuiterij, geen respect voor je tekeningen, die evenwel achter je rug om verkocht worden - dat was zowat het motto van de patroon.

Wat de wedstrijden betreft, ligt het niet in mijn bedoeling de laureaten een verwijt toe te sturen, maar vindt u het normaal dat in een jury van een prijskamp, waaraan zij deelnemen, hun leraar zetelt? Waarom geen volstrekt neutrale jury? En indien het reglement bepaalt, dat de werken niet ondertekend mogen zijn, waarom ziet men dan ondertekende hangen op de tentoonstelling, die erop volgt? Ik wil geen kwaadspreken, maar meen dat dergelijke feiten toch eens mogen vermeld. Ik overschat mijn eigen werk niet: indien het niet goed is, dan mag men het afbreken, maar in het tegenovergestelde geval vraag ik erkenning en respect voor wat ik presteer... en daar moet nog vér naar gezocht worden. Daarom: bravo voor het tijdschrift ‘Vlaanderen’, dat het anders wil zien. Veel jonge kunstenaars zijn er dankbaar voor. Moge het in die zin nog meer doorgezet worden, want in ons land zijn er veel jongeren, die het kunnen, maar daartegenover neemt men doorgaans een totaal negatieve houding aan.

 

Paul Vanmalderen, Zele.

[pagina 67]
[p. 67]

Tevreden lezer (12)

... Ook nr. 96 is weer een prachtnummer geworden. Proficiat!

Dries Janssen, Hasselt

Tevreden lezer (13)

Mag ik van deze gelegenheid gebruik maken om U en uw medewerkers in de komende jaren succes toe te wensen; in het bijzonder mijn felicitaties met het laatste nummer van deze jaargang.

Jo Stockman, Gent

Vlaamse Kunstenaar in het Buitenland (2)

En werkelijk ter elfder ure kwam nog een brief binnen, die in feite voor het corpus van dit nummer bestemd was:

In Amsterdam geboren uit een Hollandse moeder en een Belgische vader, ben ik dus een Belgo-Nederlander. In Amsterdam heb ik ook mijn artistieke opleiding gekregen, nl. in de muziek (piano, accordeon en klarinet). In piano heb ik mij vervolmaakt en ben nu leraar in dit muzikale vak. Thans studeer ik compositieleer.

Daar ik jammer genoeg nooit in Vlaanderen ben geweest, is het mij vrijwel onmogelijk te antwoorden op uw vraag inzake de ontplooiingsmogelijkheden. Van de Vlaamse cultuur weet ik ook weinig af (gaarne zou ik hierover meer te weten willen komen).

De ontplooiingsmogelijkheden voor de kunstenaar in Nederland zijn niet al te best. Dit ligt hoofdzakelijk aan de bevolking, die voor kunst weinig begrip heeft. Men is gelukkig hard bezig dit te veranderen, via het onderwijs, maar dit zal dan nog wel generaties duren. Ook door de overheid wordt veel gedaan door middel van subsidies aan o.a. muziekscholen, orkesten, toneelgroepen en vele andere kunstinstellingen. Maar dit alles heeft zijn tijd nodig. Voorlopig heeft men het hier, als kunstenaar, zeer moeilijk.

 

C.A. Buysen (o Amsterdam, 10.2.26), Ruysdaelstraat, 25-III, Amsterdam-Zuid (Nederland).

Flandern-Dienst (speciaal nummer voor Vlaanderen en Nederland)

Twee gebeurtenissen van de laatste tijd hebben de Sektie Literatuur van het Gesellschaft zur Förderung der Flämischen Kultur gedwongen er voor te zorgen dat nu ook in Vlaanderen en Nederland een opheldering gebracht over twee feiten die van belang zijn voor de verspreiding van de Vlaamse literatuur in Duitsland.

1. De sektie literatuur van ons Gesellschaft heeft kennis genomen van het besluit van de 7de vergadering van de Duits-Belgische kulturele kommissie op 17-18 april in Hamburg gehouden. Zij neemt kennis van het feit dat Belgische officiële instanties bereid zijn 1000 ex. aan te kopen en de vertaalkosten op zich te nemen bij uitgave van literaire werken in het Duits.

Tegenover deze officiële mededeling staat echter het feit dat een Hamburgs uitgever sedert twee jaar tevergeefs poogt vanwege het Belgisch ministerie voor kultuur de verzekering te krijgen alleen van een aankoop van enkel 500 ex., voor een reeks werken van bekende Vlaamse auteurs die nog ontbreken in het opbouwen van een volledig beeld van de Vlaamse literatuur in Duitsland.

2. De sektie verneemt verder met verbijstering dat het Archief en Museum voor het Vlaamse Kultuurleven te Antwerpen aktief ingegrepen heeft in de Ontwikkeling van kultuurpolitieke stellingen door een zogenoemde ‘Klarstellung’ - waarvan het AMVC thans bij monde van zijn conservator het initiatief opeist - aan verschillende Duitse instanties te sturen.

Hierdoor kan het AMVC zeker niet meer dié objectieve instelling zijn die het als Museum en Archief noodzakelijkerwijs zou moeten zijn. Dit wordt temeer bewezen door het feit dat voor deze ‘Klarstellung’ gebruik gemaakt werd van persoonlijke en vertrouwelijke briefwisseling.

Flandern-Dienst

Gesellschaft zur Förderung der Flämischen Kultur.

Tevreden lezer (14)

Ik ontving zopas het nr. 96 van Uw tijdschrift ‘Vlaanderen’ en vond ook hedenavond tijd om de inhoud rustig te lezen. 't Werd voor mij werkelijk een grote veropenbaring en ik houd ervan de samenstellers en de redacteurs hartelijk te feliciteren.

Naast ontgoochelingen, die iedereen te beurt vallen die werkt op Vlaamse ‘akkers’ en langs ‘Vlaanderens wegen’, is de lectuur van zulk tijdschrift opbeurend en hartverkwikkend.

U moogt in mijn naam enkele mijner trouwe vrienden aanschrijven en aanzetten tot het lidmaatschap van het C.V.K.-Verbond.

't Heeft wis en zeker een gunstig resultaat. Hier dan de adressen...

Willem de Meyer, Borgerhout

 

Langs deze weg willen wij een oproep doen tot al diegenen, die in het bezit zijn van adressen van Vlaamse kunstenaars, die in het buitenland gevestigd zijn en die niet in dit nummer vermeld werden. De documentatie, die wij de voorbije maanden aanlegden, is al té belangrijk om ze niet bij te houden en te vervolledigen. Alle adressen worden in dank aanvaard op ons Redactiesecretariaat, Pontonstraat, 12, Oostende, tel. 059/771.81.

En niets belet dat ‘Vlaanderen’ ook buiten de grenzen zou uitgroeien, onze cultuur en onze kunstenaars ten bate.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken