Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 22 (1973)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 22
Afbeelding van Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 22Toon afbeelding van titelpagina van Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 22

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek
non-fictie/kunstgeschiedenis
non-fictie/muziek-ballet-toneel-film-tv


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 22

(1973)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Discotheek

Robert Schumann: 4 Symphonien, Ouverture, Scherzo und Finale E-Dur op. 52. Berliner Philharmoniker, Herbert von Karajan. D.G.G. 2720 046 (3 LP). Prijs: 975 fr. (na 1-2-74: 1.275 fr). Als tweede nieuwe opname in de editie ‘Die Welt der Symphonie’ verschijnt deze integrale van de Schumann-symfonieën. Nu is Robert Schumann, samen met Gustav Mahler, een van die komponisten, die in de eigen tijd en omgeving bitter weinig sukses kenden. Mahler herleefde dank zij Bruno Walters inspanningen, nagevolgd door Bernstein, Kubelik, Solti en Haitink. Schumann heeft het misschien iets moeilijker gehad, omdat er geen enkele dirigent was, die hem a.h.w. verdedigde. Slechts Kubelik heeft Schumann op een verhoog kunnen plaatsen, en nu wagen verschillende kunstenaars zich aan diens werk. Gelukkig heeft Herbert von Karajan, wie het romantisme en de laatromantiek bijzonder liggen, deze integrale opgenomen. Voor sommigen blijft Kubelik nog altijd dé uitvoerder. Persoonlijk vind ik Karajan eerlijker, omdat hij weet én de lyriek van Schumann te bewaren, én de overdreven, bijna pathetische zoeterigheid weet weg te werken. Daarenboven heeft hij in zijn handen het door hem dusdanig gedrilde orkest van de Berliner Philharmoniker, dat meer een instrument is in zijn handen dan welk ander orkest ter wereld ook. Ook hier weer valt een historische benadering zeer duidelijk waar te nemen, reeds door de opeenvolging van de werken in de kassette, nl. symfonieën nrs 1, 4, 2, ouverture, symfonie 3. Met brede bogen, prachtige ritmiek, kleurt Herbert von Karajan Schumanns zo vaak onderschatte werk. Zijn opbouwen, detailwerkingen, koloriet ondersteunen op de meest perfekte manier het epische karakter van de symfonieën. Zo wordt in de d-moll-symfonie (nr. 4) de cyclische struktuur schitterend weergegeven, treft in de Es-dur-symfonie (nr. 3 ‘Rheinische’) de mystiek en epiek die Bruckner en Mahler eigen zijn, tussen de hoekdelen. De minder aangedurfde Cdur-symfonie (nr. 2) krijgt ook hier bij Karajan de volle waarde van een keerpunt in Schumanns werk, nl. het streven naar de symfonie in nieuwe vorm.

B.L.

 

Ludwig van Beethoven: 9 symphonien, Ouverturen zu Coriolan, Egmont, Die Geschöpfe des Prometheus. Gwyneth Jones, Tatiana Troyanos, Jess Thomas, Karl Ridderbusch, Konzertvereinigung Wiener Staatsopernchor, Wiener Philharmoniker, Karl Böhnm. D.G.G. 2720 045 (9 LP). Prijs: 2.250 fr. (na 1-2-74: 3.825 fr.). Na de tienjarige overheersing van de Karajanversie (ook D.G.G.) doet het goed toch weer eens een even hoogstaande versie te horen. Deze integrale valt binnen het kader van de editie ‘Die Welt der Symphonie’, die D.G.G. uitbrengt voor haar 75-jarig jubileum. Deze editie heeft een voordeel op de voorbije Beethoven-Edition, nl. alle kassettes zijn los verkrijgbaar, en de speciale prijs blijft behouden, tot de editie compleet is, m.a.w. tot eind 1973. Dit jaar verschijnen de eerste 4 kassettes, waarvan 2 nieuwe opnamen, nl. de hogervermelde Beethoven-symfonieën, en de Schumann-symfonieën. Verder twee hernemingen: de integrale van de 46 Mozart-symfonieën (Böhm) en de 9 Bruckner-symfonieën. 1973 brengt rond Pasen dan: de Brahms-symfonieën (Abbado), de Schubert-symfonieën (Böhm) en de herneming van de Mahler-symfonieën (Kubelik). In de herfst van 1973 wordt deze editie dan afgesloten met 5 nieuwe kassettes, nl. Haydns 12 Londense symfonieën (Jochum), Dvorak-symfonieën (Kubelik), Mendelssohn-Bartholdy (Sawallisch), Sibelius (Karajan en Kamu) en Tschaikowsky (uitvoerenden nog onbekend, doch waarschijnlijk Abbado en Karajan). Bij deze editie is een boekwerk voorzien, dat eveneens los kan besteld worden, doch speciaal moet worden aangevraagd, nl. ‘Die Welt der Symphonie’ (850 fr.). Het is m.i. een zeer gelukkige, absoluut voldoeninggevende opname, het resultaat van een prachtige traditie. Inderdaad, Wenen is de basis van de Beethoven-interpretatie, en de Wiener Philharmoniker (in 1842 door Otto Nicolai gesticht) hebben die traditie, gesteund op loutere muzikaliteit in zich. Laat men hen dan met een dirigent als Karl Böhm, ‘hun’ dirigent (‘Böhm und seine Wiener’ is bijna spreekwoordelijk geworden) uitvoeren, en het resultaat is een schitterende realisatie. Alles komt rechtstreeks uit de partituur bij Böhm, rechtstreeks uit de overgeleverde tekst. Op een schitterende manier laat Böhm de verwantschap met Mozart stralen uit de 1ste en 2de symfonie, om dan vanaf de 3de (Eroica) het werkelijke, kernachtige en wezenlijke Beethoven-idioom voluit te ontplooien. Ook ligt de Beethoven-interpretatie van Böhm zeer historisch vast. Tot mijn verbazing constateer ik bv. dat de 1ste beweging van de 7de zeer sterk aanleunt bij de gehele atmosfeer van de 6de (Pastorale), doch dat is niet zo verwonderlijk als men weet, dat de composities elkaar hebben gekruist. De grootste verrassing is wel de 9de symfonie, en dan vooral het slotkoor. Hier wendt Böhm enorm krachtige en grote solistenstemmen aan. Het koor is buitengewoon sterk, schitterend geleid door Norbert Balatsch, en daartegenover stelt Böhm dan een bas (Karl

[pagina 64]
[p. 64]

Ridderbusch) om de ‘Ode’ in te zetten. Teneinde een evenwicht te bewaren moest hij dan ook wel de andere solistenpartijen zeer krachtig bezetten: sopraan (Gwyneth Jones), mezzo (Tatiana Troyanos) en tenor (Jess Thomas). Een voor een zijn deze soli subliem. Ridderbusch fraseert buitengewoon soepel, prachtig rond met zijn ‘hoher Bass’. Jess Thomas, van wie men nooit zeker is wat hij zal geven, zingt zijn partij schitterend, m.i. zeer traditiegetrouw, wat overigens alle vokalisten doen. Gwyneth Jones straalt prachtig boven de ensembles uit met een zeldzame zuiverheid. Enkel Tatiana Troyanos lijkt iets minder sterk te klinken. Niettemin is de 9de een parel van een uitvoering, buiten het normale verwachte, historischer gefundeerd. De hele kassette is trouwens een schitterende verwezenlijking, die weer eens getuigt van het extra-hoge niveau van de uitvoerders, die hier in hoofdzaak zijn: ‘Karl Böhm und seine Wiener’.

B.L.

 

Richard Wagner: Der Fliegende Holländer. Karl Ridderbusch, Gwyneth Jones, Hermin Esser, Sieglinde Wagner, Harald Ek, Thomas Stewart, Chor und Orchester der Bayreuther Festspiele 1971. D.G.G. 2720 052 (3 LP). Prijs: 975 fr. (na 1-2-73: 1.275 fr.).

Bij D.G.G. is dit de 3de live-opname uit Bayreuth, na ‘Tristan und Isolde’ (1966) en ‘Parsifal’ (1970), en het is een prachtige opname geworden. Voor het eerst voelt men van bij de aanvang de waarde van de partituur, voelt men de atmosfeer van het werk. En dat is het resultaat zowel van Bayreuth als van Böhm. Voor mij is Karl Böhm de enige dirigent die deze partituur leven weet in te blazen. Ook zorgen de schitterende koren (voor de laatste maal geleid door Pitz) voor een onvergetelijke atmosfeer. Zij zingen niet alleen, zij akteren en laten hun aanwezigheid gelden. Doch de solisten dragen niet minder bij tot het uiteindelijke unieke resultaat. Harald Ek (Steuermann) is een van de zuiverste, jongste stemmen, die ooit deze partij zongen, en zijn vertolking is - zoals die van de overige solisten - zo geloofwaardig vertolkt, dat hij ze voor de luisteraar weet te reveleren. Zijn ‘Mit Gewitter und Sturm’ is schitterend. Karl Ridderbusch (Daland) is op zijn beurt eveneens een meest schitterende revelatie. Zijn dialoog met de Holländer laat een prachtige, op geld beluste ‘liefhebbende vader’ doorklinken, en zijn ‘Mögst du, mein Kind’ getuigt van een ongeduld om toch maar een beslissing af te dwingen opdat hij de schatten niet zou moeten verliezen. Dé vertolking echter komt van de sleutelfiguur: Thomas Stewart (Holländer). Hoe hij zijn stem weet te dwingen in de verschillende gemoedsstemmingen van deze getormenteerde, hoopvolle figuur, grenst aan het bovenmenselijke: gelaten en nijdig in ‘Die Frist ist um’, verrukt in ‘Wie aus der Ferne längst vergangner Zeit’. Na een schitterend ‘“Summ” und “brumm”’ en prachtige tussenkomsten van Sieglinde Wagner (Mary), laat Gwyneth Jones (Senta) zich gelden als een van de meest volmaakte Senta's ooit op de plaat vastgelegd. Zij is een van de weinige zangeressen, die live moet opnemen om tot haar recht te komen. Een prachtige ballade brengt zij naar voor, en weet elk ogenblik te overtuigen van haar figuur. Hermin Esser (Erik) is wellicht de minst zuivere stem in de opname, maar hij is nog een echte Duitse ‘Heldentenor’. Soms klinkt hij wat gutturaal, soms wat nasaal, maar hij weet ons in Erik te doen geloven. Bovendien geeft hij prachtige passages weg als in zijn droomvertelling ‘Auf hohem Felsen lag ich träumend’, schitterend bijgestaan door Gwyneth Jones, en in zijn kavatine ‘Willst jenes Tags du nicht mehr dich entsinnen’.

Deze opname is schitterend.

B.L.

 

DANK U OM UW WAARDERING!

 

Maar het hangt van U af of ons tijdschrift het mooiste en meest verspreide artistiek en literair blad van Vlaanderen blijft.

 

STORT DUS 1.000 FR. EN WORD ERELID OF STORT 500 FR. VOOR EEN STEUNABONNEMENT

 

En vergeet het niet: U betaalt slechts 250 fr. voor een nieuwe abonné. En U krijgt bovendien een mooie zeefdruk groot formaat. Gironummer 9576, Bank van Roeselare.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken