38
Jan Hoogsteyns
Prijs van Aarschot
Zonder overdrijving mag men stellen dat Jan Hoogsteyns reeds zeer jong - hij werd geboren in 1935 - een eigen stijl heeft verworven. Zowel door de behandeling van zijn koloriet als door de compositie van zijn werken drukt Hoogsteyns een gans persoonlijke stempel op zijn kunst. De oppervlakkige toeschouwer zal in zijn doeken zelfs ternauwernood nog een kleurenpalet ontdekken. Een overheersende toon van grijs hult het ganse werk in een soort nevel waarachter men nochtans een ongeëvenaarde rijkdom van variaties in grijze tonaliteit kan vinden. Elke stip in een andere kleur, hoe onooglijk klein soms, komt hierdoor in volle kracht naar voor. Van de toeschouwer wordt verwacht dat hij een ernstige inspanning zal leveren om hierin door te dringen. Jan Hoogsteyns zal geen enkele stap zetten in de richting van het commerciële succes. Wie in deze kleurenopvatting van Hoogsteyns geen harmonie van tinten als hoofdbetrachting kan terugvinden behoort blijkbaar niet tot de uitverkorenen die uit zulk kunstwerk zijn transcedente waarde weten te puren en ervan te genieten.
Het is inderdaad pas in de verheffing boven het onmiddellijk waarneembare van het alledaagse dat men een kunstwerk onderscheidt van een gewoon
estetisch of oogstrelend voorwerp. Hoogsteyns bereikt dit doel hoofdzakelijk door mystieke kleurhandeling die de wereld van zijn werk verheft tot in een sfeer van contemplatie en geestelijke vervoering. Waarschijnlijk zal hij hiermee de grote massa nooit bevallig zijn. Het siert de kunstenaar dat hij hieraan niet wil toegeven. Wij weten dat hij met een sober koloriet meer kleur kan laten bewegen dan velen met de meest felle kleuren kunnen realiseren. Wat thematiek betreft is Jan Hoogsteyns eveneens beperkt tot enkele gegevens: het landschap met wat huizen en enkele bomen, de vrouw of het kind, de compositie van een summier stilleven. Meer heeft hij ook niet nodig omdat de gevoelige kleurenbehandeling het beeld van zijn werk onder een steeds veranderende vorm naar de toeschouwer overbrengt. Hij wil het zintuiglijke overstijgen omdat het zo bijkomstig is in vergelijking met wat er allemaal leeft in de fantazie of droomwereld van de mens.
Precies door deze uitgesproken en konsekwente keuze voor het echte leven dat achter de oppervlakkigheid van de dingen schuil gaat zal de kunst van Jan Hoogsteyns haar waarde blijven behouden. De kunstminnaar zal bij hem iets vinden dat de vergankelijkheid van het ons omringende doet vergeten.
J. Jans