Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 28 (1979)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 28
Afbeelding van Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 28Toon afbeelding van titelpagina van Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 28

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek
non-fictie/kunstgeschiedenis
non-fictie/muziek-ballet-toneel-film-tv


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 28

(1979)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Binnenlands actueel

Kind en kunstenaar

Onder deze titel organiseerde de VZW ‘Scheppende Handen’ een tentoonstelling, die verschillende steden in het Vlaamse land zal aandoen, en waar kindertekeningen en -grafieken geconfronteerd worden met het werk van kunstenaars. Daarover volgende toelichting.

 

In hoeverre is er een brug te slaan tussen de kindertekening en een weloverwogen kunstwerk? Waar liggen de essentiële verschillen en in welke mate kan men ze vergelijken? Kindertekeningen en kunstwerken zijn opgebouwd uit diverse tekenelementen; de basiselementen zijn punt en lijn, daaruit ontstaan vlak, beweging, ritme, enz.

Het kind tekent wat het beleeft en hanteert deze tekenelementen op een spontane manier. De kunstenaar maakt een studie van vormen, structuren, composities, kleuren, materialen, etc. om zijn visie op een persoonlijke manier uit te drukken.

Wanneer we de kleuter potlood en papier aanbieden, probeert hij de mogelijkheden van deze eenvoudige materialen uit en begint te krabbelen. Pas als het kind tot de ontdekking komt dat zijn krabbels ook iets kunnen voorstellen, kan men van een tekening spreken. Dan pas gaat het bewust iets uitbeelden.

Kindertekeningen zijn eerder rationalistisch d.w.z. het kind tekent niet uit instinct maar put vormen uit wat het gezien heeft en door het geziene weet. Wat in een kindertekening duister kan schijnen, zal achteraf door het kind in een voor hem vanzelfsprekende logica worden verklaard.

Het verschil tussen de creativiteit van het kind en die van de kunstenaar ligt in het feit dat het kind creativiteit in zijn bezit heeft, terwijl de kunstenaar deze creativiteit bovendien beheerst. De creativiteit van de kunstenaar is het samengaan van de vier basiselementen welke in de plastische realisatie zichtbaar worden: het thema. de vormgeving (die resulteert in de stijl), de techniek en de visie of de inhoudswaarde. Spontaneïteit, gevoel en verbeelding, idee en verstand kunnen daarbij niet worden uitgesloten. Deze maken uiteindelijk de intrinsieke waarde uit van het kunstwerk. De essentie van de kunstenaar is ‘zijn’ en ‘kunnen’, het zijn is gegeven, het kunnen wordt moeizaam verworven.

In kindertekeningen en kunstwerken zijn een paar puur visuele vergelijkingen mogelijk die zowel in de tentoonstelling als in de diamontage aangetoond worden.

Vele kunstenaars erkennen de intrinsieke waarde van kindertekeningen. Paul Klee schrijft er zelf over: ‘hoe onhandiger hun tekeningen, hoe rijker de voorbeelden zijn waar we kunnen van leren.’ Denken we ook aan de Cobragroep met namen als Karel Appel, Corneille, Lucebert, Alechinsky e.a. die zich uiteindelijk ook baseerden op de kindertekening.

Vooral de spontaneïteit, de expressiviteit in vorm en kleur van de kindertekening boeit de moderne kunstenaar. Zo zal ook wellicht de bezoeker - klein of groot - geboeid kunnen genieten van deze tentoonstelling.

In de tentoonstelling is werk opgenomen van: Pierre Alechinsky, Karel Appel, Georges Blom, Johan Boussauw, Pieter Celie, Luc Claus, Jan Cobbaert, Corneille, Françoise Delacroix, Rita Dely, Roland De Volder, Etienne Elias, Jef Gielen, Marie-Christine Huybrechts, Koenraad, Lucebert, Marc Mendelson, Roger Raveel, Albert Robbens, Bennie Simoens, Willem van Hecke, Annie Vanhoutte, Ludo Vastesaeger, Marijke Verlooy, José Vermeersch, Annemie Verpoucke, Godfried Vervisch en Joseph Willaert.

Boekengids en jeugdboekengids

Met het januari-nummer gaat Boekengids zijn 57e jaargang in, terwijl Jeugdboekengids aan zijn 21e jaargang toe is. Beide tijdschriften voorzien in de groeiende nood aan degelijke informatie over boeken en zijn een unieke raadgever voor bibliothecarissen, leraars, studenten en voor eenieder die zich wenst te oriënteren over nieuwe, oorspronkelijke Nederlandstalige of vertaalde romans, dichtbundels, jeugdboeken, non-fiction. Vorig jaar verschenen in Boekengids meer dan 2800 besprekingen, in Jeugdboekengids 600. Het registernummer dat de jaargang afsluit, bevat een volledige lijst auteursnaam, op titel, alsmede een trefwoordenregister.

In een Kroniek van het Vlaamse Proza wordt uitgebreid aandacht geschonken aan de produktie van nieuwe romans uit Vlaanderen, terwijl proza uit Nederland besproken wordt in een Kroniek van het Noordnederlandse Proza. In Jeugdboekengids verschijnen geregeld artikelen, die de belangrijkste Vlaamse, Nederlandse en buitenlandse jeugd- en kinderboeken kritisch behandelen. Vorige jaargangen werden o.m. speciale nummers gewijd aan het Sprookje en het Prentenboek.

Op de flap van beide tijdschriften wordt sinds verscheidene jaren een auteursnotitie gepubliceerd, dit is een kritisch-informatieve bijdrage over binnen- en buitenlandse auteurs, met een foto, bio-bibliografische gegevens, een karakterisering en een appreciëring van het oeuvre.

De afgelopen jaargang bracht Boekengids auteursportretten van Cees Buddingh', Bernard Kemp, Hans Andreus, Max Frisch, Paul Lebeau, Ursula Le Guin, Fernand Auwera, Ivan Illich, J.M.A. Biesheuvel en Maarten 't Hart. Jeugdboekengids belichtte persoon en werk van Dick Dreux, Christine Nöstlinger, Annie M.G. Schmidt, Max Velthuijs, Hans Andreus, F.R. Boschvogel, Leonie Kooiker, Henry Treece, Marylyn Sachs en Maria Gripe.

Een abonnement op Boekengids voor '79 kost 730 fr. (10 nummers plus register), Jeugdboekengids kost 240 fr. (10 nummers plus register). Fen abonnement op beide tijdschriften samen kost 950 fr. Dit bedrag kan gestort worden op postrek. 000-0024102-46 van K.C.L.B., Raapstraat 4, Antwerpen (tel.: 031/32.77.94).


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken