Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 29 (1980)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 29
Afbeelding van Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 29Toon afbeelding van titelpagina van Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 29

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek
non-fictie/kunstgeschiedenis
non-fictie/muziek-ballet-toneel-film-tv


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 29

(1980)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 47]
[p. 47]

poëtisch bericht
Samenstelling: Guido Cafmeyer, Joris Denoo en Roger Verkarre

de late avond

 
De late avond ziet er
 
gaaf uit en gezond.
 
Hij maakt niemand ziek.
 
Vol goede wil zit hij
 
aan tafel, tussen ons.
 
 
 
Van jou ontging hem niet
 
de ademtocht die fluisterde
 
noch van je voet, hoe die
 
versierde het pedaal
 
intiem.
 
 
 
(Dit duurt zo een korte eeuwigheid.)
 
 
 
Van mij vergeet hij niet
 
mijn hoop op morgen.
 
Hij vreest niet voor mijn leven.
 
 
 
De goede avond telt
 
en spelt me nog niet langzaam
 
‘amen’ en ‘uit’.
 
 
 
Aureel Chanterie

geheimnis

 
Hoe kunt Gij zo ver zijn
 
en mij zo nabij,
 
als in mij aanwezig,
 
en soms als voorbij.
 
Geen dagen, geen nachten
 
verwijderen U
 
in jaren noch tijden
 
uit het levende nu!
 
Ik hoor U steeds zingen
 
het Lied zonder woord,
 
'k Zie U door de dingen
 
en dans op Uw koord!
 
 
 
Rik Jacobs

geloven

 
Geloven is met iemand praten
 
in de nacht waar niemand staat,
 
is water lezen als het boek slechts
 
op de bladzij van de engel openligt,
 
 
 
is elke avond weer de vrede
 
van de moeders naar mijn schuilplaats
 
dragen en de zee bezoeken waar het kind
 
nog in de schelp te horen is,
 
 
 
is met de wolven dromen van het bos
 
en vaak wat aarde op het lichaam leggen
 
als de liefde groeien wil en als het kan
 
de handen van de zaaier zien achter de zon,
 
 
 
geloven is met bloemen boete doen
 
op de terrassen van het kleine vaderland,
 
van ieder beeld het mooi geheugen zichtbaar
 
maken voor wie droevig is en niet gelooft.
 
 
 
Pieter Aerts


illustratie

de dichter

 
de dichter sprak:
 
ik voel me als een huis
 
waarin de laatste lamp gedoofd werd
 
weemoedig
 
als een boom in de herfst
 
nauwelijks nog levend te noemen
 
leeg
 
 
 
ik verlang naar groen, naar gras
 
naar zee
 
naar zee-meeuw zijn
 
hoewel: de eindeloosheid van het wolkenloze blauw
 
is verveling...
 
 
 
de dichter trok een harlekijnspak aan
 
ruitjes paars verdriet en oranjegele vreugde
 
en heel veel ruitjes wit
 
 
 
de dichter liep naar buiten
 
op de kiosk speelde de fanfare ‘Alte Kamaraden’
 
voor een talrijk publiek
 
in de lucht: straaljagers.
 
 
 
Guido Wulms

vrijheid

 
over keien lopen
 
je laatste jas weggeven
 
voor één evennaaste
 
en sprinkhanen eten
 
 
 
je tanden poetsen
 
de wereld je kiezen tonen
 
 
 
de zon aanbidden zoals
 
'n koekoek met echo-stem
 
van nest tot nest steeds
 
je glimlach achterna
 
 
 
René Coomans

CVKV-leden en abonnees kunnen gedichten ter selectie sturen aan het adres: Roger Verkarre, Bruggestraat 3, 8100 Torhout. Bij elke inzending voegt U: adres, post- of bankrekening en, zo u uw ingezonden gedichten terugwilt, de nodige postzegels.

het gesprek

 
De woorden wiekten uit als afgerichte duiven,
 
op trage vleugelslag - maar rechtaf naar de til.
 
Ze werden één na één en zonder tegenwil
 
gans veilig ingenest met strelend handehuiven.
 
 
 
En woorden golfden uit: een zacht en zingend kruiven
 
van laag en traag getij - maar rechtaf naar het strand,
 
daar runen schrijvend in het maagdelijke zand:
 
geheim van overzee, dat dra weer mocht verwuiven...
 
 
 
De woorden waren lang geen ver of vreemd geheim!
 
De woorden waren jou een vaak beluisterd rijm,
 
Vertrouwd als wijn waarvan je dagelijks mocht proeven...
 
 
 
En waren er soms woorden die betoog behoeven:
 
jij kent bij éénmaal horen al het nieuwe rijm
 
dat baart en tevens bergt een vreemd en Ver Geheim.
 
 
 
S. Anderus

elegie voor mijn hond mira

 
met lichte weemoed en een beetje angst
 
bemerk ik dat de pioenen bijna even rood zijn en
 
dat het even stilletjes regent als op de dag
 
dat ik je in de tuin begraven heb.
 
er zijn zo van die dagen.
 
het was zalig dat ik je achter je oren krabde en
 
allerlei nonsens vertelde als poëzie is voornamelijk
 
een kwestie van schrijfkramp mijn vriend.
 
wij waren vrienden en daarom dacht jij dat ik
 
je zou genezen. maar er zijn ziektes waar ik
 
niet tegen op kan. er zijn er vele.
 
en ik, ik leverde je over aan een Geweer.
 
op een dag als deze.
 
er zijn zo van die dagen,
 
dat de pioenen heel erg rood zijn, als vers bloed,
 
en dat het heel stilletjes regent.
 
en dan, toen ik zand gooide over jou,
 
mijn jeugd en onze vriendschap, en
 
over je licht ontgoochelde ogen,
 
bedacht ik,
 
dat het leven voornamelijk een kwestie
 
van begraven en overleven is,
 
met lichte weemoed en een beetje angst.
 
 
 
Kris Geerts
[pagina 48]
[p. 48]


illustratie

johannes

 
Johannes is een man die zingt,
 
In hem leeft ongestoord het kind.
 
Hij is de tuinman maar, niets meer.
 
Hij werkt met spade en met schop,
 
Hij buigt zich neer en richt zich op.
 
Hij schoffelt en hij rukt wat uit.
 
Hij werkt op 't land en verder niet.
 
Hij strooit het zaad terwijl ik slaap,
 
Kijkt toe hoe 't lachend wakker schiet.
 
Johannes is een man die fluit,
 
Ik weet waar hij zich schuilt
 
En richt mijn schreden naar zijn wet;
 
Hij is het die de paaltjes zet.
 
 
 
Ann Paulussen

ik zag een grote rode vlag

 
(N.a.v. ‘Politieke Poëzie en Arbeidersliederen’,
 
St.-Annaparochiezaal, Brugge, december 1979.)
 
 
 
Ik zag een grote rode vlag
 
in de sint annazaal te brugge gespannen.
 
De spuwers aan de Kerk haar zijkant (jezus!)
 
gorgelen bloed.
 
 
 
Waar is gevaren bronvogel Witte Wind?
 
Hoe tornt tegen de uitbundige trossen,
 
die het lied der lijsterbes luiden, óp
 
het kloosterklokje Hélp- Hélp- Hélp?
 
 
 
Om uitkomst mijn bossen bezocht.
 
‘Van arbeiders’ heb ik gezegd ‘ziehier
 
de gepriesterde wildzang, de zoon, ziedaar
 
z'n lieve, gegriefde, ziedende Moeder. Hoe moet
 
 
 
dit opgelost?’ En een kruis geslagen.
 
In m'n linkerbroekzak gevoeld een vuist.
 
Het was de dag dat küng werd gecuried,
 
gemenied ik, niemand nog denken mocht.
 
 
 
Roger Verkarre

neem plaats in de berlines van mijn dromen

 
En zo zal het immer zijn, mijn boertig bourgondië,
 
mijn vloekend vlaanderen met gevaardriehoek in de vlag:
 
van lieverlede en bijwijlen de lotto van het leven
 
in deze lage beemden te belijden, dichter dan u.
 
Veerman en voerman van schommelende gedachten
 
in langzame gedichten als vaartuigen. Peil
 
naar mijn woorden als oversteekplaatsen,
 
neem plaats in de berlines van mijn dromen.
 
 
 
Op uw erven lopen zich de zwijnen van de zwijgzaamheid
 
te pletter, spatten klaprozen knallend uiteen en
 
fladderen de hoofdvogels schuldbewust het zware
 
vlaamse zwerk tegemoet. O navelgestrenge land,
 
om dan in uw landschap zo'n dichter te zijn:
 
de hoed naar weer en wind gezet. Een ongehoorde
 
eloquentia aan regel per regel te wijden, van vers
 
naar vers met u, met u te schommelen.
 
 
 
Zo ooit mijn conditie:
 
de hotsebots van de knikker.
 
Een oud kereltje - en uitgesliept,
 
dagelijks uitgesliept!
 
 
 
Nu deze keerzij:
 
de apedans met het runeteken in de hand.
 
Er is een waterkans bij gister vergeleken.
 
Zal ik eender waar eender wanneer?
 
 
 
In uw land van golfbrekers als valrepen. Van
 
wuivende kruinen met vruchten als doodskopaapjes
 
in uw stikstofverdoving verkrampt. Ik knipper
 
de schaduwen van mij af, treed uit mijn zwarte
 
schabloon. Tussen bakkers en beeldenstormers
 
van lieverlede en bijwijlen de lotto van het leven
 
in deze lage beemden te belijden: niet geboren
 
worden of dansen, mij toegekend twee kansen.
 
 
 
Joris Denoo

een zebrapad is een weelde

 
Een zebrapad is een weelde! Elk denken verloopt er
 
licht. Zonder kijken bereikt men overkanten.
 
Zonder merkbaar spoor, zonder voetafdruk of
 
lijfspreuk die achterblijft tussen de stroken gemorste zon.
 
 
 
Doch ook een zebrapad volstaat niet lang. Wie
 
op weg naar waarheid is, gaat verder dan het eind
 
van de tunnel. Verder dan de verblindende zone van kaas
 
en tarwe. Wie op weg naar waarheid is sluit gevaar niet uit
 
maar leert stelselmatig van de misstap
 
dwaalspoor onderkennen van dwaalspoor.
 
 
 
Boven alles studeert hij de kunst in van het
 
verdwijnen. Overmoedig neemt hij zijn lot als
 
een gele trui in eigen handen. Met branie trekt
 
hij van leer onder de bleke dooier van een hoogtezon.
 
 
 
Geen wonder dus dat hij die durft en zoekt en
 
zeker is zonder enige zekerheid, later één der weinigen
 
is die weinig hinder ondervindt om chineesachtig
 
te danken voor de foto van Saffraan en Vreugde.
 
 
 
Stralend. En nadien, ineens spoorloos voor het gezicht
 
verloren is. Verdwenen als hij is, in een op papier
 
nooit eerder opgemerkt hol. Een paardeoog
 
van stro en licht perkament.
 
 
 
Paul (M) Rigolle

in mijn innerlijk

 
in mijn innerlijk
 
het was de ander
 
die zweeg, zijn stem
 
had gesproken. niets
 
was verstaan. op toppen
 
onenigheid lagen
 
de schillen en de dozen
 
van nalatigheid.
 
verricht was er veel.
 
adem te kort voor
 
werkelijke hoogte.
 
de ander had gesproken
 
in ledigheid.
 
 
 
Maria Christien


illustratie

elegie voor de kat kitty

 
soms zegden zij dat jij bijna spreken kon.
 
wat had je te vertellen gehad. hoe heb jij
 
zeven levens lang hun dwaasheden doorzien.
 
als jij had kunnen schrijven dan
 
schreef je voorzeker het boek van schijn & deugd.
 
soms zegden zij dat jij door elke
 
duisternis kon zien.
 
vertel mij over het Diepe Donker.
 
of liever, vertel het mij niet.
 
 
 
Kris Geerts


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Rik Jacobs

  • Pieter Aerts

  • S. Anderus

  • Guido Wulms

  • RenĂ© Coomans

  • Kris Geerts

  • Ann Paulussen

  • Roger Verkarre

  • Joris Denoo