Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 45 (1996)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 45
Afbeelding van Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 45Toon afbeelding van titelpagina van Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 45

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek
non-fictie/kunstgeschiedenis
non-fictie/muziek-ballet-toneel-film-tv


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 45

(1996)– [tijdschrift] Vlaanderen. Kunsttijdschrift–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 244]
[p. 244]

Wij huldigen Wij gedenken

Beeldend kunstenaar
Theo De Cooremeter 75



illustratie

Op 9 april vierde Theo De Cooremeter zijn 75ste verjaardag. Het gevoel voor kunst werd hem met de paplepel ingegoten. Als 13-jarige knaap lijkt hij in de voetsporen van zijn vader, huisschilder, te treden. Theo volgt dan 's zondags de cursus houten marmernabootsing bij de broeders in Oostakker. Twee jaar later leert hij Gust De Keukelaere kennen. Deze kunstschilder zal een beslissende rol spelen in zijn leven. De Keukelaere merkt immers op dat de jongeman over behoorlijk wat talent beschikt en raadt hem aan om les te volgen aan de academie. Als 17-jarige trekt Theo naar de Koninklijke Academie van Gent en volgt er gedurende vele jaren tekenles. Vol dank en bewondering denkt Theo terug aan zijn leraars Hubert Malfait en Jos Verdegem die hem de echte vakkennis bijbrachten. Maar, van kunst alleen kan je niet leven en onder impuls van prof. Bilo, neemt Theo deel aan de proeven voor de Centrale Examencommissie. Hij slaagt en wordt in 1952 leraar plastische opvoeding aan de middelbare school in Moerbeke-Waas. Vanaf 1960 combineert hij deze job met het geven van plastische kunsten aan het lyceum in Wachtebeke. In 1984 zegt hij het leraarsschap vaarwel om zich volledig aan zijn eigen creatieve impulsen te kunnen wijden. Het Davidsfonds van Lochristi bracht in datzelfde jaar hulde aan zijn kunstenaar met de ‘retrospectieve Theo De Cooremeter’. Sinds 1986 stelt Theo, om de twee jaar, tentoon in eigen atelier. In zijn beginjaren schilderde Theo vooral animistische doeken, getuigend van een aangename, naturalistische sfeer. In de jaren 60 ontdekt hij de biologische abstractie. Het herkennen van quasi onherkenbare natuurlijke objecten wordt dan een kunst op zich. Vanuit welke invalshoek hij de realiteit ook weergeeft, feit is dat Theo verschillende disciplines perfect beheerst. Soms verenigt hij het schilderen in olieverf, aquarel of pastel zelfs in één enkel werk. De jaren 70 kenmerken zich door zeer grote uitbeeldingen van het menselijk gelaat in vette, grote vegen. Na zijn pensioen keert de kunstschilder terug naar de biologische abstractie, vertaald in grote pasteltekeningen met ruimtelijke creaties, geschilderd vanuit het onderbewuste. Daarnaast houdt Theo zich bezig met grafiek, etsen, lino's, zeefdruk en keramiek. Door jarenlange oefening komt hij tot indrukwekkende, originele keramische sculpturen. Ondanks zijn 75 jaar is de inspiratiebron van Theo De Cooremeter nog lang niet leeg, integendeel, de gedrevenheid om kunstige schoonheid te scheppen blijft. (Mendonckdorp 16, 9042 Gent-Desteldonk).

Peggy De Geest

Letterkundige
Eugène Mattelaer 85



illustratie

Met Nieuwjaar 1996 publiceerde de Knokse dichter Eugène Mattelaer de bundel ‘Poëzie en Kalligrafie’, twaalf gedichten alle in gotisch lettertype gedrukt. Drie maanden later moest de bundel reeds herdrukt worden en in de zomer 1996 volgde al de derde druk, vermeerderd tot achtentwintig gedichten, waarvan een vijftiental nieuwe. Vlaanderen-nummer 257 ‘Letter en Geest. Kalligrafie in Vlaanderen’ moet inspirerend gewerkt hebben. Eugène Mattelaer, die op 26 juli 1996 vijfentachtig jaar oud werd, heeft een tiental boeken uitgegeven. Een paar zijn autobiografisch over zijn werk als arts en als voorzitter van het Rode Kruis of over zijn 42-jarige politieke loopbaan, o.a. als burgemeester van Knokke. De meeste van zijn boeken zijn gedichtenbundels. Zijn bekendste gedicht is ‘Nooit de moed opgeven’ (1944), dat maar liefst in 750 talen, dialecten en hulptalen werd vertaald en dat als meest vertaalde Nederlandse gedicht figureert - ook wel een unicum - in het Guinness Book of Records. Dit korte gedicht van elf regels, een opwekking tot moed en volhouden, werd voor het eerst kalligrafisch uitgeschreven door de Brugse kunstenaar Jef Boudens (1926-1990) in een mooi gotisch lettertype. Dit prachtig stuk gelijkmatige schriftuur moet de dichter en zijn drukker-uitgever bewogen hebben tot meer dergelijke lees- en kijkgedichten, zoals nu in deze bundel verzameld. Ze zijn daar op losse bladen gedrukt, men kan er elke dag een ander uit de bundel nemen, in het oog leggen, aan de muur hangen, opsturen aan vrienden. De dichter Mattelaer schrijft altijd uit het hart. Zijn poëzie ligt in de verre lijn van de moraliteiten of sinnespelen, die een groot anoniem meesterwerk zoals Elckerlijc hebben opgeleverd of het 15de-eeuwse ‘Quicunque vult salvus esse’ van de Brugse rederijker Anthonis de Roovere. Soms stapt Mattelaer nog dieper in de geschiedenis en gaat hij uit van Horatius of Juvenalis, Mattheus 5 of Paulus 1 Cor. het Hooglied der liefde. De dichter heeft ook heel wat vertaald. Niet alleen de Eed van Hippocrates, maar ook poëzie zoals John McCrae's beroemde gedicht ‘In Flanders Fields’ en Christoffel Plantijns sonnet ‘Le Bonheur de ce Monde’. Ook deze teksten werden in de nieuwe bundel opgenomen en ze liggen de dichter blijkbaar goed; je voelt dit als je de vaart van zijn lyriek volgt. Een van de mooiste gedichten, naar inhoud en vorm, uit deze bundel is het gedicht ‘Nachtstilten’, waarvan de eerste strofe luidt als een echo van 's dichters kindertijd:

‘De warme stilte van de zachte nacht.
Er is nu rust op paden en op wegen,
rust op de lanen en op stranden rust.
De winden sluimeren en de zee is stil.
De honden op de verre polderhoeven
ze slapen ook nu alle leven slaapt.
Het is héél stil, zo stil of niets bestaat
in 't eigen veilge nest van 't ouderhuis
dan 't bonzend kloppen van het jeugdig
hart
in deze warme stilte van de zachte nacht’.

De poëzie van Eugène Mattelaer is altijd zeer toegankelijk en vooral eenvoudig. Zij mag als een soort functionele poëzie gezien worden en beantwoordt aan de dienende rol die de moraliteiten in alle tijden hebben gespeeld. Zij staat dicht bij het volk en dat is nóg een eretitel voor de jarige.

Fernand BonneureGa naar eindnoot*

[pagina 245]
[p. 245]

Publicist - Redactielid
Karel van Deuren 75



illustratie

Karel van Deuren (o1921), lid van onze Redactie, van de Raad van Beheer en van het Dagelijks Bestuur en tevens voorzitter van de C.V.K.V.-Afdeling Antwerpen, is sinds 28 augustus jongstleden 75 geworden en namens de gehele ploeg medewerkers van ‘Vlaanderen’ willen we hem van harte feliciteren en nog veel gezonde en gelukkige jaren toewensen!

Ik heb Karel vooral leren kennen in de redactiebijeenkomsten en mijn onmiddellijke bewondering voor zijn veelzijdige talenten is met de jaren toegenomen, want ik heb Karel niet alleen mogen ervaren als ‘een man van de letteren’ voor wie A.N. geen ijdele benaming is, maar ook als een heel minzaam man, opmerkelijk in verschijning en keurig taalgebruik, bescheiden in omgang, maar toch steeds boeiend aanwezig op onze vergaderingen waar hij vaak en steeds met een vanzelfsprekend gezag tussenkwam in de gesprekken, iemand die ‘Vlaanderen’ heel diep genegen is en met moed wijst op tekorten of mogelijke verbeteringen, kortom iemand voor wie de Engelsen het woord ‘gentleman’ hebben bedacht!

Karel heeft jaren gewerkt als bedrijfsjournalist bij Agfa-Gevaert, maar zijn schrijverstalent heeft hij verder in tal van persoonlijke publikaties tentoongespreid en dat die in de literaire wereld niet onopgemerkt zijn voorbijgegaan bewijzen de talrijke bekroningen die hij mocht ontvangen. In dit bestek kunnen we daaruit enkel een keuze maken. Karel schreef de luisterspelen Reportage en De reis van Michiel Emmanuel Saroya, die beide een eervolle vermelding kregen in de wedstrijd voor luisterspelen van het vroegere NIR. De toneelstukken Jehan de Casterhône en Als in een veel te wijde Jas werden gecreëerd door Het Reizend Volkstheater en Naar de hel gaat men altijd alleen door de KNS. Voor het stuk Het Huis kreeg hij de Prijs voor Toneel van de Prov. Antwerpen in 1964. In de scenariowedstrijd 1974 van het Ministerie van Ned. Cultuur ontving hij de eerste vermelding voor De tuin was mooi en een beetje verwaarloosd én in dezelfde wedstrijd van 1976 kreeg hij voor zijn inzending Het portret van een heer de Staatsprijs! De naam van Karel van Deuren is ook onlosmakelijk verbonden met de uitgave van fotoboeken in Vlaanderen, waarvan we graag Dat Vlaanderen heb ik hartelijk lief (Lannoo) vermelden, waarvoor hij de debuutprijs van de Boekenbeurs (1976) ontving. Karel schreef ook heel wat bijdragen over artistieke fotografie in binnen- en buitenlandse periodieken en wellicht ontelbaar zijn zijn inleidingen bij fotografietentoonstellingen. Het was dan ook niet onverdiend dat hij in 1987 het ereplaket van de Provincie Antwerpen kreeg precies voor zijn verdiensten op het gebied van de fotografie-literatuur. Maar ook voor ons tijdschrift heeft Karel zijn talenten ten dienste gesteld. Zo heeft hij o.m. heel boeiende nummers samengesteld: De spotprentkunst in Vlaanderen (nr. 171), Aspecten van de actuele grafiek in Vlaanderen (179), Interferentie van fotografie en plastische kunst (184), Antwerpen 93 (244) en Antwerpse Musea (253), die twee laatste i.s.m. Ugo Verbeke. Voor zoveel inzet voor ‘Vlaanderen’ ...tijdschrift en land... zeggen we graag dank en wij vinden het een eer Karel in ons midden als medewerker te hebben!

Robert Declerck

In memoriam
Antoon Vercruysse
Musicus



illustratie

Antoon Vercruysse (o17 juli 1911) overleed op maandag 12 februari 1996. Hij was de echtgenoot van Lieve Denys (zus van Willem Peegie Denys en van Fr. Karel Denys van de ‘Gazette van Detroit’). Hij was vader van drie zonen en drie dochters. Alle kinderen zijn in de artistieke voetsporen van hun vader getreden. Antoon is steeds een heel actief man geweest en hij was lid van heel wat culturele verenigingen. Zo was hij stichter, dirigent en bezieler van het koor ‘De Mandelgalm’. Tevens was hij stichtend lid van de Koninklijke Toeristenbond ‘De Trekvogels’, een vriendengroep die hem heel nauw aan het hart lag. Hij was ook lid van het Koninklijk Letterkundig Genootschap ‘De Vereenigde Vrienden’ en Ridder in de ‘Orde van 't Manneke uit de Mane’. Jarenlang verzorgde hij de humoristische pennetrekken in deze volksalmanak, waarvan zijn schoonbroer Willem Denys de grote voortrekker was. Als onderwijzer-koster en als leraar muziek aan de Stedelijke Academie heeft Antoon een onuitwisbare muzikale stempel gedrukt op heel wat Roeselarenaren. Hij was een prachtmens die levenslust en eenvoud uitstraalde in zijn klas, in zijn muziek, zijn humor, zijn sportiviteit, zijn trouwe vriendschap, zijn liefde voor de natuur en zijn reizen. Hij had een rotsvast geloof in de Kerk en zette er zich onvoorwaardelijk voor in. Zijn Vlaanderen had hij hartelijk lief en als toondichter componeerde hij zijn eigen Vlaamse Leeuw. Hij schreef en herwerkte talloze muziekstukken. Steeds was hij aanwezig waar muziek en plezier werd gemaakt. Hij was een optimist, een persoonlijkheid met een rechtlijnige beginselvastheid en trouw. Met een verbeten inzet en toewijding strooide hij zijn artistieke gaven gul in het rond van zijn vriendenschare. Velen hebben mogen genieten van zijn optredens: de fel toegejuichte entertainer die pianowerk, moppen en ambianceliedjes bracht met veel bravour, schwung en brio. Hij was luimig in de omgang, schalks in uitspraken en replieken, schoolmeesterachtig streng bij het geven van een levenswijsheid, altijd bereid om iets voor een vriend te doen. Antoon was door iedereen graag gezien. Echte vriendschap kwam bij Tone altijd op de eerste plaats. De levensgenieter werd ziek, maar vocht met moed en zonder klagen, liefdevol omringd door zijn vrouw Lieve en de kinderen. Hij koos een stormachtige winterdag uit om zijn ziel met de wind te laten meevoeren. (Statiedreef 130, 8800 Roeselare)

John Huvaere

eindnoot*
Eugène Mattelaer, Poëzie en Kalligrafie. Letter en Beeld. 28 gedichten in kalligrafisch schrift, uitg. in eigen beheer (Binnenhof 18, 8300 Knokke-Heist), losbladig op licht gekartonneerd papier in map, 310 × 215 mm, 32 blz., 250 + 50 fr. porto op rekening 000-0433309-10.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Fernand Bonneure

  • Robert Declerck

  • Peggy de Geest

  • John Huvaere

  • over Karel Van Deuren

  • over Eugeen Mattelaer