Vlaanderen. Kunsttijdschrift. Jaargang 53

Erratum

In onderstaand gedicht van Hendrik Carette liep er in Poëtisch Bericht van het vorige nummer druktechnisch iets verkeerd. Met onze verontschuldiging.

Een vraagstelling en een betekenis

Ben ik een opstandige die zich onderwerpt?
Of iemand uit een lagere kaste
die hogerop wil komen?
Een opstandige die het hoofd moet buigen
en een knieval doet om een beringde hand te kussen.
En met wie zou ik alsnog kunnen duelleren?
Wie wil mij beledigen en vernederen?

En toch,

toch houd ik niet van theater en getater.
Ik houd van de duinen in Zeeland en de woestijnen
van Edgar Varèse. Ik houd van beladen balladen,
en van balkons en van arcaden, van het strand
aan de Oude Oceaan, de hoogten met uitzicht
en in het inzicht in de diepte. Ik houd van het gedicht
en van een monotoon en monomaan gezang. Ik houd
van muziek die pathetisch is, van het peripatetisch
onderricht, van een tekst met een cesuur die helder is,
van raadsels en spooksels, van de ascese en van
de statische extase, van de contemplatie en de levatie.

HENDRIK CARETTE