| |
| |
| |
Gistelincks droom
Vijfentwintig edities Jazz Middelheim
Marc Van den Hoof
In de gestencilde brochure van de jazzsectie van de Belgische Radio en Televisie (BRT) voor de maand mei 1969 staan, behalve het schema van de jazzuitzendingen en wat inleidende beschouwingen en programmadetails, ook twee concertaankondigingen. Op 9 mei zal in Studio 4 van het Flageygebouw de finale plaatsvinden van de jaarlijkse E(uropese) R(adio) U(nie)-Jazzquiz, gevolgd door het ERU-Jazzconcert. De internationale gelegenheidsbezetting is indrukwekkend: uit Zweden trombonist Eje Thelin, uit de States tenorist Nathan Davis, bassist Red Mitchell en drummer Stu Martin, uit Frankrijk pianist Martial Solal, uit Duitsland trombonist Albert Mangelsdorff en uit België altist Etienne Verschueren. En op zaterdag 17 mei organiseert de BRT, in samenwerking met Middelheimpromotors en Jeugd en Muziek Antwerpen, een ‘Jazzpromenadeconcert’ in het Wilrijkse Middelheimpark. Het concert zal beginnen om 15.00 u. en er staan drie groepen op het programma: ‘Kwartet Charles (USA), Kwartet Eje Thelin (Zweden), Kwintet Nathan Davis (USA)’. De Charles in kwestie zal trompettist Charles Tolliver blijken te zijn. Eje Thelin zal in plaats van met een kwartet met een kwintet komen en Nathan Davis in plaats van met een kwintet met een sextet, waarin Davis zelf overigens de enige Amerikaan is: Etienne Verschueren, gitarist Freddy Sunder, bassist Nick Kletchkowsky en drummer Freddy Rottier zijn Belgen en tenorist Jan Wroblewski komt uit Polen.
| |
Voor elk wat wils
Het was een onprettig koude dag, het publiek was schaars en de prominenten op de eerste rij dienden te worden warm gehouden met koffie en jenever - een operatie die op den duur enigszins uit de hand dreigde te lopen. Niemand die toen besefte dat met dit concert de jaartelling van Jazz Middelheim een aanvang zou nemen.
Een gelijkaardig evenement zou een jaar later op dezelfde plek, maar dan in een tent, en in dezelfde meimaand, maar dan op een warme dag, op het getouw worden gezet. Vier groepen maakten hun opwachting: twee die behoren tot de ‘free’-obediëntie en twee die aansluiten bij de in die dagen met de ‘avant-garde’ concurrerende jazzrock. Van tenorist Peter Brötzmanns octet maakte onder meer de Antwerpse, toen al Europees gereputeerde pianist Fred Van Hove deel uit. In de grote jazzrockformatie rond organist Scott Bradford speelden de Belgen Marc Moulin elektrische piano en Freddie Deronde elektrische bas.
Tijdens een derde Jazzpromenadeconcert in mei 1971 speelde Fred Van Hove solo, leidde de Gentse bassist en beeldende kunstenaar Paul Van Gysegem een sextet met onder meer de Nederlandse musici Pierre Courbois en Jasper van 't Hof, respectievelijk drummer en pianist, en kwam de Deense saxofonist John Tchicai, die in de jaren zestig in New York onder meer met John Coltrane had gewerkt, met een Europees kwartet. Er stonden ook twee optredens op het programma die jazz combineerden met ballet. De muziek was in het ene geval van de Nederlandse saxofonist-componist Theo Loevendie en in het andere van Etienne Verschueren en het BRT-Jazzorkest.
In 1972 werd het Jazzpromenadeconcert gespreid over twee dagen. Het nummer voor mei 1972 van de BRT-jazzbrochure kondigde voor 13 mei het Deense Palle Mikkelborg Ensemble, het Engelse Nucleus en het Noorse Jan Garbarek Trio aan. Op 14 mei zou trompettist Mikkelborg gastsolist zijn bij het harmonie-orkest van het Antwerpse conservatorium en stond de Belgische groep Placebo op het programma. Het radioprogramma Jazz Is van jazzjournalist Edmond Devoghelaere besteedde op 11 mei uitvoerig aandacht aan de tweedaagse, waar behalve de aangekondigde groepen ook nog de Cotton City Jazzband zou optreden, zodat - zoals het hoort op een festival - elke liefhebber aan zijn trekken kwam.
| |
Het schisma
Het moet rond die tijd geweest zijn dat wijlen Elias Gistelinck (1935-2005), die toen de jazzsectie van de BRT onder zijn hoede had, aan een heus festival begon te denken. Nadat hij een editie had meegemaakt van het jaarlijkse jazzfestival van de Franse radio in Antibes (Juan-les-Pins), was hij naar toenmalig BRT 3-directeur Corneel Mertens gestapt met het idee om ook iets dergelijks te organiseren. Het plan viel in goede aarde en er werd een budget voor uitgetrokken. In 1973 zou het evenement vijf dagen duren in plaats van twee, van het riskante voorjaar ging het naar de week van 15 augustus, van het kwetsbare openluchtmuseum verhuisde het naar een tent op het uitgestrekte grasveld van Park Den Brandt - eveneens in Wilrijk - en paradoxaal genoeg zou het vanaf dan Jazz Middelheim heten in plaats van Jazzpromenadeconcert. Bovendien zou het festival worden georganiseerd in samenwerking met de Nederlandse radio: de grote namen werden door de twee omroepen samen geëngageerd en zouden behalve in Antwerpen voor de BRT ook in Laren voor de NOS optreden. De BRT-jazzsectiebrochure voor juli, augustus en september gaf het officieuze programma van Jazz Middelheim zowel op pagina 2 als op de pagina's 68 en 98. Meer dan met redactionele slordigheid had dat waarschijnlijk te maken met de controverse die rond deze eerste officiële editie van het festival was ontstaan.
Elias Gistelinck was behalve eerste producer bij BRT 3 ook componist van eigentijdse Europese concertmuziek, die affiniteiten had met de ‘third stream’-beweging. Met de Amerikaanse componist Gunther Schuller als
| |
| |
gangmaker streefde deze ‘derde stroming’ naar een synthese van twintigste-eeuwse concertmuziek en jazz. Net als Schuller en geestesgenoten als onder meer John Lewis had Elias Gistelinck dan ook veel belangstelling voor de avant-gardejazz en de mogelijkheden van de vrije improvisatie. Dankzij Gistelinck had een aantal free musici ook de kans gekregen in de BRT-studio's te werken. Hun ‘work in progress’ kreeg dan een plaats in een van de inmiddels dagelijkse jazzprogramma's van BRT 3. Eén van de plannen voor de eerste vijfdaagse Jazz Middelheim was de muziek van de toenmalige exponenten van de vaderlandse free jazz nadrukkelijk een plaats te geven in het festivalprogramma. Maar sedert mei '68 hadden ook deze ‘free jazzers’ een aantal ‘revolutionaire’ maatschappelijke ideeën tot de hunne gemaakt. Zo waren ze van oordeel dat met de artistieke waardering voor hun muziek ook een financiële waardering gepaard moest gaan. Ze vonden anders gezegd dat hun honorarium voor een optreden op Jazz Middelheim ondermaats was. Auteur, jazzcriticus en -musicus én programmamaker voor de BRT-jazzsectie Willy Roggeman was met z'n groep Jazz Lab 4-Unit een van de genodigden op het festival. Via zijn jazzkroniek in het weekblad De Bond werd hij de woordvoerder van de zich gedupeerd voelende free musici. In een van zijn bijdragen berekende hij nauwgezet hoeveel Jazz Middelheim per minuut zou besteden aan de Amerikaanse ‘vedetten’ enerzijds en aan de Belgische avant-gardemusici anderzijds. Roggemans programma op BRT 3, The Jazz Cats' Tuesday Night, werd onmiddellijk geschrapt. Meteen werd ook de vaderlandse avant-garde uit het festivalprogramma verwijderd, afgezien dan - vreemd
genoeg - van het André Goudbeek Trio en het Paul Van Gysegem Sextet.
Met Fred Van Hove als boegbeeld richtten de free musici een W(erkgroep) I(mproviserende) M(usici) op. Ze besloten een eigen parallel ‘Free Music’-festival te organiseren in de Antwerpse binnenstad, wellicht naar het voorbeeld van het festival dat zo'n tien jaar eerder door rebellerende, maatschappelijk geëngageerde musici op het getouw was gezet ‘tegen’ het Amerikaanse Newport Jazz Festival. In 1980 stond Fred Van Hove met z'n groep Musica Libera Antverpiae weer op de affiche van Jazz Middelheim. Het WIM-festival bleef bestaan, maar vond niet langer tegelijk met Jazz Middelheim plaats.
De leemten in het programma werden opgevuld en de Amerikaanse ‘vedetten’ deden het schisma vergeten: zangeres Carmen McRae, tenorist Sonny Rollins, trompettist Dizzy Gillespie, drummer Max Roach, de Thad Jones-Mel Lewis Big Band en het kwartet van free-jazzdrummer Milford Graves. Behalve de al genoemde ensembles van altist André Goudbeek en van Paul Van Gysegem waren de Belgische namen op de affiche die van het BRT-Jazzorkest en een aantal daaruit gerekruteerde kleinere groepen onder leiding van vibrafonist Sadi, bassist Roger Van Haverbeke, Etienne Verschueren en Freddy Sunder, en voorts middle-jazzpionier Fud Candrix en het eigentijdse Solis Lacus. Uit Nederland waren er de postbopformaties van Rein de Graaff-Dick Vennik, de Diamond Five en de experimentele Boy Edgar Sound. Uit Duitsland kwam de Peter Herbolzheimer Rhythm Combination and Brass met onder meer trompettist Art Farmer, gitarist Philip Catherine en bassist Niels-Henning Ørsted-Pedersen. Hét moment van Jazz Middelheim 1973 dat de (vaderlandse) jazzgeschiedenis inging, was de jam van Sonny Rollins met de door hem bewonderde Belgische gitarist René Thomas op Miles Davis' thema Four.
| |
De wind in de zeilen
Het festival van 1974 verliep volgens een vergelijkbaar patroon. De grote Amerikaanse namen waren - voor wat de ‘traditionele’ jazz betreft - pianist Bill Evans en tenorist Stan Getz, het New York Jazz Quartet en het Roy Haynes Hip Ensemble. Het Art Ensemble Of Chicago en het kwartet van multi-instrumentalist Ornette Coleman namen de avant-garde voor hun rekening. De Europese avant-garde was vertegenwoordigd door de trombonisten Albert Mangelsdorff en Eje Thelin en door fluitist Ronald Snijders, de Europese postbop door tenorist-fluitist Ferdinand Povel en de meer modieuze mainstream door Palle Mikkelborg en Pork Pie (allebei met Philip Catherine). Uit eigen land kwamen het BRT-Jazzorkest met trombonist Slide Hampton, het Francy Boland Quintet, een septet van pioniers rond trompettist Fernand Debray, Roger Van Haverbeke met tenorist Johnny Griffin, Sadi in kwartet en een bijzondere reünie van de Luikenaars Jacques Pelzer (op sax) en René Thomas, met in de Nederlandse ritmesectie de spectaculaire drummer Han Bennink, even bedreven in een traditionele als in een free context.
Nadat in 1975 onder meer zangeres Sarah Vaughan, trompettist-zanger Chet Baker en altist Phil Woods voor hoogtepunten hadden gezorgd, leek het festival de wind echt volop in de zeilen te krijgen: de vierde editie in 1976 werd een zesdaagse. Bassist Charles Mingus, het George Coleman Octet, pianist Randy Weston en, voor het eerst, Toots Thielemans.
Sonny Rollins keerde terug in 1977, het jaar ook dat tenorist Von Freeman en zangeres Betty Carter voor het eerst naar Europa kwamen. Van de zeventien ensembles waren er hooguit drie Belgische, het BRT-Jazzorkest met pianist Francy Boland meegerekend.
1978 was een ERU-festival: de landen die lid waren van de Europese Radio Unie stuurden een groep naar Antwerpen. Het werd een festival met in totaal achtentwintig concerten, waarvan ook weer drie of vier door Belgische ensembles. Deze editie zou in de herinnering van de liefhebbers voortleven als het trombonistenfestival. Maar er waren ook de Toshiko Akiyoshi-Lew Tabackin Big Band, het trio Philip Catherine-Niels-Henning Ørsted-Pedersen-Billy Hart en het Harold Land-Blue Mitchell Quintet, met daaraan toegevoegd de saxofonisten Teddy Edwards en Richie Cole en zanger Eddie Jefferson - een optreden dat vanwege Jefferson het favoriete Middelheimconcert van Elias Gistelinck zou blijven. Voor avant-garde én controverse zorgde pianist Muhal Richard Abrams.
Slechts één avant-gardegezelschap ook in 1979: het kwintet van klarinettist John Carter met de legendarische trompettist Bobby Bradford en de jonge fluitvirtuoos James Newton. Altist Lee Konitz deed Antwerpen en Laren aan met z'n nonet, met onder meer trombonist Jimmy Knepper en baritonsaxofonist Ronnie Cuber. Het mooiste concert van de week was echter het duorecital van de pianisten Hank Jones en John Lewis. Uit eigen land was er natuurlijk het BRT-Jazzorkest en Roger Van Haverbeke verzamelde vijf trompettisten rond zijn trio. Zangeres Mary Kay en de groepen Mauve Traffic en Jazz Circle vertegenwoordigden de jongste lichting Belgische jazzspelers in beide landsgedeelten.
In 1980 was Fred Van Hove terug, en er was meer: van de achttien concerten waren er, Musica Libera Antverpiae meegerekend, tien met muziek van eigen bodem. 1980 was ook het jaar van de viering van honderdvijftig jaar België. Vandaar misschien. Baritonsaxofonist Gerry Mulligan maakte zijn droom nog maar eens waar: twintig jaar na z'n Concert Jazz Band had hij nog eens een big band, zonder grote solisten wellicht, maar met arrangementen die de onmiskenbare Mulliganstempel droegen. In de herinnering zou ook dit jaar weer het intiemste van het intiemste voortleven: het trio Azimuth, bestaande uit
| |
| |
pianist John Taylor, trompettist-bugelspeler Kenny Wheeler en zangeres Norma Winstone.
| |
Tweejaarlijks
Opnieuw vijf in plaats van zes festivaldagen vanaf 1981. Een jaar na Fred Van Hove was nu ook André Goudbeek terug, dit keer met een Belgisch-Frans-Deens saxofoonkwartet. Tenorist Frank Foster, mede-uitvinder van Count Basie's ‘new testament’-orkest - de grote naoorlogse Basie - leidde het BRT-Jazzorkest. De op en top Belgische Act Big Band van drummer Félix Simtaine verzamelde zowat alle beschikbare jonge vaderlandse jazztalenten, waarvan een gedeelte ook de bezetting uitmaakte van de gelegenheidsgroep Middelheim 81 Band. Een andere big band was die van Martial Solal. Maar paradoxaal genoeg was het de unieke, kleinschaligst mogelijke verstandhouding tussen Toots Thielemans en pianist Sir Roland Hanna die de diepgaandste muzikale belevenis werd.
Het waren dure tijden en Jazz Middelheim werd een tweejaarlijks festival. De eerstvolgende editie had plaats in 1983. Eenendertig concerten op twee podia. Van die eenendertig zeventien door groepen met
Elias Gistelinck, 1981. [Foto: Archief VRT]
Fred Van Hove, Jazz Middelheim 2001. [Foto: Jan Landau - Archief VRT]
Etienne Verschueren, Jazz Middelheim 1978. [Foto: Archief VRT]
jonge Belgische musici. Ze hadden van de lage dollarkoers gebruik gemaakt om in de Verenigde Staten te gaan studeren of ze kwamen uit de zomercursussen van onder meer de Halewynstichting. Behalve het BRT-Jazzorkest was ook de Eurojazz Big Band te gast, waarin de beste jonge Europese jazzmusici waren verzameld. De Nederlandse The New Skymasters en Ernie Wilkins' Almost Big Band (voor het merendeel bestaande uit Deense musici) vervolledigden de affiche. Het hoogtepunt van de editie 1983 was het optreden van pianist-arrangeur Gil Evans' British Orchestra. Er stonden ook twee bluesartiesten op het programma: zanger-pianist Little Willie Littlefield en zanger-gitarist Louisiana Red.
1985: een Belgisch pianokwartet bestaande uit Fred Van Hove, Walter Hus, Christian Leroy en Eddy Loozen, multi-instrumentalist Anthony Braxton in trio met trombonist George Lewis en bassist Mark Dresser, trompettist Don Cherry met onder meer drummer Ed Blackwell, bassist Dave Holland met z'n nieuwe kwintet en achttien van de vijfentwintig groepen helemaal of gedeeltelijk Belgisch. Nieuwe namen die naast de al vertrouwde van bijvoorbeeld de broers Vandendriessche bleven opduiken, waren onder meer die van drummer Dré Pallemaerts, pianist Kris Defoort, saxofonist Pierre Vaiana, trompettist Gino Latucca, altist Frank Vaganée, gitarist Peter Hertmans, drummer Jan de Haas, percussionist Frank Michiels, bassist Michel Hatzigeorgiou, drummer Mimi Verderame en pianist Diederik Wissels. En zonder verdere commentaar: Philip Catherine speelde in duo met Niels-Henning Ørsted-Pedersen. Het Middelheimmirakel.
Twee podia, het ene in de grote, het andere in een kleine tent. De editie 1987 was er één zonder pauzes, want het gebeuren in de kleine tent was op z'n minst even aantrekkelijk als de concerten op het grote podium. De toehoorders verdrongen er zich voor de pianisten Ran Blake (Monk en alle muzieksoorten van de wereld op het spoor), Roland Hanna (heel de geschiedenis van de jazz briljant naverteld) en, in duo met bassist Red Mitchell, een revelatie van formaat: pianist Roger Kellaway. Big bands van dienst waren die van de BRT, Félix Simtaines Act Big Band, pianist Chris McGregors Brotherhood Of Breath, Phil Woods' Little Big Band, het Willem Breuker Kollektief en bassist Charlie Hadens Liberation Music Orchestra. Uit dezelfde (Zuid-Afrikaans-Britse) ‘wereldjazz’-hoek waren behalve McGregor ook de groepen Zila (met saxofonist Dudu Pukwana) en Viva la Black (met drummer Louis Moholo) present.
| |
| |
De avant-garde werd dat jaar aangevoerd door tenorist David Murray. Voor ‘moderne mainstream’ - moderne jazz anno '87 die de extremen zorgvuldig meed - zorgden behalve drummer Art Blakey's Jazz Messengers ook de leden van het 29th Street Saxophone Quartet, het North Sea Jazz Tentet met jonge musici uit de Lage Landen verzameld rond de Nederlands-Vlaamse pianist Jack van Poll, Roger Van Haverbeke met een International Bop Quintet, tenorist Joe Lovano met vier Belgische sidemen, vibrafonist Dave Pike met een binnenlands ritmetrio en Jan de Haas met z'n kwintet. Drummer David Gistelinck, zoon van Elias Gistelinck en nu vooral bekend als jazz-zanger David Linx, had altist Steve Coleman (een jaar eerder ook op Middelheim gehoord met Dave Holland) en tubaspeler Bob Stewart geïnviteerd. Pianist Charles Loos en saxofonist Steve Houben speelden in duo, Kris Defoort kwam met een trio. Voor de geschiedenis: de solo van tenorist Dewey Redman op de lange ‘shuffle’-bluesversie van We Shall Overcome door Charlie Hadens Liberation Music Orchestra.
Pianiste in Hadens band was de jonge Geri Allen. In '89 kwam ze terug. Ze was één van de vier dames die in de kleine tent hun variant ten gehore brachten van wat jazzpiano zoal allemaal kan zijn. De andere drie waren Joanne Brackeen, Connie Crothers en Michele Rosewoman. Voor haar recital haalde Geri Allen er trompettist Graham Haynes bij, die ook deel uitmaakte van haar tienkoppige, speciaal voor de gelegenheid samengestelde Celebration Ensemble, waarmee ze onder meer een hommage bracht aan de in 1964 overleden multi-instrumentalist Eric Dolphy. In 1973 was Dizzy Gillespie al met een kwintet te gast op de eerste festivaleditie in Park Den Brandt, nu was hij er met z'n United Nation Orchestra. Het sextet van sopraansaxofonist Steve Lacy, het George Russell Orchestra - ‘British’ eigenlijk, zoals Gil Evans' band enkele jaren eerder - en het duo Red Mitchell-Horace Parlan waren de andere grote namen. Maar 1989 was opnieuw een ERU-editie met een overaanbod aan jonge en minder jonge groepen uit heel Europa en met uit eigen land Pierre Vaiana, net terug van een verblijf in de States, Diederik Wissels in trio, Roger Van Haverbeke's New Look Trio, en vooral: De Frisse Wind, een octet met vijf jonge saxofonisten die vandaag de dag nog altijd en meer dan ooit op de een of andere manier de dienst uitmaken op de Belgische jazzscène: Frank Vaganée, Jeroen Van Herzeele, Kurt Van Herck, Erwin Vann en Ronny Verbist.
| |
Het laatste decennium
Het laatste Jazz Middelheim-decennium van de twintigste eeuw begint in 1991 met een festival zonder echt opvallende Amerikaanse ‘vedetten’. Van de vijf virtuoze saxofonisten van Supersax zijn de namen hier nauwelijks bekend. De Lighthouse All Stars rond trompettist Shorty Rogers zijn een historische reünie. Het trio Vocal Summit is al wat over z'n hoogtepunt heen, lijkt het. Mooie momenten zijn er te beleven met het trio Red Mitchell-Roger Kellaway-Jokim Milder en met het kwartet dat saxofonist-fluitist Lew Tabackin voor de gelegenheid heeft samengesteld: Randy Brecker op trompet en Kenny en Peter Washington op bas en drums. Uit eigen land horen we Sadi in kwartet, Philip Catherine in trio, pianist Eric Legnini en het Belgian Jazz Orchestra, dat onder leiding van Sadi en trompettist Bert Joris de draad van het inmiddels opgedoekte BRT-Jazzorkest weer opneemt. Percussionist Chris Joris is met zijn ‘wereldmuziek’-variant volop bij de tijd. Kris Defoort leidt een postmoderne Pretty Big Basement Party en het internationale nonet van Fred Van Hove, onverzettelijk trouw gebleven aan z'n oorspronkelijke idealen, vertolkt diens suite voor z'n stad Antwerpen, die eindigt met een eresaluut voor Peter Benoit.
In 1993 loopt een rode draad van Europese boppioniers door het festival. Het trio van de Franse pianist René Urtreger - met trompettist Miles Davis in het kwintet dat de soundtrack inspeelde van Louis Malle's Ascenseur pour l'échafaud; met tenorist Lester Young tijdens z'n laatste, Parijse sessie; de pianist ook naar wie in het Parijs van de jaren vijftig de voorkeur van Bobby Jaspar uitging - met zowel z'n eigen blazers Jean-Louis Chautemps en Eric Lelann als met de Engelsen Pete King en Gerard Presencer en met Sadi en Jacques Pelzer. Uit eigen land: Frank Vaganée, pianiste Nathalie Loriers, bassist Jean Warland, de trombonisten Marc Godfroid en Phil Abraham, Toots met het Franse trio van Martial Solal en, eindelijk, jaren na de eerste repetities, Sadi met z'n nonet: de arrangeur Sadi op z'n verfijndst. En dit jaar opnieuw klinkende namen: het Chick Corea Quartet, Paul Motian Broadway Music (met Lee Konitz, Dewey Redman, gitarist Bill Frisell en bassist Gary Peacock), Albert Mangelsdorff, Bob Brookmeyers New Quartet (met de Italiaanse bassist Ricardo del Fra en de Vlamingen Kris Goessens en Dré Pallemaerts) en voor de tweede keer op Middelheim ook zangeres Betty Carter met Geri Allen aan de piano. De jonge en verbluffend virtuoze trompettist Roy Hargrove speelt één van de langste sets uit de geschiedenis van het festival met onder meer tenorist David Sanchez en altist Jesse Davis. En als klap op de vuurpijl de tweeëntachtigjarige, onstuitbare bandleadervibrafonist Lionel Hampton met een all stars ensemble van andere Golden Men of Jazz.
Een wel heel controversieel optreden van avant-gardepianist Cecil Taylor opent de twintigste editie van Jazz Middelheim. Maar het festival van 1995 zal toch vooral bijblijven dankzij het overrompelende concert van het trio Paul Bley-Steve Swallow-Paul Motian. Gitarist John Scofield nodigt Toots en Philip Catherine uit. Bijna tien jaar nadat ze voor het eerst in Antwerpen was, is bandleader-pianiste Toshiko Akiyoshi met haar big band en Lew Tabackin er weer bij. Een kwartet met de twee pianisten Hank Jones en Kenny Barron, Summit Conference (een gespierd ‘postfree’ gezelschap met onder meer multi-instrumentalist Sam Rivers, bassist Reggie Workman en pianist Andrew Hill) en het Max Roach Quartet vervolledigen het Amerikaanse luik. Het Brussels Jazz Orchestra (BJO) debuteert tijdens deze editie. Kris Defoort en saxofonist Fabrizio Cassol variëren met een uitgebreid ensemble op de thematiek van Coltrane's A Love Supreme. Octurn is een ander nieuw geluid van eigen bodem, met als centrale figuur baritonsaxofonist Bo van der Werf. World is een ambitieus werk voor jazzgroep, stemmen en strijkers van saxofonist Erwin Vann. Bluesman Roland is er ook bij, Peter Hertmans heeft een jaar eerder z'n eerste eigen album uitgebracht met saxofonistklarinettist John Ruocco, bassist Hein van de Geyn en drummer Billy Hart als begeleiders en kan niet afwezig blijven op het festival. Trompettist Jan Muës leidt een septet met onder meer het inmiddels vertrouwde geluid op bariton- en altsax van de broers Johan en Peter Vandendriessche.
In 1997 introduceert Toots Thielemans pianist Brad Mehldau. De Senegalese familie van percussionist Doudou N'diaye Rose is een en al vitaliteit, zowel in het gezelschap van de Belgische formatie Aka Moon als met de enthousiaste deelnemers aan de percussieworkshop. Tenorist Bennie Wallace vervangt Joe Lovano in een kwintet met de uitbundige pianist Kenny Werner en de raadselachtige trompettist Tom Harrell. Roy Hargrove blijft verbluffend, net als de vier trombonisten van Slideride en het Tiny Bell Trio van trompettist Dave Douglas. Zangeres Abbey Lincoln treedt behalve in een eigen set met haar kwartet ook op tijdens een ‘special’
| |
| |
voor de jarige, inmiddels al sedert vele jaren in Brussel verblijvende Amerikaanse pianist Mal Waldron, die ook het gezelschap krijgt van tenorist Joe Henderson en zangeres Jeanne Lee. Twee big bands ook: het klassieke en intussen al oerdegelijke BJO en het meer onvoorspelbare en avontuurlijke orkest van Carla Bley. Uit België ook nog Fred Van Hove met de trombonisten Vinko Globokar en George Lewis op een kruispunt van jazz, free en twintigste-eeuwse Europese concertmuziek, de Chris Joris Experience, het Bart Defoort Quartet, het Kurt Van Herck Quartet, het Michel Herr European Quintet, het Bruno Castellucci European Quintet en de inmiddels beproefde combinatie David Linx-Diederik Wissels.
Kenny Werner is twee jaar later zowel de pianist aan de zijde van Toots als de speciale gast van het BJO, dat zijn muziek vertolkt maar ook een hommage brengt aan de honderd jaar voordien geboren Duke Ellington. Ellington is eveneens een bron van inspiratie, maar dan op een heel andere manier, voor pianist Misha Mengelberg en het ICP Orkest én voor de David Murray Big Band. Bert Joris is de vierde man in het Lew Tabackin kwartet, Kris Defoort heeft Lee Konitz en tenorist Mark Turner te gast, Michel Hatzigeorgiou organiseert een hommage aan de in 1987 overleden bassist Jaco Pastorius, Pierre Vaiana - terug uit Afrika - stelt z'n feestelijke groep Foofango voor, Nathalie Loriers leidt tegelijk heel collegiaal en heel beslist haar nieuwe Extensions-sextet en Jeroen Van Herzeele zoekt aansluiting
Sfeerbeeld Jazz Middelheim 2001
[Foto: Jacky Lepage - Archief VRT]
bij de populaire grootstadmuziek met z'n Greetings From Mercury. Tenorist-klarinettist Tony Coe speelt een mooie set in trio, een ander trio, Misha Mengelberg-Greg Cohen-Joey Baron, toevallig herenigd op het Middelheimpodium, zorgt voor twintig minuten pure jazz van een superieure eenvoud, bescheidenheid en schoonheid. Het hoogtepunt van deze editie is evenwel weggelegd voor altist John Zorn & Masada.
| |
Gistelincks droom
De droom van Elias Gistelinck, die ergens halverwege de jaren zestig van vorige eeuw was begonnen en werd voortgezet door een Frans leven, een Miel Vanattenhoven en een Johan Vandenbossche, bereikt ongeschonden de eenentwintigste eeuw. Er is nooit toegegeven aan de druk van de mode of de commercie. Jazz Middelheim heeft de actualiteit van de jazz op de voet gevolgd, is ze voorgeweest of is er niet voor gezwicht. Er is anders gezegd al die jaren voor gezorgd dat de jazzmuziek in al haar gedaanten en varianten een zo ruim mogelijk publiek kon bereiken en ontroeren. Dat was al het idee van Elias toen hij in alle Vlaamse steden begon met z'n ‘Jazzpanorama's’, de aanloop naar de Jazzpromenadeconcerten en naar Jazz Middelheim.
In 2001 en 2003 bevestigt het BJO z'n intussen internationale faam met gastdirigentearrangeur Maria Schneider en gastdirigentsaxofonist Dave Liebman. Toots Thielemans - voortaan een vaste gast op het festival - werkt het ene jaar met pianist Bill Carrothers, wiens Europese ritmesectie bestaat uit bassist Nic Thys en drummer Dré Pallemaerts, en het andere jaar met z'n vaste begeleider Kenny Werner. Bert Joris leidt het BJO en maakt deel uit van zowel het kwartet van Philip Catherine als dat van bassist Philippe Aerts. De Europese avant-garde is vertegenwoordigd door Misha Mengelberg (met Dave Douglas), klarinettist-saxofonist Louis Sclavis, het Fred Van Hove Trio, Octurn met saxofonist Greg Osby, tenorist Tobias Delius, Kris Defoort, Han Bennink (solo) en de Gentse Flat Earth Society (met Toots als gastsolist). Uit de States komen nog Dave Holland, Steve Coleman met z'n mentor Bunky Green en trombonist Joe Bowie's chaotische Defunkt Big Band. De trio's van de pianisten Fred Hersch en Bill Mays zetten elk op hun manier de traditie van het Bill Evans Trio voort. Chris Joris en Mâäk's Spirit & Gnawa Express de Tanger & Baba Sissoko trekken de lijn van de crossover van jazz en wereldmuziek verder door. Randy Brecker en saxofonist Bill Evans (niet te verwarren met de gelijknamige, legendarische pianist) zijn de erfgenamen van de rockjazz van weleer, tenorist Michael Brecker is een van de oudste zonen van John Coltrane en nog altijd niet van de verbazing over z'n voorvader bekomen. Martial Solal is nog altijd op zoek naar een evenwicht tussen een variant van de hedendaagse Europese concertmuziek en de moderne jazz. Pianist Bugge Wesseltoft introduceert opnieuw de grooves, de loops en de samples van de bij de jongeren populaire afgeleiden van de jazz.
2003. Ten gevolge van een elektriciteitspanne in New York slaagt John Scofield er niet in z'n Überjam naar Antwerpen te halen. Hij ziet zich genoodzaakt samen met John Patitucci op bas en Peter Erskine op drums, met wie hij in een Duitse opnamestudio aan het werk is, alle luidruchtig vertoon achterwege te laten en gewoon ‘jazz’ te spelen. Zoals Elias Gistelinck het wellicht had gedroomd: van alle tijden, voor alle mensen, voor alle seizoenen, maar vooral voor de week van 15 augustus op het zonovergoten grasveld van Park Den Brandt in Wilrijk. Als u dit leest, zal de vijfentwintigste editie inmiddels een historisch feit zijn.
|
|