Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 2 (1872)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 2
Afbeelding van De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 2Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.50 MB)

Scans (374.32 MB)

ebook (3.33 MB)

XML (1.18 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 2

(1872)– [tijdschrift] Vlaamsche Kunstbode, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 15]
[p. 15]

Poëzie.

I. Pelgrimstogt.Ga naar voetnoot(1)

Een gedicht voor Muziek.

 
Op God gebouwd met vasten moed!
 
Met vaste hand de staf geheven:
 
De weg voer' ons tot dood of leven,
 
Waar God ons leidt daar is 't ons goed.
 
 
 
Waarheen wij zien langs berg en dal
 
't Is zegen, zegen overal;
 
Zoo stroom' dan ook met rein geluid
 
Een lofgezang den boezem uit.
 
 
 
Met duizend, duizend tongen
 
Zendt lucht en zee en aard
 
Een loflied nooit volzongen
 
Welluidend hemelwaart: -
 
‘De weg des Heeren is den vromen goed,
 
Hij voer' tot heil of tegenspoed!’
 
 
 
De bloesem viel - de zomerhitte brandt -
 
Wij wandlen voort naar 't verre Vaderland,
 
Zal daar de Herfst ons vruchten geven?
 
De weg is smal - de staf buigt in de hand,
 
Het oog wordt dof, de wankle knieën beven...
 
Wacht ons de rust in 't verre Vaderland?
 
 
 
Een dag van zorg, een dag van leed
 
Is weêr voorbijgegaan!
 
Gij kent ons hart, o Heer! en weet
 
Hoeveel 't heeft doorgestaan.
[pagina 16]
[p. 16]
 
Leer mij vreugde zien in leed
 
Leer mij lagchen door mijn tranen;
 
Liefdrijk Vader, Gij slechts weet
 
Ons des levens weg te banen;
 
Maar in vreugde, maar in rouw
 
Weet ons hart: Gij zijt getrouw!
 
 
 
De Nevel dekt ons digt en zwaar...
 
Krank is de ziel en 't lijf is mat,
 
En overal dreigt doodsgevaar...
 
Heer! doe het lichten op ons pad!
 
 
 
De Heer is ons tot eeuwig licht,
 
Al is het Nacht op onze wegen.
 
 
 
Gij gaaft den zwerver der woestijn
 
Een zuil van damp, een zuil van vuur;
 
God! zoudt Gij Ons dan verre zijn
 
In 't bang en slepend zwervens-uur?
 
 
 
Gij enge weg van zorg en smart
 
Wien slijk en steenen overhòopen...
 
Wel zijt ge moeilijk om te loopen
 
Ook voor het stoutste hart!
 
 
 
Maar of 't beneden donker is,
 
En of er boven wolken jagen,
 
Toch flikkren Sterren door de vlagen
 
Van stikke duisternis.
 
 
 
Een avondster, een morgenster,
 
Een ster van hopen en gelooven,
 
Een ster van liefde daar te boven,
 
Zij lichten ons van verr'.
 
 
 
Heil wie getrouw zal zijn, in allen nood! -
 
Daar straalt des Heeren Morgenrood,
 
Halleluja!
[pagina 17]
[p. 17]
 
Gij Akker Gods!... Uw kostbaar zaad
 
Moog' hooger Lente toeven...
 
Een talloos tal van bloemen staat
 
Te bloeien op uw groeven,
 
Belofte en troost, onmeetbaar groot...
 
Gij, leven, kiemende uit den dood.
 
.....................
 
Heil wie getrouw mocht zijn, in allen nood!
 
 
 
De weg des Heeren is den vromen goed,
 
Hij voert uit Nacht tot Morgenrood,
 
Halleluja!
 
 
 
Dr J.P. Heye.

Amsterdam.

II
De eerste ruiker.

 
Geen dartle zefiers fladdren, zwieren;
 
Het zwaluwtje is nog over zee;
 
Geen muschje nog komt bruiloft vieren,
 
En brengt de zoete Lente meê. -
 
 
 
En echter pronkt, en geurt hier binnen,
 
Nu de eerste ruiker van den hof;
 
Het offer van 't getrouw beminnen,
 
Viooltjes, ieders liefde en lof.
 
 
 
Heb dank! reeds zes-en-dertig malen,
 
Mijn echtvriend, hebt gij die vergaard,
 
Elk jaar doen met een kus betalen,
 
Dat lief geschenk, mijn hart zoo waard.
 
 
 
Dra zal dat schoon gebloemt verdwijnen,
 
Maar 't zoet gedenken blijft me bij,
 
Het wekt mij bij elk morgenschijnen,
 
En nog des avonds streelt het mij.
 
 
[pagina 18]
[p. 18]
 
Viooltjes, liefsten, kondt gij weten
 
Wat ge aan ons beider harten zegt,
 
Lief zinbeeld, dat wij nooit vergeten,
 
Dat zielen aan elkander hecht;
 
 
 
Het staat geschreven op uw blaâren,
 
Het klinkt zoo zacht in ons gemoed:
 
‘De wereld kan geen heildronk baren
 
Zoo als gij, frissche ruiker, doet!’
 
 
 
Mevr. Van Ackere, geb. Doolaeghe.

Dixmude, Februari 1872.

III.
Aan den dichter Frans Rens.

 
Noch de smarten die u kwellen
 
Bij al andren tegenspoed;
 
Noch miskenning van on dankbren
 
Kunnen stremmen uwen moed.
 
 
 
Ja, gij blijft de dappre Kamper
 
Voor ons schoone moederspraak;
 
Haar verheffing en haar luister
 
Is uw loffelijke taak.
 
 
 
De Eendracht, blad aan wetenschappen
 
En aan kunsten toegewijd,
 
Even als het vlaamsche Jaarboek,
 
Danken wij uw noeste vlijt.
 
 
 
Tot uw laatsten levensadem
 
Voert gij strijd voor taal en land;
 
Gansch uw loopbaan, al uw streven,
 
Blijft der Vlaamsche zaak verpand.
 
 
[pagina 19]
[p. 19]
 
Menig schoon en krachtig lied reeds
 
Vloeide van uw dichterlier,
 
En gij stortte in't hart van velen
 
Sprankels van uw bardenvier.
 
 
 
Heil zij u, vereerde Dichter,
 
Eedle strijder voor de taal;
 
Gunne God dat gij moogt leven
 
Tot haar vollen zegenpraal!
 
L.F.D..

Aaltre, 1872.

IV.
Herinnering.

Melodie.

 
Heengetogen
 
En vervlogen
 
Is de zoete kindertijd! -
 
Na een poozen,
 
Als de rozen
 
Zoo verdween hij voor altijd.
 
 
 
Als de kleuren
 
En de geuren
 
Van de bloemen, voor den wind;
 
Als de zwaluw
 
Voor de schaduw
 
Van den winter, zoo gezwind!
 
 
 
Toch in 't leven
 
Blijft me omzweven
 
't Zoet herdenken aan weleer:
 
Heengevaren
 
Kinderjaren,
 
'k Vind u in mijn droomen weer!
 
Theophiel Coopman.

Gent, Januari 1872.

[pagina 20]
[p. 20]

V.
Gemsenjagerslied.

 
De sneeuwlaag omhult nog der heuvelen kruin,
 
En dekt als een lijkwade 't eeuwenoud puin;
 
Toch, jager, grijp lustig de buks en de speer,
 
En moedig vooruit nu ter gemsenjacht weer!
 
Ginds hoog op 't gebergte, in de vrije natuur,
 
Die nergens een perk heeft dan 't eindloos azuur,
 
Ginds wacht u een leven zoo vreugdig en vrij...
 
- Hoe anders ons leven in de enge vallei!
 
 
 
Een schot heeft geknald, en nog een, en nog meer,
 
Een kreet heeft gegalmd over land, over meer,
 
Gekwetst, dwaalt de gemse nog bloedende rond,
 
Tot ze eindelijk krachteloos neêrzijgt ten grond,
 
De jager vervolgt haar door kloof en ravijn.
 
Elk hindernis schijnt zijnen moed nog te klein,
 
Hij zijgt van de helling, weer klimt hij omhoog,
 
Van vurigen geestdrift nu vonkelt zijn oog.
 
 
 
Een bloedstrepe toont hem het bochtige spoor,
 
Langs over de rotsen, het houtgewas door;
 
Hij volgt zonder vreeze die moeilijke baan,
 
En de afgrond die gaapt hem soms vreeselijk aan.
 
De gemse valt eindlijk den jager ten buit,
 
De jachthoren schalt en verkondigt het luid,
 
Dat 's 't leven des jagers, gevaarlijk doch vrij...
 
- Hoe anders ons leven in de enge vallei!
 
 
 
Victor Berg.

Antwerpen, 1872.

voetnoot(1)
Van dit stuk bestaat eene voortreffelijke hoogduitsche vertaling, bewerkt door Mevrouw Henriette Heinze-Berg.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • J.P. Heye

  • Maria Doolaeghe

  • Th. Coopman

  • Victor Berg

  • over Frans Rens


datums

  • februari 1872

  • 1872

  • januari 1872