Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 2 (1872)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 2
Afbeelding van De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 2Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.50 MB)

Scans (374.32 MB)

ebook (3.33 MB)

XML (1.18 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 2

(1872)– [tijdschrift] Vlaamsche Kunstbode, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Kunstkroniek.

Tooneel- en letterkunde.

- Volgens eene verklaring op het Middelburgsen Taalcongres gedaan door M. Désiré Delcroix, referendaris van het Belgisch gouvernement aldaar, zou de heer MinisterDelcour zich op dit oogenblik onledig houden met de herziening van het tegenwoordig bestaande stelsel, tot aanmoediging der tooneellitteratuur in België. Men weet dat dit stelsel over een paar jaren in voege gebracht, inderdaad voor veel verbetering vatbaar is.

- De tweede algemerne vergadering van het Nederlandsch Tooneelverbond heeft den 9 October jl. te Gent plaats gehad. Daarin zijn breedvoerig het doel en de werkzaamheden van het Verbond uiteen gezet, en eenige nieuwe leden aangeworven. Het blijkt dat door het Hoofdbestuur (Amsterdam) vooralsnu vijf afdeelingen zijn gesticht, te zamen een 300tal leden tellende. Een aanzienlijk getal afgevaardigden van Noordnederlandsche afdeelingen waren bij de gentsche vergadering legenwoordig. Te dier gelegenheid had daags te voren in Minards-schouwburg eene buitengewone vertooning plaats, met medewerking van Mej. Beersmans van Antwerpen. De voorstelling bestond uit Lena van Delcroix en De Slaapmuts van Geiregat.

Nederlandsch tooneel.

- Te Antwerpen, evenals te Gent, heeft de Vlaamsche Schouwburg zijne deuren geopend. Ons

[pagina 333]
[p. 333]

Nationaal Tooneel heeft op Zondag 29 September zijne vertooningen hernomen met de ‘De gevolgen der Dronkenschap’ (naar het ransch) een van die melodramatieke ‘pièces à sensation,’ welke, verdiend of onverdiend, gewoonlijk veel ‘volk’ uitlokken. - Den volgenden zondag was het: ‘Moeder Remy’, door P.J. Beems, een vertaald drama in 9 tafereelen, door en door fransch van opvatting: met een tweegevecht, eene zelfmoord, eene mislukte schaking en andere soortgelijke ‘émouvante scènes.’

Op Zondag 13 October speelde ons Nationaal Tooneel voor de eerste maal het drama: ‘Zoo werd hij rijk’ van wijlen A. Ruisch. Dit stuk, ofschoon niet zonder gebreken, is der vruchtbare pen van dien Noordnederlandschen tooneeldichter niet onwaardig.

Van de Woensdag-voorstellingen heeft het kunstminnend publiek gewoonlijk het meest reden om tevreden te zijn. De stukken - ofschoon grootendeels vertalingen - waren tot nu toe over 't algemeen goed, onder anderen de gunstig gekende comedie ‘Blinde Valeria’ en het niet onaardige ‘Gretchen de Kalkoenhoedster.’

Wat aangaat de manier, waarop deze eerste stukken werden gespeeld, die mag onder elk opzicht zeer voldoende worden genoemd en belooft voor het pas aangevangen tooneeijaar. Overigens, de samenstelling van het spelend personeel voor 1872-73 is van dien aard dat de eraan toegebrachte wijziging niet nadeelig schijnt te zijn. In tegenstrijdigheid met een loopend gerucht blijft Mej. Beersmans, onze uitstekende hoofdrol, nu bepaald aan het Antwerpsch tooneel verbonden. Verders, in vervanging van Mej. Aleidis en M. Hendrickx, in wie wij twee goede sujekten verliezen, heeft men thans, behalve eenige nieuwelingen van ondergeschikt belang, nog geëngageerd (althans als gastrollen): Mej, J. Heilbron, eene verdienstelijke artiste, die men met veel genoegen in Antwerpen terug ziet, en de heer en Lodewijk Bouwmeester en L. Morrien, twee begaafde Noordnederlandsche spelers. (De eerstgenoemde niet te verwarren met den heer Frits Bouwmeester die als bestendig akteur van den troep deelmaakt.)

Mejuffer Heilbron heeft hare heroptreding gedaan met de schoone titelrol in ‘Gretchen de kalkoenhoedster.’ Het spijt ons dat wij belet zijn geweest deze voorstelling te gaan bijwonen.

[pagina 334]
[p. 334]

‘Gretchen heeft - zei ons een vriend - zich zòò uitstekend van hare taak gekweten, dat Mej. Déjazet zelfs, die den rol heeft geereëerd, er over jaloersch zou mogen wezen. Mejuffer Heilbron heef een geestdriftig onthaal gevonden en mag gewis als eene uitmuntende aanwinst voor ons tooneol worden beschouwd. Overigens spreekt zij eene zuivere, sierlijke taal. Nooit heb ik bevalliger Nederlandsch hooren praten.’

Wat aangaat de heeren Lodewijk Bouwmeester en Morrien, geen van beiden hebben wij vooralsnu nog te zien gekregen. Wij hopen althans dat hunne hoedanigheid als gastrollen, zich toch niet bepalen zal bij eene bloote vermelding op de lijst van't personeel?

De openingsvertooning van het Nederlandsch Tooneel te Gent (op 27 September) bestond uit een naar het hoogduilsch vertaald drama, ‘het Lied oan den Vioolspeler,’ en een nieuw oorspronkelijk blijspel van P. Billiet. Vervolgens werden opvolgenllijk twee vertalingen gespeeld: ‘Lucie Didier,’ eene moderne fransche ‘zedenschets,’ met moderne fransche strekkingen; ‘de Vrouw van St-Tropez’ een flink geschreven en gevoelvol, maar wat te langdradig drama, zoowat van de oude school, maar dat ons toch beter bevalt dan de Froufrou's, Lucie Didier's, enz, ons door de nieuwore dramaturgen opgedischt. Eene der laatste voorstellingen was de heropvoering van het oorspronkelijk drama Lena, met een blijspel van Geiregat. De opvoering der stukken was zeer goed. De rollen waren met zorg aangeleerd. 't Orkest laat nog te wenschen.

Als samenstelling is de Gentsche troep nagenoeg dezelfde gebleven van verleden jaar, behalve dat Mevr. Larondelle zeer voordeelig is vervangen door Mej. Aleidis (van Antwerpen,) die te Gent zeer veel bijval vindt. Ook Mej. Beersmans blijft nu en dan hare medewerking aan het gentsch tooneel verleenen (als gastrol.) - De heeren Van Doeselaere en Fauconnier zijn als bestuurders herbenoemd.

In onze bijzondere Tooneelcritiek zullen wij weer regelmatig eene meer uitvoerige beoordeeling van ons Nationaal Tooneel geven, en ook bij gelegenheid de werkzaamheden der maatschappijen bespreken, die zich in onze vlaamsche steden en ook in enkele dorpen op de beoefening dertooneelkunst toeleggen. Mededeelingen van correspondenten zullen ons desaangaande welkom zijn.

[pagina 335]
[p. 335]

Toonkunde.

- Niet zonder spijt zien wij dat de aanrandingen, die sedert eenigen tijd door zekere dagbladpers tegen M. Benoit, den verdienstelijken Bestuurder ouzer Vlaamsche Muziekschool, werden gericht, thans op een ander, meer ernstig terrein worden voortgezet. In zitting van 23 September jl. heeft de heer Gits in den Antwerpschen Gemeenteraad de kwestie opgeworpen, en hierbij een nieuwen uitval gewaagd tegen M. Benoit, tegen de inrichting zijner school en zijne vlaamsche kunstprinciepen. Hij besloot met een voorstel tot herinrichting der Muziekschool, waartoe eene Commissie werd aangesteld. Ten gevolge dezer beslissing heeft de heer Benoit in een uitvoerigen brief aan den Précurseur gericht, geprotesteerd tegen deze ‘even onrechtvaardige als voorbarige aanvallen die aldus, zonder den Bestuurder te raadplegen, in zijne afwezigheid binst de vacantie, tegen de muziekschool in 't openbaar zijn gedaan.’ Gebrek aan plaats verhindert ons vooralsnu dit schrijven op te nemen, dat eindigt met de volgende verklaring: ‘... Ik heb, zegt de heer Benoit, de hooge verantwoordelijkheid op mij geladen de Vlaamsche Muziekschool van Antwerpen te vestigen, en dit tegenover den Gemeenteraad, die gezamentlijk met het Staatsbestuur, mij naar Antwerpen riep in 1867, om er die School te scheppen, en tegenover het gansche vlaamsche land. - Die zending zal ik tot het uiterste vervullen... Vereerd met het vertrouwen van Staat en Stad heb ik niets anders gedaan dan wat dit vertrouwen kon versterken. En om die volmacht te verdedigen, blijf ik. Van deze volmacht heb ik overigens geen gebruik gemaakt dan om eene zuivere en redelijke Muziekschool te stichten en den slenter en het vooroordeel uit te roeien.’

Beeldende kunsten.

- Ziehier den uitslag van den wedstrijd voor Beeldende Kunsten dit jaar voor de eerste maal door de Koninklijke Akademie van België uitgeschreven: - Beeldhouwkunst: prijs van 1000 fr. M. Xavier Mellery, van Brussel. Schilderkunst: prijs van 1000 fr. M. Jan Cuypers van Leuven.

- Met genoegen lezen wij in het ons vriendelijk toegezonden ‘Burgerswelzij’ van Brugge, dat de Commissie tot oprichting van het monument Breydel en De Coninck thans eindelijk voor goed de hand aan het werk slaat, met het vaste voornemen niet meer te ruste vooraleer het nagestreefde doel bereikt zij.

[pagina 336]
[p. 336]

De heer Julius Sabbe, professor, is tot secretaris benoemd in ver vanging van M. Karel Versnaeyen.

- Het aan den dichter Dautzenberg opgericht gedenkteeken is den 23 September jl. plechtig onthuld geworden. Te dezer gelegenheid werd de officiëele redevoering namens de Commissie uitgesproken door Prof. Van Driessche, die hierbi welverdiende hulde bracht aan Dautzenberg's nagedachtenis, als dichter, als mensch, en als Vlaming. Na hem voerden nog het woord: MM.F. Van de Sande, die een gedicht van Em. Hiel voordroeg, Crabbe, F. Van Bergen, Scherpenzeel, Torfs, Wouters, Jan Boucherij en ten slotte M. Frans De Cort, om als schoonzoon van den verheerlijkten dichter de aanwezigen te bedanken.

Necrologie.

- Theodoor De Backer, leeraar bij 's Rijks Middelbare school te Gent, overleden te Meulestede, in nauwelijks 23 jarigen ouderdom. Innig verkleefd aan de Nederlandsche taal, was hij een der ieverigste kampers voor de miskende taalrechten der Vlamingen. Hij was sedert jaren Secretaris der Vlaamsch-en volksgezinde maatschappij De Eendracht van Meulestede, waaraan hij onberekenbare diensten heeft bewezen. Ook op het gebied der letterkunde was De Backer in zijne ledige uren werkzaam. Behalve eenige losse stukjes in tijdschriften of jaarboekjes geplaatst, heeft men van hem een voortreffelijk Handboek over Volksgezondheidsleer. Zijn afsterven wordt door allen die hem kenden zeer diep betreurd.

Verschenen werken.

- Het Nederlandsche Volk, geschetst in verscheidene tijkvakken zijner ontwikkeling, door J.W. Hofdijk: 1ste aflev. Amsterdam bij Funke. - Prijs 0.25 gl. per aflevering

- Middelburg en Omstreken, geschetst door F. Nagtglas. Middelburg bij J.C. en W. Altorffer. - Prijs 0.40 gl.

- De twee Vrienden, zedenschets door Hendrik Conscience, met platen door Edw. Dujardin. Antwerpen bij Van Dieren.

- Tusschen licht en Donker, drie oorspronkelijke verhalen door J.L. Wertheim. Amsterdam bij gebroeders Binger. - Prijs 3.50 gl.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken