Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 5 (1875)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 5
Afbeelding van De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 5Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 5

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.62 MB)

Scans (379.17 MB)

ebook (3.36 MB)

XML (1.24 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 5

(1875)– [tijdschrift] Vlaamsche Kunstbode, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 397]
[p. 397]

Poëzie.

I.
Om mijn harte...

Aan Pepita.

 
Om mijn harte was het nacht, zoo duister!...
 
En ik zag ze, - in 't oog een stralenglans,
 
Op het voorhoofd eenen stralenkrans,
 
Hemelschoon in maagdelijken luister.
 
 
 
En een genster van dit licht geflonker
 
Boorde door mijns droeven harten nacht:
 
En die genster werd een zon der liefde zacht,
 
En die zon verdreef het nacht lijk donker.
 
 
 
Om mijn harte werd het dag!... Der liefde zonne
 
Gloorde hel in volle glansenpraal!
 
En ik zong der zoete minnetaa l -
 
En ik droomde 's nachts van heil en wonne!
 
 
 
Maar op eens dit dichterbeeld, zoo schoone,
 
Zei me koud, och ijskoud: ‘'k min u niet!’
 
Op mijn lippen stierf eenminnelied,
 
Op heur voorhoofd zwond de stralenkrone!
 
 
 
Duistre nacht is 't weder om mij harte!...
 
Liefdezon en - vuur zijn uitgedoofd;
 
Mijner ziel is alle heil geroofd,
 
Eu ze weent en treurt vol wee en smarte!

Brussel.

Isidoor Teirlinck.

II.
De landverhuizers.

Mijnen vriende Gg. Weidinger, te Nüremberg.

 
Zij gingen met gebukten hoofde
 
en torschten zwijgend hunnen last;
 
uit meen'gen blik sprak bange mismoed:
 
die dachten aan de heimat vast!
 
 
[pagina 398]
[p. 398]
 
En 't was zoo ver, zóo ver verwijderd,
 
het vaderland: Germania;
 
en 't klonk hoe luid, bij wijl, zoo somber,
 
hun kreet: Hurra! America!
 
 
 
Er waren grijsaards, vrouwen, kindren
 
en mannen met beneveld oog:
 
op aller hart, op aller ziele
 
een voorgevoel verlammend woog.
 
 
 
Het stoomschip zucht, de doeken wuiven...
 
Vaarwel! ze zijn voor immer heen:
 
de golven rollen doelloos verder,
 
hun doel is niet bestemder, neen!
 
 
 
Zij snellen, hun' geringen welstand
 
voor wisse ellende ruilend, voort:
 
Wat is 't een tijd, die alle banden
 
der heiligste gehechtheid stoort!
 
 
 
Gehechtheid die voor eigen zeden
 
en eigen haard in 't harte ligt; -
 
Dat is alweêr onze eeuw te danken,
 
de kostlike eeuw van stoom en licht!

Antwerpen.

V.A. Dela Montagne.

III.
In een dorpken.

 
Als het ergens kennis is
 
In een dorpken onzer streken,
 
En er 't vlaamsche bierken frisch
 
Uit de vaten stroomt bij beken;
 
Als de jeugd daarhenen spoedt -
 
Vlaamsche meiden, Vlaamsche zonen -
 
En een sprong op 't grasplein Joet,
 
Zou ik nòg daar willen wonen.
 
 
 
Als ik met de vriendenschaar,
 
Waaruit velen zijn geweken,
 
In de herberg zit, en daar
 
Van des levens strijd hoor spreken
 
En van toekomst, hoop en vreugd,
 
Zingen hoor in vlaamsche tonen;
 
O, dan roep ik 't hart verheugd:
 
Ik zou nóg hier willen won en!
 
 
[pagina 399]
[p. 399]
 
Wanneer de arbeidsuren zijn
 
Met de westerzou verstreken,
 
En ik met het liefje mijn
 
Wandlen ga langs weide en kreken;
 
Als ik haar dan strak bezie,
 
En haar kus op beide konen,
 
Zuchtend zeg ik dan: ‘Marie,
 
'k Had hier moeten blijven wonen.’
 
 
 
V. Vande Weghe.

IV.
O moedertaal!

 
‘Mijn' moedertale klinke vrij,
 
Langs Leije en Scheldekant;
 
In Gent, in Brugge en overal
 
In 't lieve Vaderland!...’
 
 
 
Dat was de droom van 't jonglingshart;
 
Dat zij de droom des mans;
 
O moedertaal! o liefdetaal
 
Vol melodij, vol glans!
 
 
 
Zij klinkt zoo lief, zoo vloeiend zoet.
 
Uit zachten vrouwenmond,
 
Geen kind dat in het moederlied
 
Geen teêr behagen vond;
 
 
 
Geen man die zijne moeder mint,
 
Geen kind dat vader acht,
 
Versmaadt die zoete reine taal,
 
Als orgelklank, zóo zacht...
 
 
 
O moedertaal! o liefdetaal!
 
O vloeie stil of luid,
 
Bij morgendgroet, bij 't avondlied,
 
Den Vlaamschen boezem uit!
 
 
 
O moedertaal! o liefdetaal!
 
O wees de rozenband,
 
Die aller harten samensnoert,
 
In 't lieve vaderland!...

Brussel, 1875.

Theophiel Coopman.

[pagina 400]
[p. 400]

V.
Mijn land, mijn lief!

MelodieGa naar voetnoot(1).

 
Hoort gij dit lied op de oevers onzer Schelde,
 
'Dit plechtig lied weêrgalmen langs het strand..
 
t Is 't Vaderland dat m'in die tonen huldigt,
 
Een vrijheidslied van 't schoone Vlaanderland.
 
Ik ook, ik juich, ik zing die fonen mede,
 
Want innig lief heb ik mijn' Scheldevloed:
 
Dààr langs zijn boord, daar woont mijn hartsgeliefde,
 
Daar bloeit een bloem, mijn minnend hart zoo zoet!
 
 
 
Mijn Land! Mijn Lief! aan U mijn ziel en zinnen,
 
Gij zijt mijn heil. mijn leven hier op aard;
 
'k Leef voor mijn land, en ook voor U, geliefde:
 
Uw beider naam blijft in mijn hart bewaard!
 
 
 
O zoete min! gij bron van hooger zegen!
 
Die alles kunt bezielen door uw gloed,
 
Voor 't liefje mijn streelt gij mijn hart zoo teeder,
 
Voor 't Vaderland ontbruischt er mannenmoed.
 
Met hart en ziel blijf ik mijn land beminnen,
 
Maar U, vriendin, zij ook mijn trouw verpand;
 
Gij, liefste, blijft de vreugde van mijn leven,
 
En 'k zing voor U en voor mijn Vlaanderland!
 
 
 
Mijn Land! mijn Lief! aan U mijn ziel en zinnen,
 
Gij zijt mijn heil, mijn leven hier op aard;
 
'k Leef voor mijn land, en ook voor U, geliefde,
 
Uw beider naam blijft in mijn hart bewaard!

Antwerpen, Juli 1875.

Edm. Mertens.

voetnoot(1)
Getoonzet door Jos. Bosiers, professor aan de Muziek school van Antwerpen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Isidoor Teirlinck

  • V.A. dela Montagne

  • Edmond Jan Willem Mertens

  • Victorien vande Weghe

  • Th. Coopman


datums

  • 1875

  • juli 1875