Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL - Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
DBNL - Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw

meer over deze tekst

Informatie terzijde

De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 7
Toon afbeeldingen van De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 7zoom

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2,59 MB)

ebook (3,37 MB)

XML (1,23 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 7

(1877)– [tijdschrift] Vlaamsche Kunstbode, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Catherina Beersmans.

 
‘Itaalje sier' zijn Ristori met bloemen;
 
En trotsch en fier toon' Frankrijk zijn Agar;
 
Wij, Vlamen, kunnen onze Beersmans roemen,
 
Aan ons tooneel de schitterendste star!’

Zóó zong een Antwerpsch dichter de gevierde kunstenares toe, ter gelegenheid van een harer benefietvoorstellingen, en de onbeschrijfelijke geestdrift van het publiek, leverde het bewijs dat het ten volle die hulde bijstemde.

[pagina 427]
[p. 427]

Niet ten onrechte gewis; want Beersmans is, zonder eenige tegenspraak, de eerste tooneelkunstenares der Nederlanden en mag, zooals nog onlangs een blad van Parijs, l'Europe Artiste schreef, zonder de minste vrees naast de meest beroemde tooneelkunstenaressen van den vreemde optreden.

Mejuffer Beersmans was de wezentlijke ziel van ons tooneel; - zij wist alles kleur, alles leven bij te zetten, en dank zij haar overwegend talent, gelukte zij er dikwerf in menig slechts half goed gelukt werk, tot een dragelijk iets te maken.

Niet alleen is Beersmans groot als tooneeliste, zij is ook met rijke kennissen, een helderen geest en een gezond oordeel begaafd.

Geen wonder dan ook dat zij de toevlucht van menige jonge schrijver was, die alvorens het voetlicht en het soms mooielijke publiek te durven trotseeren, hare wijze en verstandige raadgevingen inriep.

Niet een enkel schrijver zal het zich ooit hebben kunnen beklagen, Beersmans' oordeel over zijn werk te hebben willen kennen. En de schrijver dezer regelen, die voor de uitstekende kunstenares eene onbeperkte bewondering koestert, zal haar eeuwig dankbaar blijven, voor de bezorgdheid welke zij zijne eerste tooneel werken geschonken heeft, en de moeite welke zij zich gaf om ze bij het publiek ingang te doen vinden.

Holland, dat onze Beersmans zoo dikwerf reeds had mogen bewonderen en toejuichen, was als het ware jaloersch dat zij niet tot een hunner gezelschappen behoorde.

‘Dat Mej. Beersmans, schreef de Nieuwe Rotterdamsche Courant, nadat zij op 19 Januari 1875 in de Maatschappij van Fraaie Kunsten en Wetenschappen, voor de eerste maal als declamatrice optrad, meer dan eene gewone tooneelspeelster is, dat zij eene van de zeer weinige is, die de gaven, in eene tragedienne vereischt, bezitten, dat bewees zij gisterenavond opnieuw. En Nederland heeft haar nog niet weten te winnen voor zijn tooneel! Men laat nog toe, dat ze zich verslijt aan spektakelstukken, in plaats dat ze een eereplaats inneemt op een onzer eerste schouwburgen, bij een onzer beste troepen, rollen vervullend, harer waardig! Ken trage-

[pagina 428]
[p. 428]

dienne van haar talent zou 't misschien mogelijk maken, dat 't edelste genre der tooneeldichtkunst - het treurspel - in Nederland weder in eere werd hersteld.

- Of onze tooneelbestuurders dat begrepen, en niet rustten, voordat ze aan Rotterdam Mej. Beersmans hadden geschonken!’

Van dit oogenblik werden dan ook door verscheidene tooneelbestuurders pogingen aangewend om ons Mej. Beersmans te ontnemen, maar vruchteloos.

Ongeveer sedert een jaar hebben de heeren Legras, Van Zuylen en Haspels alles aangewend wat mogelijk was om Mej. Beersmans aan hun gezelschap te verbinden. Lang werd er geaarzeld, maar de verstandige bestuurders, die zich noch moeite, noch kosten ontzagen, deden de schitterendste voorstellen, en zagen ten laatste hunne pogingen met goeden uitslag bekroond worden: - Beersmans was voor Antwerpen verloren.

Dat deze tijding door de Hollandsche pers met vreugde, door de Vlaarnsche met spijt vernomen werd, hoeft niet te worden gezegd: Betere aanwinst kon Rotterdam niet doen, gevoeliger verlies kon ons Nationaal Tooneel niet ondergaan.

Stellig is het, dat niemand Mej. Beersmans ongelijk zal geven te zijn vertrokken, daar het haar niet alleen onder stoffelijk oogpunt voordeel bijbracht, maar ook onderzedelijk oogpunt. Te Rotterdam zal zij in eene geheele andere soort van stukken, meer overeenkomstig met haar talent, kunnen optreden, dan in die groote spektakeldramas; ook was zij sedert te veel jaren aan hetzelfde gezelschap verbonden en moest zij voor hetzelfde publiek optreden. Wanneer zij binnen een drietal jaren opnieuw aan ons Nationaal Tooneel zal verbonden zijn, dan zal zij met des te meer genoegen worden terug gezien en hare kunde nog beter worden geschat.

 

***

 

Op 20 September 1863 - ik was toen nog zeer jong, - had ik het genoegen Mej. C. Beersmans voor de eerste maal de planken der Variétés te Antwerpen, te zien betreden, in de onbeduidende rol van Pepita, in het drama De Bultenaar.

[pagina 429]
[p. 429]

Trouw bezoeker van ons Tooneel, was ik getuige van de rasse vorderingen, welke zij door aanhoudende studie en onverpoosden ijver maakte; ik zag haar alzoo de groote tooneeliste worden, die thans in de beide Nederlanden zoo zeer gevierd wordt.

Zoodikwerf reeds had ik mij naar Brussel en elders begeven, om deze of geene beroemde vreemde artiste te hooren en toe te juichen; ik was er dan ook opgesteld het debuut van onze Beersmans, dat op 7 September jl. te Rotterdam plaats had, bij te wonen, ten einde dan ook getuige te zijn van den bijval die haar bij onze Noorderbroeders te wachten stond.

In de vleiendste bewoording had de drukpers Beersmans welkom geheeten, en het talrijk publiek, dat, reeds lang voor den aanvang zich in de zaal verdrong, leverde een klaar bewijs dat de Rotterdamsche bevolking er aan hield door zijne tegenwoordigheid, zijne vreugde over haar bezit te betuigen. Ook zoodra men gewaar werd dat onze Beersmans het tooneel ging betreden, kwam er eenige beweging, opschudding onder het volk, allen waren ongeduldig, nieuwsgierig, en nauwelijks had zij zich dan ook vertoond of een donder van toejuichingen brak los, terwijl verscheidene bloemtuilen en kroonen de zichtbaar ontroerde artiste werden toegeworpen en aangeboden. Zeer dikwerf nog vielen haar in den loop van het stuk toejuichingen ten deel en na elk bedrijf werd zij terug geroepen. Deze huldebetooging was verdiend, want zoodra de eerste ontroering eenigszins overwonnen was, toonde Beersmans ons hare talrijke en schitterende gaven, die het ons zoo dikwerf reeds gegeven was te bewonderen en toe te juichen.

Het stuk waarmede de Rotterdamsche schouwburg zijne deuren opende en dat onze Beermans tot debuut diende was l'Etrangêre van Alex. Dumas fils.

Iedereen weet dat het laatste werk van Frankrijks' eersten dichter, overal waar het opgevoerd werd, veel ophef heeft gemaakt. Dit is licht te begrijpen daar Dumas' strekking en zoogenoemde philosophische ontwikkelingen, door de eenen zeer hoog opgevijzeld, door anderen met evenveel vuur bestreden en afgebroken worden.

[pagina 430]
[p. 430]

Van wederzijden maakt men zich aan overdrijving schuldig. Ver van mij te beweren dat Dumas fils het toonbeeld der moralisten is, heb ik toch ook nog nooit in zijne werken die ongehoorde zedeloosheid aangetroffen, waarover ik reeds zoo dikwijls las.

(Wordt voortgezet.)

E.v.B.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Algemene gebruikersvoorwaarden
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken