Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 7 (1877)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 7
Afbeelding van De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 7Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 7

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.59 MB)

ebook (3.37 MB)

XML (1.23 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 7

(1877)– [tijdschrift] Vlaamsche Kunstbode, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 570]
[p. 570]

Kunstkroniek.

Tooneel- en letterkunde.

- Prijskampen. - De Tooneelkundige Afdeeling van het Vlaamsche Volk van Antwerpen, heeft eenen wedstrijd uitgeschreven voor het opvoeren van stukjes in één bedrijf. Deze opvoeringen hebben plaats tot opluistering der volksvoordrachten, door de uitschrijvende vereeniging gegeven. De eerste beurtoptreding was aan de Concordia van Borgerhout, met Van Peene's blijspel Hotsebotse.

- De heer Servaas van Rooijen heeft, om redenen van persoonlijken aard, afgezien van de door hem zeer goed verzorgde redactie der Euphonia. Thans is de leiding van dit letterkundig weekblad toevertrouwd aan den heer M.A. Sipman. De nieuwe uitgever, de heer J. Minkman van Arnhem, geeft in een bijzonder bericht de verzekering dat al zijn streven, evenals dat van den heer Hoofdredacteur, steeds op de degelijkheid van het blad zal gericht zijn. Van haren kant beveelt de letterlievende vereeniging Nicolaas Beets den nieuwen uitgever bij abonnenten en medewerkers aan.

- Mejuffer Elisa Baart, van Middelburg, die zich op dramatisch en op letterkundig gebied reeds een gunstig bekenden naam heeft gemaakt, doet op dit oogenblik een kunstreisje in Zuidnederland. Te Antwerpen is zij met goed gevolg in twee verschillige vereenigingen opgetreden: in het Willemsfonds met eene lieve novelle van eigen opstel, getiteld ‘Mathilde van Molenbeek’ en in den Cercle artistique met eene declamatorische voordracht. Hiertoe had Mej. Baart enkele tooneelen Shakespeare's Hamlet gekozen, en bepaaldelijk uit de rol van Ophelia. Over 't algemeen deed zij bij het talrijk opgekomen publiek zeer veel genoegen. Het hoofddoel dezer jonge kunstonares was: zich als ‘declamatrice te doen kennen. Welnu, zonder vrees van tegenspraak mag gezegd worden, dat zij dààrin op schitterende wijze is geslaagd. Mej. Elisa Baart is, zooals men weet, eene leerlinge van Mej. Kruseman; doch zij die haar in Multatuli's Vorstenschool hebben toegejuicht en haar thans de Ophelia hebben zien voordragen, zullen wel met ons

[pagina 571]
[p. 571]

van oordeel wezen dat het dramatisch talent der leerlinge van nu af dat der meesteres verre overtreft. Bij een zeer gunstig voorkomen paart Mej. Baart eene natuurlijke, gevoelvolle en vooral fijnbeschaafde voordracht. Jammer dat voor enkele plaatsen uit den ‘Hamlet’ haar lief orgaan wel wat te zwak scheen te zijn. - Wij vernemen dat Mej. Baart zich bepaaldelijk aan de tooneelkunst gaat toewijden Bericht aan de tooneelbestuurders. Wij twijfelen niet of, onder eene kundige leiding, zou zij eene voortreffelijke aanwinst voor ons Nederlandsch Tooneel kunnen worden.

Tot ons spijt zijn wij verhinderd geweest de belangwekkende voordracht bij te wonen, welke Dr C.J. Hansen onlangs in het Willemsfonds alhier heeft gehouden: over het Platduitsch en het Nederlandsch. Doch daar deze verhandeling door de zorgen der Afdeeling wordt gedrukt, zullen wij de gelegenheid hebben daarop nader terug te komen.

- Te Dixmude zal eerlang een groot feest, ter eere der gevierde dichteres Mevr. Van Ackere, plaats hebben. Wij verwachten nadere berichten betrekkelijk deze belangwekkende kunstplechtigheid.

Beeldende kunsten. - Prijskampen.

- Een Kunstblad heeft gemeld dat de jury, door Staats- en Stadsbestuur gelast met het beoordeelen der ingezonden plans voor het opbouwen van een nieuw Museum te Antwerpen, den eerepalm heeft toegekend aan het projekt dat voor opschrift draagt: ‘kunst baart gunst.’ Het is een ontwerp in Grieksch-Romeinschen bouwstijl, terwijl er in den prijskamp een evenzoo merkwaardig projekt in Vlaamsche Renaissance voorhanden is, met kenspreuk: ‘Rubens ter eere!’ Wij voegen volgaarne onze stem bij sommigen onzer Vlaamsche confraters die vragen dat de Vlaamsche Rubensstad liever aan een monument in eigen Vlaamschen stijl de voorkeur zou geven.

- De opening van don grooten Staatswedstrijd voor de Schilderkunst (Prijs van Rome) zal plaats hebben op 1 April 1878 in de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten te Antwerpen. Zooals men weet bekomt de laureaat gedurende vijf jaren een hulpgeld van 5000 fr. om zijne studiën in den vreemde te gaan voltooien.

[pagina 572]
[p. 572]

- In de onlangs nieuw opgerichte zaal-Verlat zijn te Antwerpen een drietal tafereelen van den Boheemschen schilder Gabriel Max tentoongesteld, die, te oordeelen naar zekere berichten der buiten landsche pers, te Weenen Berlijn, Londen, enz., sensatie hebben gemaakt. Het voornaamste van de drie, een Christushoofd, zou zelfs te Londen een gansch jaar, in eene opzettelijk daartoe opgetimmerde galerie, een stroom van bezoekers hebben uitgelokt. De twee àndere: Magdalena, (Het Berouw) en Judas Escariot (De Wanhoop) wekten overal niet minder belangstelling op. Dit is thans ook hier het geval, ofschoon wij goed gelooven dat meer dan één bezoeker eenigszins onvoldaan terugkeert. Zeker levert dit drietal werken ruimschoots stof om een zeer gunstig denkbeeld van Gabriel Max' penseel te geven; veel is er dat, als teekening, als kleur en stijl werkelijk eene meesterhand verraadt; doch die buitengewone toeloop van 't Engelsch publiek naar de schilderijen van Max moet o.i. vooral worden toegeschreven aan eene bijzonderheid, die niet zooheel tot het kunstgebied behoort. Zijn Christus kenmerkt zich namelijk hierdoor dat de oogen schijnen gesloten te wezen wanneer men de schilderij van nabij beschouwt, en open wanneer men zich op eenigen afstand bevindt. Die dubbele blik (een louter optisch verschijnsel, voortgebracht door een technische middeltje dat lang vóór Max was bekend) werd in sommige dagbladen blijkbaar als reclaam besproken, en schijnt vooral in Engeland niet zonder invloed gebleven te zijn. De Belgische, althans de Antwerpsche pers toont zich echter daaromtrent minder ‘complaisant,’ en betreurt dat een zoo verdienstelijk kunstenaar als de heer Gabriel Max zich met dergelijke, kunstgrepen bezig houdt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken