Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 8 (1878)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 8
Afbeelding van De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 8Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 8

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.58 MB)

ebook (3.33 MB)

XML (1.22 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 8

(1878)– [tijdschrift] Vlaamsche Kunstbode, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 113]
[p. 113]

Poezie.

I.
Herfstgezang.

Koor

Allen.

 
Geen ploegen meer,
 
Geen zwoegen meer;
 
Het zaaien
 
En maaien
 
Is uit!
 
Elk heeft zijn loon en brengt zijn buit:
 
De vruchten der aarde,
 
De vruchten des geestes,
 
De vruchten der liefde.
 
't Is herfst. Vooruit!

Eerste halfkoor (Mannen).

Werkers, Landbouwers.

 
Jaar uit, jaar in, in koud en warm,
 
Met taaien wil en kloeken arm,
 
Hebben wij 't land
 
Bebouwd,
 
Den grond doorkloofd, bemest, besproeid,
 
Gezaaid, geplant,
 
Op God vertrouwd,
 
Het onkruid gestadig uitgeroeid;
 
De zegen kwam van boven.
 
 
 
‘Zorgt, werkt!
 
Zoo sprak ons de plicht.
 
Wij hebben gezorgd en ons werk verricht,
 
En nooit ons plicht verzuimd, beperkt,
 
En nooit ons taak verschoven.
 
De zegen kwam van boven.
[pagina 114]
[p. 114]
 
Is 't harte gezond,
 
En moet men niet vreezen voor 't daaglijksch brood,
 
Dan wordt de vreugde een dischgenoot,
 
Dan klinkt als een dank het lied uit den mond.
 
Welnu!
 
Wij brengen u alles in overvloed;
 
Versterkt uw lichaam, verwarmt uw bloed:
 
Komt hier, gij broeders, wij deelen met u
 
De welige vruchten der aarde.

Tweede halfkoor (Mannen).

Denkers, Dichters, Vorschers.

 
Van 's morgens vroeg tot in het nachtlijk uur,
 
Met immer nieuwen moed en nieuwen dorst
 
Naar wetenschap, zoo duur,
 
Hebben wij het raadsel der natuur
 
Nagevorscht.
 
 
 
Zee, aarde, hemel,
 
Afgrond, golven, starrengewemel,
 
In alles hebben wij gelezen,
 
Aan alles hebben wij gevraagd
 
Wat ons vereed'len mocht of ons kon nuttig wezen,
 
En dikwijls hebben wij geslaagd.
 
In naam van Hem,
 
Die met zijn godesvonk ons hart en hoofd bezielde,
 
Voor wien ons vrije wil aanbiddend nederknielde,
 
In Godes name riep ons stem:
 
‘Hemel, ontsluier uw starrenpracht!
 
Aarde, ontbloot uw ingewand!
 
Zee, ontsluit uw golf en kolk!
 
Dat wij naken tot het licht,
 
Dat wij dringen tot uw schat,
 
Dat wij kennen uw geheim!’
 
En daar wij 't goed slechts zochten om het goed te plegen,
 
Heeft niemand gezwegen,
 
Noch zee, noch hemel, noch aarde.
 
Hier zijn wij nu
 
Met wonderschatten hoog van waarde!
 
Komt hier, gij broeders, wij deelen met u!
 
Neemt uit ons schatten het rijkste,
 
Kiest uit ons kunsten het schoonste,
[pagina 115]
[p. 115]
 
Proeft hier ons diepste geheimen;
 
Wij brengen voor u,
 
Wij plengen voor u
 
De duurbare vruchten des geestes.

Vrouwenkoor.

 
Terwijl gij ploegdet op het land,
 
Of zeildet naar het verre strand,
 
Of drongt tot in het ingewand
 
Der aarde;
 
Terwijl uw schrandre geest zoo menig duurbaar pand
 
Vergaarde,
 
Hebben wij bedrijvig uw huis bestierd,
 
Met orde en met reinheid uw woon versierd,
 
En dag en nacht
 
Aan u gedacht,
 
Naar u getracht;
 
En onder 't hart,
 
Met hoop en smart
 
Den zoeten last, de liefdevrucht gedragen...
 
Beminde, wij durven u fier aanschouwen;
 
Omarmt uw trouwe, kuische vrouwen,
 
En drukt op het hart uw bloeiend kroost.
 
Wij ook, wij brengen een rijken oogst,
 
Rijker dan schatten,
 
Schooner dan kunsten,
 
't Geheim, dat alle geheim verwint;
 
Het bloed van ons bloed,
 
Het vleesch van ons vleesch,
 
Het licht onzer minnende zielen,
 
Het kind!
 
Wij vrouwen, wij brengen de vruchten der liefde!

Allen.

 
O Gij, die in de heemlen zijt,
 
Die alles schikt, dien alles roemt,
 
En toch ons uwe kindren noemt,
 
O Vader, wees gebenedijd!
 
Behoud ons sterk,
 
Bestuur ons werk,
 
Geef ons gezondheid voor het lichaam,
 
Verzadig onzen dorst naar 't ware,
 
Bevredig onzen zucht naar 't schoone,
 
Vervul ons wenschen naar het goede!
[pagina 116]
[p. 116]
 
Ja! geef ons, geef ten allen tijd,
 
De vruchten der aarde,
 
De vruchten des geestes,
 
De vruchten der liefde,
 
O God, die in de heemlen zijt.
 
 
 
G. Antheunis.

Halle, bij Brussel.

II.
Met ons vijven...

 
Wij hebben met ons vijven,
 
Gedeeld een schat van vreugd,
 
In al de goede dagen
 
Van onze rijke jeugd.
 
 
 
Wij hebben met ons vijven
 
Dezelfde wieg gedeeld,
 
Uit éene bron gedronken,
 
Aan éenen schoot gespeeld.
 
 
 
En vader had als moeder
 
Ons ieder even lief...
 
Zij speelden met ons mede
 
En deelden elke grief!
 
 
 
O, 't waren schoone dagen,
 
De dagen onzer jeugd...
 
Wij waren zonder smarten,
 
En vaders, moeders vreugd!
 
 
 
Wij hebben met ons vijven
 
Gedragen groote smart,
 
Toen 't lot ons wreed ontscheurde
 
Het dierbaar ouderhart...
 
 
 
Toen ginds op Eik-en-Duinen,Ga naar voetnoot(1)
 
Een meisje, klein en teer,
 
Om kracht bad voor haar broeders,
 
Van onzen lieven Heer.
 
 
[pagina 117]
[p. 117]
 
Toen wij daar met ons vijven,
 
Geknield op 't oudergraf,
 
Te zaâm 't verlies betreurden
 
Dat ons hun sterven gaf,
 
 
 
En dan naar 't sterfhuis keerden,
 
Waar nu geen welkomstgroet,
 
Geen lieve lach van moeder
 
Meer klonk... ons te gemoet!
 
 
 
O, 't waren droeve dagen...
 
En toch die lange smart,
 
Bond inniger nog samen,
 
Der weezen droevig hart.
 
 
 
De liefde voor elkander,
 
Door ons van jongs gevoed,
 
Die gaf ons in het leven,
 
Weer kracht en strijdensmoed!
 
 
 
Wij waren met ons vijven,
 
Een schoonen tijd bijeen:
 
Een roosje, met vier blaadjes
 
Beschuttend er om heen!
 
 
 
Helaas! daar wordt het roosje
 
Naar 't verre Oost verplant!
 
Vier jamm'ren, weenen, klagen:
 
‘Verscheurd ook déze band!...’
 
 
 
Maar neen, haar trouwe liefde
 
Leeft steeds nog met ons meê,
 
En trok zij ver ook henen:
 
De liefde koelt geen zee!
 
 
 
Wij blijven met ons vijven,
 
Al is ook d'afstand groot,
 
Door éenen band omstrengeld
 
Vereenigd tot den dood!
 
 
 
Jan C. De Vos.

Amsterdam.

[pagina 118]
[p. 118]

III.
Voorwaarts!...

 
Voorwaarts stappen door het leven;
 
Voorwaarts heen door zuur en zoet,
 
Immer 't hoofd omhoog geheven
 
Met de leus: ‘geduld en moed.’
 
 
 
Zulk een leus op 't vaandel stellen,
 
Vrienden uit 't geboorteland,
 
Ja, gij moogt mij medetellen
 
Onder u, - 'k ben ‘flamingant.’
 
 
 
Immer voorwaarts om te strijden
 
Is des levens hoogst gebod;
 
Niet geaarzeld zelfs in 't lijden:
 
‘Help u zelf, zoo helpe u God!’
 
 
 
Moedig dan den stond genoten,
 
't Zij bij storm of zonneglans;
 
Moedig voort en onverdroten,
 
't Goede recht behoort ons gansch.
 
 
 
Roesten zou de ploeg der krachten
 
Stond zij werkeloos en stil;
 
Geene rust bij dag of nachte
 
Zoo men zegepralen wil.
 
 
 
Ruste mogen wij niet kennen,
 
Rust, dat breekt ons leven af;
 
Laf, wie zich eraan gewennen, -
 
Rust bestaat voor ons in 't graf.
 
 
 
't Vlaamsche Vaandel fier gedragen
 
Steeds vooruit, met moed en kracht;
 
Voor de vrijheid alles wagen,
 
Voor 't geweten, voor 't gedacht.
 
 
 
Voor de kunst, om te beschaven,
 
Eigen land en taal getrouw;
 
Om den kennisdorst te laven
 
Van ons kroost, van onze vrouw.
 
 
[pagina 119]
[p. 119]
 
Kunst en kennis, eigen zeden,
 
Kern der vooruitgangsbloem;
 
Kunst en kennis van 't verleden,
 
Van der vrededagen roem.
 
 
 
Kunst om ons gemoed te ontroeren
 
Door de waarheid onverbloemd,
 
Om in geestdrift te vervoeren
 
't Volk dat immer vrij zich noemt.
 
 
 
Gaat zoo voort, met vaste schreden,
 
Vrienden uit mijn Vlaanderland;
 
Ver van u, ja, ben ik heden,
 
Maar 'k blijf immer flamingant!
 
 
 
V. Vande Weghe.

Bergen, 1878.

IV.
Herdenken.

 
Ten westen zinkt de zonne
 
In 't effen, gouden meer;
 
Hare avondstralen schieten
 
Op gindschen toren neêr.
 
 
 
ô, Toren van mijn dorpje!
 
'k Verliet u jong en teêr!...
 
Hier ben ik, - oud en arrem, -
 
ô, Toren, 'k zie u weêr...
 
 
 
En ginder staat de molen
 
Waar vader heeft gediend;
 
Zijn roode wieken wenken
 
Naar mij als naar een vriend.
 
 
 
En zie! Ik strek mijne armen
 
Als tot omhelzen uit...
 
Maar niemand komt mij tegen,
 
Noch vriend, noch vrouw, noch bruid.
 
 
[pagina 120]
[p. 120]
 
Op 't kerkhof rusten allen.
 
Die ik eens heb gekend;
 
Die deelden in mijn spelen
 
Zijn dood of onbekend.
 
 
 
De zon is nu al onder;
 
Het Westen blijft nog rood...
 
Ook mijne zon is henen:
 
Ik voel de koû der Dood...
 
 
 
Maar de avond van mijn leven
 
Vloeit over van genot:
 
De gave van 't Herdenken
 
Verzacht mijn droevig lot.
 
 
 
Karel Deflou.

16 December 1877.

V.
Jongens.

 
Laat de wilde jongens spelen;
 
Stoeien, worstlen op de straat;
 
Want een jongen moet niet droomen
 
Als, na 't leeren, 't speeluur slaat.
 
Zie, 'k zou nog een handje helpen
 
Met het koene jongensras
 
En ja, 'k zou nog duchtig meêdoen...
 
Als ik maar zoo oud niet was.
 
Oh! ik zie de jongens gaarne,
 
Met hun open ferm gelaat,
 
Met die frissche roode kaken,
 
Want zij kennen nog geen kwaad,
 
Maar ik kan geen gluiper lijden,
 
Die niet flink uit de oogen kijkt
 
En met bleeke holle wangen
 
Haar en pet op 't voorhoofd strijkt.
 
 
 
A.M. Oomen.

Antwerpen.

voetnoot(1)
Naam der begraafplaats te 's Gravenhage.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Gentil Antheunis

  • Jan C. de Vos

  • Victorien vande Weghe

  • Karel de Flou

  • Antoon Maria Oomen


datums

  • 1878

  • 16 december 1877