Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 11 (1881)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 11
Afbeelding van De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 11Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 11

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.58 MB)

ebook (3.34 MB)

XML (1.21 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 11

(1881)– [tijdschrift] Vlaamsche Kunstbode, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Muzikaal praatje uit Noord-Nederland.

De Winter-Campagne van Mejufvrouw Euterpe scheen aanvankelijk bij ons in Nederland niet onder gunstige omstandigheden te zullen beginnen. Ik wil niet zeggen, dat men die liefelijke muze de deur wees; maar zoowel te Amsterdam als te 's Gravenhage deed zich dit jaar de vraag voor, wáár men haar zou herbergen.

In Amsterdam wordt de Parkzaal (waar de meeste concerten plaats vinden) afgebroken. Men wil daar een Eden-théatre oprichten à l'instar van Brussel. Waarschijnlijk heeft de toenemende afkoeling van ons klimaat en de daarmêe in verband staande verkorting van den zomer de aandeelhouders op het denkbeeld gebracht, om hunne leden, door de oprichting van een kunstmatig Eden, schadeloos te stellen voor alle rhumatische en koortsachtige aandoeningen, in het Park opgedaan; maar, dan hadden die heeren toch wel zorg mogen dragen, dat de concerten voor hunne leden, onder leiding van den Heer Stumpff, in een behoorlijk lokaal konden plaats vinden, en niet in een... kermistent. En behalve genoemde concerten zijn er nog zoovele andere vereenigingen in verlegenheid gebracht.

Waar zal de Maatschappij Caecilia met hare repetities, Toonkunst met hare uitvoeringen heen? Waarheen? Waarheen? vraagt elk muzikaal gezind inwoner van de Amstelstad, in den tusschentijd dat ons een plaatsje in Eden wordt bereid?

In den Haag waren de moeilijkheden van anderen aard. Hier was het God Pluto die gehuldigd moest worden. Het bestuur van het Gebouw van Kunsten en Wetenschappen stelde zulke hooge eischen

[pagina 561]
[p. 561]

aan het bestuur van het Concert Diligentia, voor de huur der groote zaal, dat men meende daaraan geen gehoor te mogen geven.

Verschillende besprekingen over en weer hadden plaats, totdat er op een ledenvergadering besloten werd, toe te geven aan de gestelde voorwaarden. Het bestuur van Diligentia nam daarop in corpore zijn ontslag. Nieuwe moeilijkheden! Alle pogingen, die men aanwendde om zoo mogelijk twee of drie commissarissen op hun genomen besluit te doen terugkomen, bleken vruchteloos.

Zag men aan de eene zijde met leedwezen het aristocratisch bestuur van Diligentia met den Haagschen Burgervader aan het hoofd zijn taak neerleggen, aan de andere zijde mag het niet worden ontkend, dat de keuze van jeugdige krachten in hunne plaats ons het blijde vooruit zicht opent, dat er een vrijzinniger tijdperk voor Diligentia zal aanbreken en de moderne meesters ook in ‘diesen heil'gen Hallen’ zullen worden toegelaten.

De namen van de heeren Scheurleer (schrijver der twee Titanen: Berlioz en Wiertz), van Meurs, een algemeen bekenden Wagner-vereerder, H. Kool, enz., zijn ons als zoovele waarborgen voor de vervulling van dien wensch.

Het is mij een groot genoegen den welverdienden bijval te kunnen melden, die uwen talentvollen landgenoot Jan Blockx ten deel is gevallen bij de uitvoering zijner symphonie (een Vlaamsche Kermisdag) onlangs op een concert van de Nederlandsche Toonkunstenaars-Vereeniging, onder leiding van het correspondeerend lid den Hr C. Van der Linden, te Dordrecht ten gehoore gebracht.

Dit werk getuigt van eene groote muzikale begaafdheid en poëtische opvatting. Het is schoon en zeer fraai geïnstrumenteerd.

Wij wenschen Meester Benoit geluk met dezen leerling uit zijn Vlaamsche school en hopen nog dikwerf in de gelegenheid te zijn de werken van dezen jeugdigen toonkunstenaar te leeren kennen. Bovengemeld concert werd geopend met een ouverture van onzen gezant te Parijs, baron van Zuylen van Nyevelt, Maria Stuart, getiteld. Dit werk, reeds verscheidene jaren geleden geschreven, is zeer verdienstelijk, en het ware te wenschen dat de Nederlandsche Schouwburgen, bij eventueele opvoeringen van het treurspel van dien naam, hun aandacht daarop vestigden. Nu het toch bij stemming der abonnés is uitgemaakt dat er bij tooneelstukken muziek moet uitgevoerd worden, zou het voor den denkenden toehoorder zeker aangenamer zijn om op die wijze in de vereischte stemming te worden gebracht, dan verplicht te zijn een pot-pourri uit Madame Angot of een of andere Polka-Mazurka aan te hooren.

In den Haag werd ook van wege de Toonkunstenaars-Vereeniging een soirée gegeven, evenwel op veel kleiner schaal dan te Dordrecht.

[pagina 562]
[p. 562]

Het ledental te 's Hage is ook lang niet zoo talrijk als in de grijze Merwedestad.

De soirée had plaats onder leiding van het correspondeerend lid den Heer H. Völlmar. De jeugdige talenten die zich lieten hooren, Mejufvrouw Dusault (zang), de Heeren Bouman, (violoncel) en Koert, (viool) verdienen allen de meeste aanmoediging.

Zeer interessant waren de uitvoeringen die de Heer Daniel de Lange in verschillende steden van ons land heeft gegeven. Hij had zich ten doel gesteld de werken van de oude Nederlandsche Meesters, met name Orlandus Lassus, Obrecht, Sweelinck en Clemens (non papa) die slechts zelden op de programma's voorkomen, meer onder de aandacht van het publiek te brengen, en zeker is het van groot belang te weten op welk een hoogen trap van ontwikkeling die kunstenaars toen reeds stonden. Nederland was in de zestiende en zeventiende eeuw de baanbreker op het gebied der toonkunst. De Heer de Lange had zich eene kleine keurbende van zangers weten te verzamelen, waardoor in de uitvoeringen een zekerheid en schoonen klank werd verkregen, die men met minder geoefenden moeilijk kan bereiken. Dat men zich nu niet bepale tot de uitvoering van werken uit vorige eeuwen, maar ook de levende Nederlandsche Meesters gedenke! Een krachtig samenwerken op dit gebied zou wellicht de Nederlandsche Toonkunst weer een eereplaats in de beschaafde wereld doen veroveren.

Hoe hoog worden buitenlandsche werken en kunstenaars bij ons vereerd, en hoe platonisch is men over het algemeen jegens den Nederlandschen kunstenaar en zijne scheppingen gezind. Dit feit valt zoowel op literarisch, als muzikaal gebied op te merken.

Wel heeft het huldebetoon aan uwen Conscience hier en daar een stem doen opgaan, ten behoeve van dezen of genen verdienstelijken kunstenaar in den lande, maar die stem is waarschijnlijk die des roependen in de woestijn. Het noordelijk bloed bruischt niet zoo vurig door de aderen als bij onze Vlaamsche broeders..... een kleine transfusie ware soms niet ongewenscht.

Shac.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken