De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 18(1888)– [tijdschrift] Vlaamsche Kunstbode, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Bladvulling Zekere proef De vrek Houvast lag op zijn doodbed uitgestrekt. Een neef beweerde ('t was er een, die niet mogt erven), Dat oom nog ademde. Het lijk werd dus suspect, En geen der vrienden had het minst verstand van sterven. ‘Is hij niet dood,’ dacht Hans, ‘dan leeft hij mooglijk nog. ‘Adieu dan erfenis!’ De dokter, fluks ontboden, Nam proeven naar de kunst. ‘Dit leidt slechts tot bedrog,’ Sprak Jan-Baas uit de buurt, en schreeuwde aan 't oor des dooden: ‘Hei, holla, heer Houvast! word wakker, arme man! ‘Ze breken bij u in! Weg zijn uw gouden staven!’ Het lijk bewoog zich niet. ‘Dood als een pier!’ zeî Jan. ‘Je kunt hem nu gerust begraven!’ P.T. Helvetius van den Berg. Vorige Volgende