Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 20 (1890)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 20
Afbeelding van De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 20Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 20

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.84 MB)

ebook (3.40 MB)

XML (1.36 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 20

(1890)– [tijdschrift] Vlaamsche Kunstbode, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 418]
[p. 418]

Onze Vlaamsche Kringen.
Kunstgenootschap de Kerels, te Roeselare.

Den 10 Juli 1886 werd deze letterkundige kring gesticht, wiens doel en streven besloten ligt in den maatschappelijke naam DE KERELS, en de kenspreuk Geene Taal, geen Volk.

Een algemeen overzicht der werkzaamheden sedert het bestaan, zal toonen dat de kring uit ernstige elementen bestaat, die allen ter meest bewijzen geven van hunnen lever voor, en hunne gehechtheid aan onze geliefde moederspraak.

Leden. - DE KERELS werden door 14 leden ingericht. Alhoewel verscheidene dezer inrichters de stad moesten verlaten, toch hebben nieuwe bijtreders het getal deelnemers tot 23 doen stijgen.

Oefeningen. - Ten einde de beoefening der taal, zoowel gesprokene als geschrevene, te bevorderen, zijn de voordrachten en letterkundige opstellen verplichtend gemaakt voor al de leden.

Zoo zijn in de 109 zittingen, 63 spraakoefeningen gedaan, en 96 werken van eigen vinding ingediend geworden.

De voordrachten handelen over letterkunde, geschiedenis, aardrijkskunde, natuurlijke wetenschappen, oudheidkunde, kunst en nijverheid. Wij mogen er met genoegen bijvoegen, dat verscheidene leden reeds vloeiend en met smaak een onderwerp mondeling behandelen.

Twee verbeterings-commissie's, ieder uit drie leden bestaande, beoordeelen beurtelings de schriftelijk ingediende werken,

Uitgaven. - Daarenboven hebben onze leden, in deze drie jaren, nog de volgende uitgaven in de kunstwereld gezonden:

Em. Van den Berche-Loontjens. Geschiedenis der Rederijkkamer Ste Barbara, gezegd ‘de Zeegbare Herten.’ te Roeselare.

- Wat geluk verliefd te zijn, blijspel met zang in 2 bedrijven. P. De Caluwe. De Meststoffen.

P.-P. Denys. Door de wereld, gedichten.

- Eene gansche verzameling schoolboeken.

G. Callebert-Reynaert (met medewerking van Alf. Lagravière, Jz.) Een Bloemenkrans, dicht en proza uit de jongste schrijvers van Vlaamsch-België,

Julius Rabau. Sergeant Bruno, tooneelspel met zang in een bedrijf.

- Vlaanderens opstanding, aria voor barytonstem, woorden van P.P. Denys, voorplaat door Gaston Vallaeys.

- De Jaargetijden, kindertooneel op woorden van Prudens Van Duyse.

- Het lied van de Kerels, woorden van P.-J. Maas.

- Épithalame, op woorden van Mev. Carlier-Vanbesien.

Feesten. - Prijskamp. Ondersteund door de Willemsfondsafdeeling onzer stad, schreven wij in den winter van 1886-87 eenen prijskamp uit van zang en tooneelkunde.

De optredingen geschiedden in de groote zaal der Harmonie, op 4 Zondagen.

[pagina 419]
[p. 419]

Iedere maal werd er eene voordracht gegeven en het werkvolk werd op deze feesten uitgenoodigd.

De bekomen uitslag was overheerlijk. Telkens was de zaal te klein.

De sprekers, die wij hier openlijk onzen besten dank betuigen, om hunne talentvolle ondersteuning, waren de heeren De guchtenaere, leeraar aan de Nijverheidschool te Gent, Van Neste, oud burgemeester van Winkel-St-Elooi, J. Maréchal, gewezen schoolbestuurder te Brugge en Robbe (uit Brugge) die pas uit den Congo was teruggekeerd

Inhaling van den prijs van Rome.

De heer Julius Lagae, een volkskind van Roeselare, behaalde in 1888 den grooten prijs van Rome in de beeldhouwkunst. DE KERELS sloten zich bij eenige zustermaatschappijen der stad aan, om den jeudigen kunstenaar eene prachtige lauwerkroón aan te bieden.

Rodenbachsfeesten. Het zelfde jaar, in September, werd de diepbetreurde Albrecht Rodenbach, stichter der Vlaamsche studentenbeweging herdacht. Ons lid, heer Julius Ronsse maakte deel van het inrichtend comiteit; de kring schaarde zich in den rouwstoet en doste met zijne zustermaatschappij de Rhetorika, een historischen groep uit van 106 mannen, waaronder een praalwagen, verbeeldende de verheerlijking van Breydel en De Coninck.

Boekerij. - Alhoewel wij pas ingericht zijn en slechts over een klein kapitaal beschikken, hebben wij toch eene boekerij weten te stichten, die reeds uit 183 werken bestaat. Dezen uitslag hebben wij grootelijks te danken aan de vrijgevigheid onzer leden; de hhn. Pol Loontjes, thans eerevoorzitter, en Luciaan Dorny-Degrendele.

Uit het voorgaande blijkt, dat het Kunstgenootschap DE KERELS eene nuttige instelling is, die reeds eenen zekeren en gunstigen uitslag heeft geleverd.

Voor de toekomst rekent de kring op de ondersteuning van allen, ten einde hem te doen gedijen, bloeien en vruchten dragen.

Een dringende oproep wordt gericht tot alwie de belangen en den vooruitgang onzer Vlaamsche Moederspraak behartigt. Dat men zich bij den kring aansluite: niemand zal om onze denkwijze afgewezen worden.

Zoo breke eens de dag aan, dat het genootschap DE KERELS, als eene glinsterende star aan Vlaanderen's kunsthemel zal prijken.

Wij laten hier ten slotte het Lied van De Kerels volgen, dat door den tegenwoordigen voorzitter, P.J. MAAS in 1886 gedicht werd.

Het Lied van de Kerels.

 
Al wie de Vlaamsche tale,
 
De Vlaamsche sprake mint,
 
Is welkom in ons midden
 
En wordt geteld als vrind.
 
Wie, wars van vreemde zeden,
 
Van laffe bastaardij,
 
Geen uitheemsch juk wil torsen,
 
Is welkom in onz' rij.
[pagina 420]
[p. 420]
Refrein.
 
Want ja, hier wordt gestreden,
 
Voor de oude moederspraak,
 
Voor Vlaamsche taal en zeden,
 
Voor de eed'le Vlaamsche zaak.
 
 
 
Wie trotsch op vroegre grootheid.
 
Van eigen landaard houdt,
 
En vreemde grilligheden
 
Met vreemde klanken schouwt:
 
Wie, op der vaadren daden,
 
Met fierheid nederstaart,
 
En dan zijn borst voelt zwellen.
 
Wordt hier met vreugde aanvaard!
 
 
 
Wie trouw met ons wil kampen,
 
Waar 't Vlaandren's rechten geldt,
 
En ondanks schimpend spotten.
 
Nooit buigt voor vreemd geweld;
 
Wie Vlaandren's rijk verleden,
 
Zijn taal, zijn helden roemt,
 
Hem groeten wij als broeder,
 
Schoon bastaardij hem doemt.
 
 
 
Maar, hij die onbezonnen
 
Zijn eigen aard miskent,
 
En bedelende blikken
 
Naar 't wufte Zuiden wendt,
 
Hij blijve vrij hier buiten
 
Met zijn vernedering;
 
Neen, nooit klink' hier de stemme
 
Van eenen aterling!
 
 
 
Ja, 't bruist hier nog door de aadren,
 
Het vrije Keerlenbloed.
 
Dat vroeger steeds getuigde
 
Van deugd en heldenmoed!
 
En 't is nog niet verbasterd,
 
Dat fiere leeuwenbloed,
 
Maar zet hier nog de borsten.
 
In vaderlandschen gloed!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken