Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 21 (1891)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 21
Afbeelding van De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 21Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 21

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.83 MB)

ebook (3.36 MB)

XML (1.34 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 21

(1891)– [tijdschrift] Vlaamsche Kunstbode, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 153]
[p. 153]

Kroniek.

Letter- en tooneelkunde.

- Ter bevordering der nationale kunst, heeft de Regeering der stad Antwerpen, bij besluit van 9 Februari 1891, eenen drijjaarlijkschen Wedstrijd van Tooneelletterkunde uitgeschreven.

De Stedelijke Tooneelraad van Antwerpens Nederlandschen Schouwburg is gelast deze beslissing uit te voeren, en bij dezen wordt de eerste dier wedstrijden geopend.

Derhalve hebben wij de eer al de schrijvers van Zuid- en Noord-Nederland uit te noodigen, om aan den prijskamp deel te nemen. Zij mogen mededingen met nieuwe oorspronkelijke drama's, comedies en blijspelen van allen aard, in gebonden of ongebonden stijl, en van één tot vijf bedrijven.

De uitgeloofde prijzen zijn verdeeld als volgt:

Voor het beste drama fr. 600
Voor de beste comedie fr. 500
Voor het beste blijspel fr. 300

De mededingende werken mogen niet reeds vertoond, gedrukt of anderszins bekend gemaakt zjjn. Zij moeten, leesbaar geschreven, vòòr 1 Juli 1891, vrachtvrij worden besteld in het secretariaat der stad Antwerpen.

Op straf van uitsluiting mogen de schrijvers zich hoegeaaamd niet laten kennen. Hunne ingezonden handschriften moeten eene kenspreuk dragen, welke herhaald is op een bijgevoegd gesloten briefje, de namen en het adres des schrijvers bevattende.

De Tooneelraad benoemt de jury, welke zal uitspraak doen vóòr 1 October 1891.

De bekroonde werken blijven het eigendom der schrijvers; doch het recht der eerste opvoering wordt den Nederlandschen Schouwburg van Antwerpen voorbehouden.

De niet bekroonde handschriften mogen na de beoordeeling worden teruggeëischt. De niet afgehaalde worden na 1 Januari 1892 vernietigd.

Aldus gedaan en goedgekeurd in zitting van den stedelijken Tooneelraad, den 23 Februari 1891.

De Voorzitter, Jan Van Rijswijk. De Secretaris, F. Jos. Van den Branden. De Leden, N. Cupérus, J. Florus, F. Gittens, J. Groesser, F. Kockx, Max Rooses, Kram. Rosseels, Max. Suremont.

- In het Amsterdamsche kunstblad De Portefeuille wordt de aanstaande verdwijning van ‘het voornaamste Vlaamsche-liberale maandschrift Nederlandsch Museum’ aangekondigd.

Wij weten, dat dit bericht volkomen onnauwkeurig is.

- De heer W.H.D. Suringar heeft eene uitgave bezorgd van Die bouc van seden, een middelnederlandsch zedekundig gedicht, dat in vroegere jaren reeds door den Duitschen geleerde Kausler werd uitgegeven.

- Eveneens heeft de heer E.T. Kuiper eene nieuwe uitgave be-

[pagina 154]
[p. 154]

zorgd van den middeleeuwschen ridderroman Karel en de Elegast.

- Van Prof. M. de Vries' groot Woordenboek der Nederlandsche taal is eene nieuwe aflevering verschenen, bewerkt door de heeren Dr A. Beets en Dr J.W. Muller. Zij gaat van Gloed tot Godsvertrouwen en handelt vooral over God en al zijne taalkundige afstammelingen.

- In het Noord-Nederlandsch tijdschrift Eigen Haard verschijnt tegenwoordig eene uitgebreide novelle van Mej. Virginie Loveling, getiteld Idonia; en in De Tijdspiegel eene novelle van onzen medewerker Gustaaf Segers.

Toonkunde.

- Groote prijskamp van toonzetting van 1891. - De Minister van Binnenlandsche Zaken en Openbaar Onderwijs brengt ter kennis der belanghebbenden dat een dubbele prijskamp wordt geopend voor een gedicht in Nederlandsche taal en een gedicht in Fransche taal, om op muziek gebracht te worden voor den prijs van toonzetting van 1891 (prijskamp van Rome).

Een prijs van 300 franken, of een gouden medalie van dezelfde waarde, zal aan de schrijvers der bekroonde gedichten toegewezen worden.

De gedichten zullen niet meer dan drie muziekstukken van verschillend karakter, onderbroken door zangverhalen. behelzen, niet meer dan twee honderd verzen bedragen, en behooren tot het lyrische of tot het dramatische vak. Het is onnoodig dat zij geschikt wezen voor de tooneelopvoering. De schrijvers mogen, naar believen, eene alleenspraak maken of verscheidene personnages doen optreden.

De Belgische schrijvers die aan den prijskamp willen deelnemen, moeten voorden 1 April 1891, hun werk zenden naar het sekretariaat der Koninklijke Belgische Akademie van Wetenschappen, Letteren en Schoone Kunsten (Brussel). De handschriften mogen geen enkele aanduiding dragen, die den schrijver kan doen kennen. Zij zullen vergezeld gaan van een gesloten briefje, bevattende den naam en de woonplaats van den schrijver. Het is verboden, op pene van verbeuring van den prijs, een valschen naam te gebruiken.

- De tweede uitgave van Julius De Geyter en Peter Benoit's kinderkantate De Wereld in, is bij den uitgever Vuylsteke te Gent verschenen. Een nieuw bewijs van den onbekenden bijval, die aan dit meesterstuk van onzen Vlaamschen maëstro ten deel viel.

- Muziek te Antwerpen. - Peter Benoit heeft een gansch plan van hervorming onzer muzikale instellingen ontwikkeld. Dat voorstel is zoo grootsch, dat het aan de toonkunst te Antwerpen eene nieuwe vlucht zou doen nemen. Wanneer men denkt, dat de maëstro reeds zooveel schoons heeft gewrocht, dat hij gedurig bezig is met de behartiging onzer muziekale aangelegenheden; wanneer men in acht neemt, welken naam hij zich én door zijn talent én door zijne stoute droomen reeds heeft verworven en men dan ziet, hoe weinig dat alles in België wordt geschat, bloost men weldra nog tot de Belgische natie te behooren.

Ziehier nu wat door Peter Benoit werd vooruitgezet: te Antwerpen bestaan nevens elkander, de koninklijke Fransche schouwburg, de koninklijke maatschappij van Harmonie en de Vlaamsche muziek-

[pagina 155]
[p. 155]

school. Het ware wenschelijk het orkest van den schouwburg met de krachten der harmonie en der Vlaamsche muziekschool te vereenigen, ten einde de elementen niet langer werkzaam wezen als verbrokkelde krachten maar saam trachten iets grootsch voort te brengen. Zij zouden saam vormen, wat Peter Benoit, op schilderachtige wijze noemt, den ‘officiëlen driehoek.’ Want de stad Antwerpen, die rijk is, zou het op zich moeten nemen, dergelijke inrichting te ondersteunen met eene toelage, die naar de schatting van den meester, niet hooger dan vijf en twintig duizend franken zou beloopen. De drie korpsen zouden zich dan van hunnen kant tot het volgende verbinden:

1oDe muziekschool, waarvan Benoit bestuurder is, zou het op zich nemen, jaarlijks vier groote concerten in te richten op louter Vlaamschen voet.
2oHet Nederlandsch tooneel zou eene reeks vertooning geven van vooral Nederlandsche, dan ook Dietsche of Slavische scheppingen.
3oDe muziekale pereltjes sedert de 15e eeuw voortgebracht zouden daarenboven worden uitgevoerd.

De Fransche lyrische schouwburg zou de concerten, uit werken van de Fransche school en van de vreemde scholen, in gang steken, zich daarvoor verstaande met de andere afdeelingen.

De Antwerpsche maatschappijen, die een zeker aanzien genieten, zouden zich met het groot orkest verbinden voor groote opvoeringen in kerken, in groote lokalen enz.

Mocht dit plan opgang maken, het zou stellig aan de kunst zeer voordeelig zijn; vooral de Nederlandsche muziekkunst zou er veel bij winnen, terwijl aan elke afdeeling de vrijheid zou bewaard blijven, het initiatief te nemen feesten en concerten, volgens hare eigene strekking en hare eigene opvattingen, in te richten.

Beeldende kunsten.

- Eene aanzienlijke menigte verdrong zich op 23 Februari in het hotel Drouot te Parijs, waar de verkooping plaats had der schilderijen van wijlen den bankier Noel. Verscheidene doeken brachten zeer hooge sommen op.

De ‘Mare gezicht genomen te Fontainebleau’ door Theodoor Rousseau, welke gevraagd werd voor 60,000 frank klom spoedig, tot 82,000 frank en werd toegewezen midden het handgeklap der aanwezigen aan den heer Guyotin.

Een tafereel van Coret ‘de vijver van Ville-d'Avray’ werd 30,000 frank betaald door denzelfden persoon, die deze twee werken kocht voor eenen rijken verzamelaar van Reims.

Onder de andere koopen, moet nog gemeld worden: ‘De eerste rozen,’ door Chapelin, voor 3250 fr.; ‘De Ontscheping,’ door Constable, 15.600 fr.; ‘Kristus op het Kruis,’ door Eugeen Delacroix, 18,250 fr.; ‘Landschap,’ door Diaz, 13,200 fr.; ‘Nimf en Liefde,’ door denzelfde, 11,000 fr.; ‘De Rivier,’ 13,600 fr.; ‘De Magdalena,’ eene prachtige schilderij, door Hennen, 16,500 fr.; ‘Het Woud,’ door Troyon, 11,200 fr.; ‘De Bosphore,’ door Ziem, 15,600 fr.

Vier waterverfschilderingen door Barye hebben 4500 fr. opgebracht. ‘Tijger een Serpent ontdekkende,’ 6100 fr.; ‘Tijger,’ 4800 fr. en de ‘Olifanten,’ 6100 fr.

[pagina 156]
[p. 156]

- Meissonnier en de Vlaamsche School. - De Fransche gazetten staan vol levensbijzonderheden over den beroemden kunstschilder Meissonnier, die schilderijtjes verkocht van 12 vierkante centimeters voor 180,000 frank.

't Is ook aan Meissonnier dat de Dendermondenaar Frans Courtens zijnen grooten bijval op de wereldtentoonstelling van Parijs te danken heeft. Wanneer Meissonnier met de jury voor de prachtige schilderij de Gouden Regen van Courtens kwam, riep hij tot zijne collega's: ‘Ziedaar het meesterstuk van den salon;’ en Courtens werd ridder van het Eerelegioen benoemd en ontving de groote eeremedalie.

Toen Courtens aan Meissonnier werd voorgesteld zegde hem de schilder: ‘Gij behoort tot de beroemde Vlaamsche school; Vlamingen alleen kunnen zoo iets schilderen; dat zit in het bloed.’

Sterfgevallen.

- De Komponist Johannes Verhulst, is te 's Hage den 17 Januari overleden, in den ouderdom van 75 jaar.

Wie eenigszins op de hoogte is van het muzikale leven in Noord-Nederland gedurende de jaren 1840 tot ongeveer 1880, kan weten welk een grooten invloed deze geniale kunstenaar op de ontwikkeling der nederlandsche toonkunst heeft uitgeoefend, niet alleen door een aantal voortreffelijke werken, zoowel vocaal als instrumentaal - wij herinneren hier slechts aan zijne schoone Symfonie, zijne ouverturen, psalmen, kerkmuziek en een groote menigte Nederlandsche liederen - alsook door zijnen invloed op de vorming van meer dan een Nederlandschen componist, maar vooral door zijne bezielende, echt-artistieke leiding van een aantal heerlijke muziek-uitvoeringen te Amsterdam en te 's Gravenhage, in de maatschappij van Toonkunst, Caecilla, Diligentia, enz.

- Den 3 Ferbuari is te Brussel overleden de wereldberoemde zanger Emiel Blauwaert.

Emiel Blauwaert werd geboren te Lokeren den 13 juni 1845.

Blauwaert ging door voor een der voornaamste, wellicht de voornaamste baryton van Europa. Hij maakte deel van de regelmatige operatroep van Bayreuth, waar hij, evenals de Anwerpsche forttenor, Ernest Van Dyck, eenen overgrooten bijval behaalde in de opera's van Wagner.

Het is aan Blauwaert dat wij de verspreiding van menig Vlaamsche lied in den vreemde te danken hebben. Wie heeft den heugelijken tijd vergeten, toen onze Vlaamsche zanger de Vlaamsche liederen van Benoit, Waelput, Huberti, Blockx, Van den Eede, Antheunis en andere aan het keizerlijk Hof van Weenen voordroeg en zelfs aan het Hof van Petersburg deed weerklinken?

- Men meldt uit Oostende de schielijke dood, ten gevolge eener aderbreuk, van den heer Jules Deswert, bestuurder der muziekschool aldaar, violoncellist solo van den keizer van Duitschland en professor aan het conservatorium van Gent.

Hij was een der beste leerlingen van Frans Servais. Hij was niet alleen een uitstekend violoncellist, maar maakte ook naam als componist. Verscheidene operas van hem zijn in Duitschland veel gespeeld geworden, als de Albigenzen en Harrenstein.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken