Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 21 (1891)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 21
Afbeelding van De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 21Toon afbeelding van titelpagina van De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 21

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.83 MB)

ebook (3.36 MB)

XML (1.34 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 21

(1891)– [tijdschrift] Vlaamsche Kunstbode, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 509]
[p. 509]

Poëzie.

I.
Het Nederlandsch Woordenboek.

 
Allengs rijst toch 't gebouw, dat als Taalmagazijn
 
Heel den voorraad der sprake vergaârt -
 
Ied'ren vorm in zijn kast, ied'ren tòon op zijn lijn,
 
Ied're spreuk in haar lijst, ieder woord in zijn schrijn,
 
En zoo ied're vertolking van geest en gemoed,
 
Van gevoel en gedachten bewaart.
 
 
 
Allengs rijst toch 't gebouw, dat voor ondergang hoedt
 
Wat van tijd, die is heengegaan, sprak,
 
Wat het voorgeslacht uitte als zijn klacht of zijn groet,
 
Als de zucht van zijn wee, als den zang van zijn moed,
 
Wat voor hen, op wier graf onze sprake weerklinkt,
 
Eens een vorm was, die dienst deed, maar brak.
 
 
 
Allengs rijst toch 't gebouw, waarin 't vensterlicht gloort
 
Op wat zwart in de donkerheid lag,
 
Op 't ontstaan van den vorm, de historie van 't woord,
 
Op wat regel en maat heeft gesterkt of gestoord,
 
En op 't cijfer des tijds, waarin, elders of hier,
 
Ieder taaldeel het levenslicht zag.
 
 
 
Allengs rijst toch 't gebouw, dat den kostbaren schat
 
Ons bewaart van de schoonheên dier taal,
 
Waar ons volkslied zijn kracht en zijn zoetheid van had,
 
Waarin vader ons leerde en waar moeder in bad,
 
Waar de zachtheid van 't lispende loover in schuilt,
 
En de kracht van het dreunende staal.
 
 
 
Allengs rijst toch 't gebouw, dat, hoe hooger het rijst
 
Op zijn breeden en krachtigen voet,
 
Des te luider de kennis der bouwlieden prijst,
 
Des te klaarder hun moed en volharding bewijst,
 
Des te wijderen kring tot de erkentenis dwingt:
 
‘Wat ze bouwden, dat bouwden ze goed.’
 
 
 
Allengs rijst toch 't gebouw, dat als vredezuil praalt
 
Op de grens tusschen 't Zuid en het Noord,
 
Hun verwantschap vertolkt en hunne cendracht vertaalt
 
En een lichtgloed verspreidt, die ze beiden omstraalt,
 
Als een flikk'ring des roems, die ze beiden vereert,
 
Die aan Noord- en Zuid-Nederland hoort.
 
 
 
Dr E. Laurillard.
[pagina 510]
[p. 510]

II.
Rouw en troost.

 
De tijd,
 
Verslijt,
 
Der smart ten spijt,
 
De wrangste zielewonden;
 
Hoe wreed
 
Ook 't leed
 
Ze bloeden deed,
 
In akelige levensstonden.
 
 
 
Laat ook
 
Als rook,
 
In damp en smook,
 
Verdwijnen onze lievelingsdroomen,
 
De moed
 
Verhoedt,
 
Hoe 't onheil woedt,
 
Dat alle hoop ons worde ontnomen.
 
 
 
De druk,
 
Dit juk
 
Van 't ongeluk,
 
Veredelt, maakt ons wijzer;
 
En 't hart
 
Verhardt
 
Door wee en smart,
 
Gelijk door 't vuur het ijzer.
 
 
 
O Gij,
 
Die blij
 
En zorgloos vrij
 
Nog zweeft door 't lachend leven,
 
Bemint
 
Als kind
 
Uw jeugd, want in 't
 
Verschiet komt ramp en smart gedreven.
 
 
 
Dra kent
 
Ge ellend,
 
Tot 's levens end,
 
Met al haar wreede plagen,
 
En zult
 
Gij - schuld
 
Van 't ongeduld -
 
Van droefheid weenen, klagen.
 
 
[pagina 511]
[p. 511]
 
De glans
 
Die thans
 
Den bloemenkrans
 
Van uwe jeugd mag sieren,
 
Verkwijnt,
 
Verdwijnt,
 
En dan, dan schijnt
 
Het lijden feest te vieren.
 
 
 
Maar 't doet
 
Zoo goed
 
Aan 't hart, als moed
 
En hoop ons steeds beschutten;
 
Ze zijn
 
Een mijn
 
Waar medelijn
 
Haar balsem uit mag putten.
 
 
 
O laat
 
Dan 't kwaad
 
In vuig beraad,
 
Hardnekkig ons doen kwijnen,
 
De dag
 
Van ‘ach!’
 
En weegeklag,
 
Zal voor 't geluk verdwijnen.
 
 
 
Edgard De Waele.

Sinay, (Waas.)

III.
Maan!

 
Aan u, die ginds zoo zachtjes blikt
 
Van uit het rustig, heimlijk Eden.
 
Vertel ik graag mijn tegenheden,
 
Als soms mijn hart van weemoed stikt.
 
 
 
Want als de ziele lijdt en snikt
 
En haat en afgunst onheil smeden,
 
Waartegen vruchtloos wordt gestreden,
 
Dan zijt gij daar, die ons verkwikt.
 
 
 
En als de dichter wordt verlaten
 
En hij zelf twijfelen zou en haten,
 
Dan brengt gij voor hem troost en min.
 
 
 
Nog nooit hebt gij het hart bedrogen;
 
Maar vrede. rust en droomvermogen
 
Stort gij er voor den dichter in,
 
 
 
Al. Vanneste.

Kortrijk, 12-6-91.

[pagina 512]
[p. 512]

IV.
Ontwaking.

 
Weer rijst de zon in glans en gloor,
 
en gooit heur goud de ruimte door:
 
de ontluikende aard', vol hemelvreê,
 
zwemt in een licht- en liefdezee.
 
 
 
Waak op, mijn harte! hoort gij niet
 
der schepping grootsch aanbiddingslied?
 
Omhoog! Omhoog! In 't blijde azuur
 
zing, mijne ziel, met Gods natuur!
 
 
 
Een tempel is het wijd heelal,
 
die dreunt van liefde- en lofgeschal.
 
Wees, Dichter, gij de tolk der aard',
 
wier wijrook op ten hemel vaart!
 
 
 
Dr E.v.O.

September, 1891.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Eliza Laurillard

  • Alfons Adolf van Neste

  • Edgar De Waele


datums

  • 12 juni 1891

  • september 1891