Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De volmaakte Hollandsche keuken-meid (1752)

Informatie terzijde

Titelpagina van De volmaakte Hollandsche keuken-meid
Afbeelding van De volmaakte Hollandsche keuken-meidToon afbeelding van titelpagina van De volmaakte Hollandsche keuken-meid

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.96 MB)

XML (0.56 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/lifestyle


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De volmaakte Hollandsche keuken-meid

(1752)–Anoniem Volmaakte Hollandsche keuken-meid, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

VI. Hoofdstuk.
Aanhangzel. Van het 1 stuk van Pag. 96 tot 111.
Inleggen, Inzulten van Vleesch en Vis en veelerhanden Groenten voor de winter, als mede het toebereiden van eenige Tusschengeregten, Nageregten, Salade &c.

1. Andyvie en Porcelein, hoe men die inleggen zal. Zie 1 Stuk Pag. 104. No. 21 .

Met Andyvie en Porcelein kan men op dezelve wyze handelen, gelyk wy van de boere boo-

[pagina 60]
[p. 60]

nen, vervolgens zullen zeggen; ook kan men de Andyvie rauw inleggen, dan handelt men daar mede, gelyk van de porcelein hier voren gezegt is.

2. Appel-vlade, hoe men die maaken zal.

Neemt fyn Appel-moes; doet daar by 1/2 pint zoete Room, de kruim van 1 stuivers wittebrood fyn gewreeven; raspt het buitenste van een Citroen fyn, en drukt 'er wat van het sap in, nevens wat zuiker: bestrooid dan uw schotel met booter en gestoote beschuit, en doet 'er dit in, en zet het zo te bakken, is goed.

3. Artischokken, hoe men die droogen zal om te bewaaren.

Kookt ze een welletje op, en laat ze op een Vergiettest koud worden; dan rygt men ze digt aan de boom van ieder artischok, aan een sterke draad; dog de boomen mogen malkanderen niet raaken; dan spant men dit touw in de lucht, om ze te laaten droogen; ook kan men die aldus aan den haard droogen, en als ze zeer wel gedroogt zyn, dan kan men ze lang bewaren en zyn goed om des winters te gebruiken.

4. Azia, hoe men die maaken zal.

Neemt de struiken van kool, wel geschild en gewassen, en laatse een welletje opkooken, schoon eenigen die raauw inleggen, dan wel laaten verzygen; maakt 'er dan de volgende saus op: 2 lepels oly, met 3 balletjes knoflook in een nieuw pannetje gekookt, en in een nieuwe pot gedaan, met een lepel Kurkema, en twee mingelen goede bier azyn, dit laat men te saamen kooken; dan doet men 'er een kop gemaa-

[pagina 61]
[p. 61]

le mostert zaat by, en laat het nog eens even opkoken, is goed om by gebraad te eeten.

5. Boere of Tuin-boonen, hoe men die inleggen zal om ze te bewaaren. Zie 1 Stuk Pag. 109. No. 34.

Neemt kleine Boere-boonen en kookt ze, maar niet al te gaar; legt ze dan op een Vergiettest, en giet 'er koud water over heen, en laat ze zo een nacht staan verleken. Legt ze dan in laagen in een keulsche pot, dog in ieder laag legt men zo veel men ieder maal denkt te gebruiken, en tusschen beiden een schoone doek. Eindelyk maakt men pekel van het sap daar ze ingekookt zyn, en men giet zo veel daar op dat de boonen een hand breed onder leggen; ook legt men 'er een plankje met een steen, die niet al te zwaar is, daar booven op, anders zouden de boonen dryven: als men die nu gebruiken wil zo ligt men met die doek een laag uit de pot, en men legt die boontjes een nagt te ververschen in regenwater, en dan zet men ze, zonder die op nieuw te kooken, te stooven met gedroogd boonkruid, is goed.

Op een andere wyze.

Neemt Boere-boontjes van het eerste gewas, en laat die een welletje in regenwater opkooken: zet ze dan op een vergiettest te verzygen: dan legt men ze op Tafels, op Zolder, digt aan het venster te droogen; dog men moet ze van tyd tot tyd omkeeren: Maar indien het donker weder zonder zonneschyn is, zo legt men ze op glazen te droogen, ook moet zulks niet geschieden in dampig of vogtig weeder, maar dan droogt men ze in een droog kasje.

[pagina 62]
[p. 62]

Op een nog veel Excellenter wyze.

Neemt zeer kleinen jonge Boere-boonen die droog geplukt zyn; dopt die uit met schoon gewassene handen, dan behoeft men die boontjes zelve niet te wasschen; doet ze dan in flessen en kookt die flessen, en handelt daar mede gelyk wy van de Kruisbessen, 1. Stuk Pag. 102. No. 15, geleerd hebben.

6. Champignons, hoe men die des winters bewaaren zal.

Neemt Champignons, kookt ze een welletje op, en laat ze op een Vergiettest verleken, legt ze dan in een verglaasde pot, en doet 'er een duim dik gesmolte booter op, maar men moet 'er de boter niet te warm op doen. Omtrent drie weeken naderhand zet men de pot op het vuur, dat de booter smelt, en van de Champignons los laat; dan kneed men zout in de booter, laat die smelten, en giet 'er die nog eens laauw op, en dit moet men alle maanden herhaalen om dat ze anders zouden verrotten; ook moet men die op een koele plaats in de kelder zetten.

Men kan ze ook laaten in de Zon, of op den ooven droogen, maar dan zyn ze zo goed niet.

7. Ganzen, hoe men die voor de winter zal inzouten.

Dewyl de vetten Ganzen, in het Najaar en tegen de maand December redelyk van prys, en des winters zeer duur zyn, zo kan men die op deeze wyze inzouten: Men haalt ze wel uit, en bewaart het vet; dan wryft men ze ter deegen met zout, daar een klein

[pagina 63]
[p. 63]

weinigje peper onder gemengt is, dog men moet ze zo wel van binnen als van buiten inwryven; legt ze dan in een digt gekuipt vaatje, een boom met zout onder, en een boom met het zout boven op, en dekt het digt toe.

Met het vet handeld men aldus: Men snyd het in stukjes, en men smelt het gelyk Varkens Reusel, die men in een aarde pot bewaard, daar wat zout doorroerende, dan is het puik om mede te stooven. Dit vet is veel beeter dan de Varkens-Reusel, en blyft altoos klaar, vloeijende, en doorscheinende als Oly.

8. Gegeesselde-Room, hoe men die maaken zal.

Neemt een pintje zoete Room en doet die in een pot die groot en wyd is; geesseld die wat met een klein gartje of bezemtje; doet 'er dan een bord vol poeijerzuiker by, en doet 'er dan een weinigje zeer fyn gestoote gom dragant in; geesseld die dan op nieuw zo lang tot dat ze zo dik is als booter: doet ze dan op een Assiet in de gedaante van een Rots met punten, want men kan ze zo hoog opzetten als men wil. Is lekker en staat zeer cierlyk op Tafel, maar men moet 'er geen zuiker over heen doen.

9. Peeren in quartieren, om die in de voorzomer als 'er geen peeren zyn te gebruiken, hoe men die bewaren zal.

Neemt goede peeren, snyd ze in quartieren, doet 'er de klokhuizen uit, en indien ze zeer groot zyn zo besteekt men ze met kruidnagelen; legt ze in roode wyn of most, want al is de wyn niet schoon daar is niet aan gelegen, laat ze in deeze wyn zagtjes kooken, tot dat de wyn op een derde verkookt en de

[pagina 64]
[p. 64]

peeren wel gaar zyn, dog men moet ze wel schuimen; doet dan zuiker in die wyn, dat 'er een syroop van komt en giet die op de peeren.

10. Persicken, hoe men die des winters bewaren zal.

Men moet de Persicken die men bewaaren wil droog afplukken, ook neemt men daar gemeenlyk de grootste toe; zet ze op een laauwe oven om wat te droogen; snyd ze dan midden door, doet 'er de steenen uit, drukt ze wat plat, en droogt ze op nieuw op den oven; en wanneer ze genoeg zyn, zo drukt ze nog wat platter, en men zet ze op een drooge plaats om des winters zo half in een assiet te stooven, is delicaat.

11. Porcelyn of Aarde Werk dat gebroken is, hoe men dat werderom maaken zal.

Neemt het wit van een Ey en doet 'er de groote van een Noot ongebluste kalk by, wryft dit daar mede dat het zo fyn als water is, ook kan men het fyn kloppen; neemt dan uw gebroken porcelyn en lymt daar de stukken mede aan malkanderen; maar het moet voorzigtig geschieden dat men niet te veel of te weinig van dit lymsel gebruikt, anders staat het lelyk, of het hout niet vast genoeg, en kan het zyn zo bind men het gelymde stukje met een draadje vast, laat het dan zo een dag staan droogen, dan zal het zo sterk houden of het nooit gebroken is geweest.

Doet men dit aan grof aardewerk, zo neemt men wat meer ongebluste kalk, en men maakt de lym wat dikker, dan kan men 'er wederom in kooken.

[pagina 65]
[p. 65]

12. Profeete-Besien, hoe men die maaken zal.

Neemt Quee-peeren die aan dobbelsteentjes gesneden zyn; doet daar schoon gewassene Korenten by; doet 'er zo veel water op dat ze byna onder leggen, en zet het dan op het vuur, tot dat alles murw is gekookt: dan neemt men Osse-voeten die murw gekookt zyn, en men snyd 'er het vleesch af in dobbelsteentjes, en doet dit by het voorige met wat kruid en zuiker, na ieder zyn smaak; en dan doet men 'er een boom van vet boven op om te bewaren, en te gebruiken als men wil.

13. Room-vlade hoe men die maaken zal.

Neemt een mingelen zoete room, 14 eijeren, de helft met het wit, en fyn geklopt, met wat zuiker, roert het door een met een Chocolade of dril-stok, giet het door een zeef, doet het in een nieuwe aarde pot, en zet het op koolen, maar men moet het gestadig roeren tot dat het heet word. Dan moet men een korst van meel en water in een pastey-pan gereed hebben, die men op het vuur wat heeft laten droogen, en de room giet men daar in: dan doet men een weinig vuur onder en boven, en men laat het zo lang staan tot dat het dik word, maar mag niet kooken, en zo laat men het in die pan koud worden, en dan doet men het 'er uit in een schotel; men maakt dit gemeenlyk gereet, een dag, voor men het gebruiken wil.

14. Soja, zo goed als die uit Oost-Indien komt, hoe men die maaken zal.

Neemt een dikke lende van een os of koe daar men al het vet in laat blyven, en zet het op 't vuur, daar by doende een goed deel zout en gestoote kruidnagelen: Na dat het stuk vleesch groot is doet

[pagina 66]
[p. 66]

men daar een of twee mingelen goede bronswyker Mom by, of anders van het beste bremer bier; van onderen moet men weinig, maar van boven veel vuur doen, en laat het zo lang staan tot dat al de sjeu uit het vleesch gebraden is, zo dat het van een valt; parst het uit, en giet dit vogt in een pan, laat het koud worden, dan komt 'er een dekzel van vet op dat men daar af ligt; en het overige wringt men door een schoone doek, en dan giet men het in flessen om te bewaaren.

15. Spaansche pap, hoe men die maaken zal.

Neemt een goede pol-leepel vol kragtig vet vleesnat, daar geen groente in geweest en dat niet te zout is; dog men kan in plaats van dit ook goede witte wyn gebruiken. Laat dit omtrent een uurtje zagtjes kooken, maar men moet het geduurig roeren dat het niet aanbrand; als dit op de helft verkookt is zo doet men 'er een vierendeel gepelde en met rosewater klein gestoote Amandelen by, met een weinigje melk: dan zet men het nogmaals op het vuur en laat het wederom een uur kooken, dog men moet gestadig roeren; doet het dan door de zeef of wringt het uit door een doek; en in dit sap doet men omtrent een vierendeel stukken broodzuiker, wat meer of minder na dat men het zoet wil hebben; ook doet men 'er fyn gestoote kaneel, muscus of amberdegris in, met wat oranje-water en sap van citroenen, en dan laat men dit nog een welletje of twee opkooken, is delicaat.

16. Trosse-druiven, hoe die des Winters te bewaaren.

Snyd uwe druiven in schoon droog weer af, des morgens omtrent 9 uuren, als den daauw verdwenen

[pagina 67]
[p. 67]

is; steekt ze in zout-water of pekel, en legt ze op rogge stroo te droogen; dan kan men ze des Winters bewaaren, mits dat 'er geen stof op komt, daar men wel zorg voor moet dragen, want de stof doet ze verrotten: Men hangt ze op in een drooge en lugtige plaats; en eenige maaken daar een papiere deksel over, maar die moet de druiven niet raaken.

17. Vláde in kopjes, hoe men die maaken zal.

Neemt een pintje zoete Room, en een half pintje melk, daar men 14 Lauwri-Cesari bladeren in kookt, die 'er dan uitgedaan worden, roert het dan wel door een, en zet het in kopjes om koud te worden, is zeer verfrissende.

18. Zult van Varkens-Rolletjes, hoe men die maaken zal.

Neemt het zwoord van een Varken daar nog wat vet aan is gebleven; snyd dat in vierkante stukken: neemt dan dunne stukjes Varkens-vleesch wel geklopt en legt die op 't zwoord; strooid 'er dunnetjes wat peper, noten, nagelen, foely en zout onder een over; roert het in malkanderen en bind het toe, hangt het over het Vuur, tot dat men met een strootje 'er door kan steeken, dan op een plank gelegt, en met een ligt gewigt geparst, koud laaten worden en in een keulse pot gedaan, en zuure wey daar op gegooten en een plankje met een steen daar op gedaan, is goed; dog om de 2 a 3 weken moet men 'er versche wey op doen; daarom neemt men ook wel water daar zout in gekookt en dat wel geschuimt is met een derde deel azyn, wyl het langer goed blyft.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken