Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Volk. Jaargang 3 (1937-1938)

Informatie terzijde

Titelpagina van Volk. Jaargang 3
Afbeelding van Volk. Jaargang 3Toon afbeelding van titelpagina van Volk. Jaargang 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.04 MB)

Scans (472.93 MB)

ebook (9.13 MB)

XML (0.81 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Volk. Jaargang 3

(1937-1938)– [tijdschrift] Volk–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Prisma

Dichters, literatuur en Schund. -

Sedert een paar maanden wordt Antwerpen overstroomd met een reeks brochures die verschijnen op naam van een Vlaamsche letterkundige, en bedoelen te handelen over ‘Sexueele voorlichting en levensleer’. Onze lezers houden ons ten goede dat we even hun aandacht vragen voor dit soort letterkunde dat thans in alle mogelijke krantenwinkels te koop is, en volgens de bevestiging dezer verkoopers, nog drukker gelezen wordt dan Hans' beroemde ‘Volksromans’, zelfs door kinderen, naar het getuigenis van een Antwerpsch onderwijzer, die een paar dezer brochures ontdekte in den lessenaar van een leerling uit het lager onderwijs. In het eerste boekje reeds prijkt de foto van den volksbederver, den Jood Magnus Hirschfeld, met een inleiding ‘Hirschfeld ter eere’, terwijl doorloopend de namen en titels van allerlei heerschappen uit de Sexual-Wissenschaft, als Weinstock, Levy Henz, Goldstein, Max Hodaun e.d. worden geciteerd. Deze brochures zijn in den grond niets anders dan een soort bloemlezing uit allerlei pseudo-wetenschappelijke werken en bijdragen van hoogergenoemde auteurs, en een openlijke propaganda voor vruchtafdrijving en kinderbeperking, op een zoodanige wijze dat hier geen ander woord dan ‘schoeijestreek’ toepasselijk is. De auteur van dit fraais die zich als ‘letterkundige’ laat gelden en destijds een paar gedichtenbundels publiceerde, geniet een straffeloosheid die op zijn minst genoemd zeer zonderling is, in acht genomen de wetgeving op pornografische literatuur (art. 383 van het Strafwetboek) en de wet van 20 Juni 1933 in zake propaganda voor het gebruik van anti-conceptioneele middelen. Men vraagt zich af waarom het parket hier niet ingrijpt, en waar de actie van ‘Zedenadel’ blijft. Het is ons niet bekend of deze ‘dichter’ lid is van de ‘Vereeniging van Letterkundigen’ en aldus de bescherming van dit achtbaar corpus geniet, doch het komt ons voor dat een organisme dat essentieel de geestelijke kultuur van dit volk beoogt, hier een dankbaar terrein zou vinden voor haar activiteit tot rehabiliteering van den letterkundige bij het volk en de propaganda voor de literatuur, welke actie inderdaad van niet minder beteekenis zou zijn dan het aangekondigd grootsch triduum tot vulgarisatie onzer Vlaamsche letteren.

H.P.

[pagina 32]
[p. 32]

Herrie rond de Limburgsche grens. -

Men kent het geval voldoende uit de menigvulde persartikels in een paar katholieke Noordnederlandsche kranten, die door de Vlaamsche pers met de noodige dosis schaamtegevoel overgedrukt werden: langs deze zijde van de Hollandsch-Limburgsche grens rijzen sedert een paar maanden overal het soort huizen dat men in fatsoenlijke gezelschappen niet pleegt te vernoemen, bij wijze van spreken, als paddestoelen uit den grond. De Nederlandsch-Limburgsche jeugd maakt van dit soort geleqenheden een zoo ijverig en veelvuldig gebruik, dat na de Hollandsche borrel-vergunninghouders, ook het geestelijk en wereldlijk gezag aldaar zich over deze toestanden ongerust gemaakt, en de Nederlandsche pers betrokken hebben in wat ze terecht noemen een moreel schandaal. Inderdaad ligt hier voor de justicie een terrein open waarop ze zich volgens herhaaldelijke ondervinding slechts weigerig schijnt te begeven. We vragen ons trouwens af welke de houding is van de burgervaders der betrokken gemeenten, die in dezen volstrekt bevoegd zijn. Inderdaad is het een weinig vleiende reputatie welke Vlaanderen bezig is te verwerven bij zijn Noorderburen, en die de faam van vulgariteit welke onze ‘Belgische’ ontspanningsgelegenheden in het buitenland geniet, alle eer aandoet. Hebben de Noordnederlandsche kranten er echter al eens aan gedacht dat deze speciale ‘gelegenheden’ vrijwel uitsluitend dienen voor de bevolking der Nederlandsche grensdorpen, en de Vlaamsche bevolking der betrokken gemeenten zich geheel afzijdig houden van dit soort divertissement? Weten ze dat ze speciaal gesticht werden met het oog op de Noordnederlandsche bezoekers, financieel soms geheel in handen van Nederlandsche zaakjesmenschen zijn, en aldus in feite een parel te meer aan de befaamde kroon der Hollandsche hypocriete deugdzaamheid; - dezelfde deugdzaamheid die den Hollandschen burger de eigen badsteden, waar het calvinisme, mitsgaders de schijndeugd, het zedelijk sans-gêne tamelijk scherp inperkte, deed vluchten en onze eigen Vlaamsche kuststeden omtooverde tot Noordnederlandsche kolonies waar quasi-nudistische esbattementen door hen even druk gefrequenteerd worden als hun wanhopige pogingen tot het voeren van Fransche conversaties met de obers en kamermeisjes der hotels. Dezelfde deugdzaamheid die de sleutel is van het druk verkeer der Hollandsche toeristenautobussen in de statiekwartieren van Brussel, Antwerpen en Luik, en bijvoorbeeld telkens na de beroemde Holland-België-matchen de vermaakgelegenheden der betrokken steden omtoovert in een soort zwijnenpoel waar onze eigen menschen zich over schamen en die den Hollandschen toerist de reputatie bezorgen die men boven den Moerdijk zoo graag aan onze eigen landgenooten toekent.

Misschien vinden sommigen deze woorden hard. We nemen ze echter des te vrijmoediger in den mond omdat we Dietschers zijn. Er komt misschien een moment dat we dit alles niet meer zonder meer zullen verdragen, niet eens ‘Noordnederlandsche’ zwijnerijen aan dezen kant van de grens...

R.V.

Kempische folklore en boerenkluchten. -

Men kan diskussies voeren over het belang van de momenteel sterk herlevende folklore, die dezen zomer haar belangrijke suksessen vierde in de Kempen; de Heimat-dagen die bijvoorbeeld Herenthals en Hoogstraeten dezen zomer beleefden, zijn in alle geval van onberekenbare beteekenis voor het versterken van het zelfbewustzijn en den boerentrots, en het waardeeren van het oude schoonheid waarvoor de officieele instanties nimmer een vingerlid verroerden. Wanneer we dit schrijven, is het onze bedoeling een scherp onderscheid te trekken tusschen deze pogingen om de goede mooie gebruiken die de specifieke eigendom waren van dit volk, in eere te herstellen, en het bespottelijk gedoe der folklore-maniakken zooals ‘Volk’ dit in zijn laatste nr. aankloeg. Men ziet dat op eenzelfden dag de Kempische boer met zijn aloude attributen kiel, pet en klompen, rondedans en Sint Sebastiaansgilde, gerehabiliteerd wordt ten aanzien van pers en allerlei autoriteiten, en tevens een paar kilometers verder dezelfde boer met dezelfde attributen tot bespotting dient van het dorpstooneel-publiek. Ginder wordt gepoogd den Vlaamschen boer duidelijk te maken dat zijn aard, zijn arbeid en zijn levenswijze voor hem een motief van trots en fierheid behoort te zijn, waarvoor geleerde heeren en thans zelfs allerlei officieele commissies bereid zijn zich in te spannen om ze opnieuw te doen herleven, terwijl hier dezelfde attributen een motief zijn van spot, en aldus het gevoel van minderwaardigheid bij den boer ten aanzien van een boerenpubliek aangespitst wordt. Wanneer komt er hier een wet, evenals in Duitschland, om dergelijk geknoei te verbieden?

R.V.-V.D.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken