Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Volk. Jaargang 3 (1937-1938)

Informatie terzijde

Titelpagina van Volk. Jaargang 3
Afbeelding van Volk. Jaargang 3Toon afbeelding van titelpagina van Volk. Jaargang 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.04 MB)

Scans (472.93 MB)

ebook (9.13 MB)

XML (0.81 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Volk. Jaargang 3

(1937-1938)– [tijdschrift] Volk–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 164]
[p. 164]

Ernest van der Hallen: Het defile der Dietsche letteren

S. VESTDIJK: Het vijfde Zegel. Fl. 4.50 en 5.50
M. ROELANTS: Alles komt terecht. Id.
H. DE MAN: Marie, of: Hoor ook de wederpartij. Id. Fl 2.50 en 3.50
SIMON KOSTER: Storm in 't Paradijs. Id Fl. 3.- en 3.90. Alle uitgegeven bij Nygh & van Ditmar, Rotterdam.

Voor wie met een aandachtige volharding dag aan dag de romanproduktie onzer noorderlijke stamgenooten tracht te volgen, is het een zeldzame ervaring een werk te ontdekken dat als een verrassing kan gelden wegens zijn oorspronkelijkheid van vinding en geest; een werk waarvoor men, in navolging van den bijbelschen parelontdekker, zich gedrongen voelt zijn magen en vrienden uit te noodigen om zich met hem te verheugen over de gaafheid en de schittering van het gevonden kleinood. Eindelijk eens geen Hollandsche roman! voelt men zich geneigd te zuchten bij het lijvige boek van den overigens niet al te hollandschen auteur S. Vestdijk: ‘Het vijfde zegel’; eindelijk een boek dat voor éénmaal niet de vaderlandsche traditie handhaaft van het ontzettende ‘knusse binnenhuis’, het gezellige theedrinken met de bijbehoorende kletspraatjes, de suffe bekrompenheid van lui die te veel binnenhuis leven, en het onsoliede en on-calvinistische bedrijf van het ‘blommetjes buiten zetten’ enkel aandurven eens goed en wel over de streep der grens; de traditie van standing en vormelijkheid, van fatsoen die met de millimeter gemeten wordt en het soort filisterij en gestandaardiseerde eenvormigheid die bezig is ons noorderlijk zusterland elken dag verder en verder onbewoonbaar te maken, ook voor de Nederlanders zelf. Fantasie en speelschheid, soepelheid van gemoed en de durf om op geestelijk terrein buiten de als norm van degelijk vastgestelde perken te treden, zijn nimmer bepaald Hollandsche karakteristieken geweest. Tot nogtoe was het werk van Vestdijk geteekend door een bepaald soort cynisme dat zich scheen in te spannen tot de allures van de bekende Duitsch-Joodsche dekadentieromans, die af en toe bedenkelijk de perversie raakten. Men denke slechts even aan ‘Else Böhler’ en ‘Meneer Visser's hellevaart’, om te zwijgen van de kompleksen-montage ‘Terug tot Ina Damman’. Wie gemeend had aan de hand van hoogergenoemde werken een definitief beeld te kunnen aflij-

[pagina 165]
[p. 165]

nen van de literaire ontwikkeling des heeren Vestdijk, ziet zich hier op een verrassende wijze bedrogen. Hoe ongenietbaar zijn vorige romans waren wegens hun geestelijke onbelangrijkheid en de duistere instinkten welke eraan ten grondslag lagen, zoo merkwaardig is dit nieuwe boek, zoo rijk aan fantasie, menschenkennis en eruditie, zoowel op terrein van feitenmateriaal als van metaphysiek, zoo rijk aan interesse en creatief vermogen. Op de vraag of het een mooi boek is - hierop kan men bezwaarlijk met één woord antwoord geven, doch het is alleszins een knap, wat men noemt een ‘sterk’ boek, deze geroman-ceerde en haast over gansch de lijn gefantaseerde biografie van den Spaansch-Griekschen schilder en den befaamden tijdgenoot van Filips II en van de Inquisitie, El Greco. Zooals men uit deze beide namen kan opmaken, zijn hier al de elementen aanwezig voor een Schund- en sensatieroman van groot formaat: een zoo goed als onbekend Spaansch schilder wiens werk getuigt van een bezetenheid van levensdrift en een vizionnaire macht die haast het demonische raakt; een maniakke, door historie en legende met allerlei pathologische instinkten gesierde vorst, en een kerkelijke rechtbank die gedurende drie eeuwen de uitgeputte fantasie van sensatieromanschrijvers voortdurend van stof heeft voorzien. Ik moet echter bekennen dat Vestdijk met handige berekening deze ingrediënten gedoseerd heeft, bij zooverre dat hij zelfs zijn anticlericalisme niet luider liet spreken dan zijn zin voor evenwicht en goeden smaak, die deze volumineuze roman voor een groot deel gered hebben, samen met de soms verrassende menschenkennis en fantasie waarvan dit ‘Vijfde Zegel’ op alles behalve banale wijze getuigt. Samen wellicht ook met de soepelheid van aanvoelen welke Vestdijk tegenover dezen merkwaardigen tijd en dezen kunstenaar blijkt te beheerschen; samen nog met zijn vermogen om zijn oude doctrinalisme en de psycho-realistische manie die op nagenoeg gansch den hedentijdschen noordnederlandschen roman drukt, af te leggen. Dat Vestdijk El Greco wenscht te transponeeren op het actualiteitsplan van de ‘liga voor de vrijheid van denken van den mensch’ en hem met de allures bedeelt van een hedentijdsch kunstenaar die zich schrap stelt tegenover de artistieke dictatuur van een autokratisch staatsheer - Filips II is even évident de voorlooper van Hitler, en de Inquisitie even natuurlijk het pendant van de boeken-autodafés en het hedendaagsche anti-semitisme - dit alles nemen we gaarne op den koop toe bij de stevige montage, het niet banale compositievermogen en de vlotheid van stijl waarvan dit boek getuigenis geeft. En het beetje anti-clericalisme vanwege de heerschzuchtige en naijverige monnikken, eeuwig-disputeerende

[pagina 166]
[p. 166]

dominikanerpaters en hypocriete inquisitieheeren gunnen we Vestdijk wel in dit verleidelijk midden. Maar een zeer merkwaardig en uit elk oogpunt uiterst belangrijk boek is het alvast.

 

Een specimen van den momenteel modieuzen psycho-analytischen roman is het jongste werk van Maurits Roelants: ‘Alles komt terecht’. Men ontkomt met dit boek in de hand niet aan den indruk dat deze auteur over zeer bizondere stylistische vermogens beschikt, en over een uitgesproken lyrisch temperament, dat alleen niet in de volle mate van zijn mogelijkheden tot uiting kwam in het oeuvre van dezen auteur, wegens het feit dat hij evenals een groot deel van zijn tijdgenooten, afgezien van aanleg en temperament, meent de paden te moeten bewandelen van den eenigen thans in dit land en vogue zijnde of getolereerden roman: deze waarin de mensch voortdurend in haast enerveerende zelfanalyse over het eigen wezen gebogen ligt, in zelfkwelling om het laatste détail van zijn instinkten en kompleksen te doorgronden. Persoonlijk acht ik deze wetenschap voor derden, dit is: voor de lezers, even onbelangrijk en oninteressant als nuttig voor den betrokken man zelf. Het lijkt me dat het woord van Anton van Duinkerken ‘de meeste hedendaagsche romans zijn zoo onbeduidend en onbelangrijk van inhoud, dat men niet eens de moeite van het luisteren zou kunnen nemen, moest iemand in een gezelschap het “geval” vertellen waarover het in dit boek gaat’ hoofdzakelijk op dit soort romans toepasselijk is. Er is een opvallend gebrek aan fantasie, aan avontuur, aan de geringe dosis levensromantiek, zonder dewelke ten slotte niemand in het leven en nog minder in zijn ontspanning en lectuur het stellen kan, aanwezig in dezen roman, waarin het leven en den mensch met een ontstellende zakelijkheid en nuchterheid onder de loupe genomen, en tot in hun laatste finesses uitgerafeld worden. Het is me telkens een nieuw raadsel wie dergelijke boeken leest - ik geloof overigens dat uitgevers en boekhandelaars ons erg verrassende cijfers in dit verband zouden kunnen meedeelen - en waarom dergelijke romans geschreven worden. Is hier een schepping uit drang of emotie, uit verlangen te getuigen of een ondergane ontroering in woorden te brengen, aanwezig? Of ben ik het die blijk geef van een ontstellende dosis naïviteit wanneer ik een soortgelijke vraag stel? Het boerenverhaal werd een triestige mode, een dozijn jaren terug, en ik kan begrijpen dat uit de reactie tegen dit verschijnsel de psycho-analytische roman ontstond; is deze echter niet in ruim erge mate als modeverschijnsel te klasseeren, en overigens ruim zoo vreemd aan ons geestelijk wezen als hij minder geëigend is

[pagina 167]
[p. 167]

aan onzen volksaard en temperament? Terwijl men bovendien de bedenking zou kunnen maken dat dit genre een paar decenniën geleden zijn hoogtepunt beleefde en sedertdien, evenals de geestelijk daaraan verwante ‘nieuwe zakelijkheid’, als een volstrekt overwonnen standpunt wordt beschouwd in haast elke belangrijke Europeesche literatuur. Het eenige terrein waarop dit relaas der zakelijke en geestelijke belevenissen van den financier-kunstexpert waarover het in dit boek gaat, en zijn avonturen met den afzetter-bankier Rapallo en met den vroegeren minnaar zijner vrouw me niet zonder belang toeschijnt, is de lyrische inslag waarvan elke bladzijde getuigt - ik vermoed haast: ondanks Roelants - en de rustige, evenwichtige stijl die den indruk wekt het produkt te zijn van een levenswijs, door ouderdom en ervaringen allerhande sedert lang de periode der jeugd en der heroïek uitgegroeid man, eer dan van een veertigjarige. Maar nog eens: gaat het in de literatuur - waartoe de roman toch nog altijd hoort - om fantasie, geest, schoonheid en sentiment, ofwel om het nuchter relaas van een fait-divers zooals ze bij den barbier of aan de kaarttafels van een stamcafé verteld worden?

Vlot en knap werk in het genre waarin Noord- en Zuidnederlanders zich immer op hun beste hebben geuit, het Heimatverhaal, levert telkens opnieuw Herman De Man, die destijds met zijn dagenmelkersroman ‘Een kleine wereld’ aller aandacht opeischte, en met zijn latere, hoewel minder markante buitenverhalen, durend de belangstelling van het lezerspubliek op zijn naam vestigde. Ik zou niet durven zeggen dat zijn laatste roman ‘Marie, of Hoor ook de wederpartij’ zijn beste werk is; als konstruktie staat dit boek echter boven zijn ‘Barre Winter’ en ook zuiver belletristisch beschouwd heeft dit boek kwaliteiten die men in dit genre slechts terugvindt bij Coolen, de Vlaamsche Heimat-auteurs niet in aanmerking genomen. De gewone hoedanigheden van De Man hebben dit boek tot een zeer genietbaren roman gemaakt: een ongewone vertrouwdheid met de psyche van den eenvoudigen, in schijn ongecompliceerden mensch, een ruim begrip van zijn gevoels- en denkleven, een blijmoedige kijk op het uiterlijke der dingen, een op synthese afgestemd waarnemingsvermogen, en ten slotte een eigen beeldingskracht die zich bij voorkeur richt op het eenvoudige en primaire, met een lichte neiging voor het realistische détail en de quasi-naieve volksche levensfilosofie die dit soort werken kenmerkt. Marie hoort tot het soort menschen dat zich uiterlijk zelden gunstig weet voor te doen, en gesierd is met al de diverse hebbelijkheden welke het volkstype de reputatie bezorgde van primair, ongecultiveerd

[pagina 168]
[p. 168]

en vulgair te zijn; wie aandachtig de ondertitel van dit boek las, weet dadelijk dat De Man hier ‘de wederpartij’ hoorde en haar verdediging nam, en ten slotte de eer het aan Marie, het volkswijf, voor het oog van de menschen een slet, bedriegster en afzetster. Herman de Man is met Coolen de man die zich het minst bekommert om het beroemde ‘europeesche plan’ van zijn boeken; men zou van hem smalend kunnen zeggen dat hij ‘maar’ een boerenverhalen-schrijver is. In dit genre is hij echter een groot auteur - ik aarzel niet dit woord hier te gebruiken, op straffe van mij het verwijt van zelfoverschatting op den hals te halen.

Dit hier is in elk geval een mooi, gaaf boek, dat enkel den indruk wekt haastiger geschreven te zijn dan De Man dit gewoonlijk doet, maar dat ik zonder aarzelen durf klasseeren tusschen het vijftal lezenswaardige romans welke dit laatste seizoen Nederland bracht.

Simon Koster heeft het Nederlandsch publiek gewend gemaakt aan het soort luchtige, licht pikante, een beetje geraffineerde en meestal fantaisistische romans die de allures voeren van de Duitsche humoristische verhalen van twee dozijn jaren terug. In zijn jongste boek ‘Storm in het Paradijs’ verloochent hij deze traditie niet; hij leverde hier een cocktail van humbug, sensatie, satire en persifflage van de menschelijke dwaasheid en naïveteit die het in een humoristischen roman nog altijd ‘doen’. Simon Koster's humor staat immer op een ‘Europeesch plan’ film en jazz, internationale treinen, hotels en villegiatuurplaatsen, mitsgaders de bijbehoorende typen, en het ietsje piment zonder hetwelk zoo'n roman niet denk- of genietbaar is. Ik moet er nu eerlijk bijvoegen dat Koster vlot schrijft, en over de noodige fantasie beschikt zonder dewelke men zich niet aan het schrijven van dit soort boeken hoeft te zetten. En ik kan me best indenken dat er voor dergelijke literatuur een royale lezerskring bestaat die overigens de pest heeft aan elk soort literatuur van z.g. hooger orde. Tenslotte erken ik gaarne dat voor het schrijven van soortgelijke romans nog een routine en stielvaardigheid vereischt zijn die ik niet zal onderschatten. En, onder ons gezegd, ik geef voor de frissche avontuurlijkheid en de eerlijke stielmansschap van deze ‘Storm in 't Paradijs’ een half dozijn turven boordevol psychoanalyse -in-romanvorm present. Dit boek is waarschijnlijk een vergissing in de deftige Nederlandsche literatuur, maar dan een sympathieke vergissing.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Het vijfde zegel

  • over Alles komt terecht

  • over Marie, of Hoor ook de wederpartij


auteurs

  • Ernest van der Hallen

  • over Simon Koster