Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Volk. Jaargang 3 (1937-1938)

Informatie terzijde

Titelpagina van Volk. Jaargang 3
Afbeelding van Volk. Jaargang 3Toon afbeelding van titelpagina van Volk. Jaargang 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.04 MB)

Scans (472.93 MB)

ebook (9.13 MB)

XML (0.81 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Volk. Jaargang 3

(1937-1938)– [tijdschrift] Volk–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Prisma

De Zwarte Klauw -

Geen van ons heeft het beest waaraan deze klauw toehoort op den beruchten avond te Antwerpen te zien gekregen. Maar enkele brave jongens hebben dezen klauw gevoeld. Was het uit den Zoo ontsnapt, uit den schouwburg, of uit een andere mysterieuze verblijfplaats, een feit is het, dat het door de straten heeft rondgespookt. De kwade geest die zich op het tooneel niet vertoonen mocht heeft zich in andere gedaanten geïncarneerd. Jammer dat Bernanos niet ter plaatse was om het ondier te identifieeren. Stop. Op dezen toon ga ik niet doordraven. Het gebeurde was ten slotte te bespottelijk-kleinzielig om het apocalyptisch voor te stellen. Men zou trouwens kunnen aanvoeren dat Antwerpen al te goed, én van duivelexperten, én van beesten, én van nuchtere menschen voorzien is om deze soorten zoo maar zonder meer dooreen te mengen.

Niettegenstaande den heldhaftigen dreun van de studentenknuppels op de straatkeien - indrukwekkend genoeg om het hart van een politie-man van krijgsroem te doen droomen - gaan we evenmin het epische genre beoefenen. En evenmin gaan wij het met den luchtigen toon beproeven die bij dit heroisch-komisch avontuur past, want wij kunnen toch niet tot het einde toe volhouden, hoe verleidelijk het zijn nog al deze kleinheid, lafheid en potsierlijke drukdoenerij gewoon dood te lachen. Er is te veel dat tot nadenken stemt.

[pagina 179]
[p. 179]

En vermits het al evenzeer ongelegen voorkomt wrekende perioden in zware cohorten te laten oprukken om onze verontwaardiging te luchten - er zit iets te onbenulligs in heel het geval - zullen wij gewoon beproeven zakelijk onze lezers omtrent het gebeurde in te lichten. Maar zal men mij opwerpen: wij zijn al sinds lang door de bladen ingelicht en we weten er alles van. De vrijdenkers: ‘De Solidairen’ zouden ‘De zwarte klauw’ opvoeren, een stuk waarin de geestelijkheid ergelijk belasterd wordt. ‘Offensief’ de organisatie van jonge katholieke durvers, door de paters dominikanen die zich in geloofsverdediging gespecialiseerd hebben voor enkele jaren gesticht, trad dadelijk in werking. Honderden handteekeningen werden in enkele uren tijds verzameld voor een petitie waarbij verbod om dit lasterlijk stuk op te voeren werd gevraagd. Burgemeester Huysmans kon de afvaardiging niet ontvangen en een andere hoogere bevoegdheid kon maar optreden, naar hij verklaarde, nadat in werkelijkheid zou gebleken zijn dat de bedoelde opvoering oorzaak van ernstige ordeverstoring was. Op den morgen van de uitvoering verscheen in al de katholieke bladen een oproep van een ‘Komiteit voor God en Kerk’ waarbij de katholieken opgeroepen werden zich naar bepaalde verzamelplaatsen te begeven om dan groepsgewijze naar de St Jakobskerk op te rukken waar een dienst van eerherstel zou plaats hebben.

Op den middag vaardigde de burgemeester een verbod tot opvoering van het ergernisgevend tooneelstuk uit; maar liet toe dat dezelfde vereeniging in hetzelfde lokaal een ander stuk ‘Inkeer’ spelen zou. Geen wonder dat hierdoor de indruk werd gewekt, dat hetzelfde stuk onder een ander opschrift zou gespeeld worden.

De voorgenomen betoogingen werden door de katholieken afgelast maar de plechtigheid in de kerk ging door.

Even voor den aanvang kwamen autobussen toe en een paar honderd leuvensche studenten stelden zich in rijen van vier op en defileerden op onberispelijke wijze door de parochie.

Op dit oogenblik was dus een zeer verwarde toestand geschapen: de opvoering was verboden... maar er ging toch een opvoering door. De protestbetooging was afgelast maar... de ter hulp geroepen studenten uit Leuven waren ter plaatse verschenen en de klokken riepen de geloovigen toch op voor een dienst van eerherstel.

* * *

De volgende morgen verschenen de kranten met indrukwekkende kopstukken. Geweldige incidenten hadden zich voorgedaan. In het slecht befaamde statiekwartier was een agent door studenten neergeknuppeld; op een andere plaats werd een revolverschot afgevuurd; de politie had er met den blanken sabel moeten op inhakken en de hulp der gendarmerie te voet en te paard moeten inroepen. De volgende dag verscheen in de katholieke bladen een mededeeling van het komiteit ‘Voor God en Kerk’ waarin verzocht werd duidelijk onderscheid te maken tusschen de plechtigheid in de kerk, door haar ingericht, en de woelingen die daar op volgden en waar het niets mede te stellen had. Namens de leuvensche studenten K.V.H.V. en H.V.K.A. verscheen nog een opstel in ‘De Morgenpost’ waarin niet zonder bitterheid werd vastgesteld dat ze gedésavoueerd werden door de leiders zelf die hen hadden opgeroepen ‘... menschen die dien avond zeker niets van onzen optocht gezien of verstaan hebben en die heel wijs wilden zeggen: ‘Wij kennen deze studenten niet’ - ‘Ons gaat niet aan wat deze onruststokers hebben uitgezet.’

* * *

Het is zeer lastig op objektieve wijze geschiedenis te schrijven. Ten eerste hebben wij last van vooropgezette meeningen. Een agent is een schutsengel van de hoogheilige Orde; een student is een ordeverstoorder, enz. Ten tweede is het voor een krant uiterst lastig een juist relaas van gebeurtenissen te geven die zich op verschillende plaatsen afspelen ook al hebben ze er meer dan een reporter op uitgezonden. Als de redactie het gebeurde kan overzien is de aktualiteit eraf. Als zij bovendien een stuk ter opname krijgt, als dit van het inrichtend comité, wordt zwijgen een deugd die met des te meer ijver beoefend wordt daar een journalist er alle belang bij heeft op een goed blaadje bij de politieoverheden aangeschreven te staan en dan liefst alles vermijdt wat de goede betrekkingen kan vertroebelen. Zoo zitten we vast in den kringloop: a priorisme, gebrekkige inlichting, blâmage. Het veiligste voor iedereen is nu maar verder het laatste woord aan de rechters te laten die aan de geverbaliseerde kwâjongens hun wel-

[pagina 180]
[p. 180]

verdiende straf zullen toedienen. Wij katholieken zijn immers geen ‘solidairen’!

* * *

Antwerpen! Er zit heel wat evocatievermogen in den naam van deze stad. Hier hebben soldeniers hun ‘spaansche furie’ straffeloos uitgevierd op burgers en grijsaards en weerlooze vrouwen en kinderen. Op de historische groote markt werd eens een jonge man neer geschoten omdat hij een gentlemen was die meisjes tegen gewelddaden verdedigen wou. Antwerpen door de eeuwen heen beroemd om de gulheid van uwe geboren sinjoren en de hatelijkheid van de vreemde indringers die er kwamen heerschen...

Ik dwaal af. Jammer dat ook de heeren van ‘Voor God en Kerk’ niet afgedwaald zijn en in de plaats van hun communiqué uit te broeien zich geen absoluut ondenkbare dingen zijn gaan voorstellen, dat zij geen nachtmerrie hebben gehad waarin zij rustige kerkgangers door sabelzwaaiende woestelingen zagen overvallen, gedweeë betoogers derwijze geleid en opgesteld zien dat zij zonder verwittiging of sommatie om uiteen te gaan als vee konden neergeslagen worden; waarin zij een achter het politiekordon staande agent zonder eenige reden noch aanleiding dat fameuze revolverschot zouden zien lossen dat in het kopstuk van de krant zoo goed deed; dat zij eenerzijds tuchtvol opstappende studenten zouden gezien hebben waarbij de leiders niet achteraan maar vooraan stapten en anderzijds... zulke paradoxale dingen die hen allen lust zouden ontnemen het groote woord Orde naast de vele woorden uit dit woord afgeleid nog ooit in hun geijkte beteekenis te bezigen.

* * *

Om te besluiten nog een paar overwegingen. Waarom waren op dezen beruchten avond de voormannen der antwerpsche katholieken niet in de straten te bespeuren; zij moesten toch niet van zoo ver komen als de opgeroepen studenten! Waarom werd er in den gemeenteraad niet geinterpelleerd? Waarom zwijgen beide partijen: stadsbestuur en katholieken als vermoord en mogen de studenten het gelag betalen? Denkt men er aan sancties te treffen tegen politieagenten die zich ongeoorloofde dingen hebben gepermitteerd? Voelen de heeren van het verzetcomité niet dat er iets haperde in hun opzet? Zullen zij er durven uit konklueeren dat de in gebreke gebleven leiders moeten afgezet worden en vervangen door een kerel die zijn verantwoordelijkheid durft opnemen en een voorbeeld stellen kan van katholieke fierheid als het nood doet?

Als men de katholieke bevolking oproept om desnoods politiereglementen te over treden om een hooger goed - de uitnoodiging om zich op bepaalde plaatsen te verzamelen en in groep op te stappen was met de politiereglementen in strijd - moet men ook den durf hebben naast de man van de straat te staan als de klappen worden uitgedeeld, naast de beschuldigden voor de rechtbank van de publieke opinie en de eer opeischen als hoofdbeschuldigde te staan voor het gerecht. Wie de menschen tot betoogen aanzet moet zijn verantwoordelijkheid opnemen ook al gaan geestdriftig volgelingen iets verder dan de gestelde grens. Onder den oorlog leverde geen enkel flink frontofficier zijn manschappen aan een vreemde instantie over om een begaan vergrijp, maar nam ze tegen de gendarmerie in bescherming. Het gaat niet op, de menschen op te roepen om ze daarna aan hun lot over te laten en als Pilatus zijn handen in onschuld te wasschen. Wij vragen leiders die moed en ridderlijkheid paren aan wijs beleid. Stapten leiders van dit gehalte niet op aan het hoofd der antwerpsche katholieken - ontbreken zij daar werkelijk of was het als gevolg van een misverstand? - toch hebben wij ze tot onze groote vreugde aan het hoofd der leuvensche studenten gezien. Zij werden door de bevolking uitbundig toegejuicht. Hun kalme, waardige, maar ook fiere en onverschrokken houding boezemde ontzag in. Zij waren de triomfators van dien onvergetelijken avond. De antwerpsche jongeren die zich spontaan bij hen aansloten hebben dit instinktmatig gevoeld. Hoerra voor Leuven!

V.C.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken