Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Volk. Jaargang 4 (1938-1939)

Informatie terzijde

Titelpagina van Volk. Jaargang 4
Afbeelding van Volk. Jaargang 4Toon afbeelding van titelpagina van Volk. Jaargang 4

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.72 MB)

Scans (435.47 MB)

ebook (9.88 MB)

XML (0.77 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Volk. Jaargang 4

(1938-1939)– [tijdschrift] Volk–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 41]
[p. 41]

R.I
Katholieke Actie - Katholicisme in actie?

Voor 't oogenblik is het al actie wat de klok slaat. Niet alleen de machienen werken met electriciteit: ook de menschen zijn gemotoriseerd. En menschen en dingen staan onder hoogspanning. Een tijdstip als nooit van geweldige actie (en tevens van vernederende en ontmoedigende werkloosheid en luiheid). Sociale actie, politieke actie, communistische actie, anti-jodenactie, godloozenactie enz. enz. Eén groote fabriek met afdeelingen allerlei. In meer dan een land worden zelfs de menschen gefabrikeerd en dragen ze het fabriefsmerk in hun hersenen en in hun bloed en zelfs op hun voorhoofd. Geen spontaan groeiende en vrij denkende menschen, geschapen naar het beeld van God, maar aardsch serie-werk volgens een voorop gemouleerd model, made in Germany, made in Italia, made in Russia... En in de groote fabriek van tegenwoordig is het een geronk en gedaver dat hooren en zien vergaan, en om wat stil en rustig te kunnen nadenken moet men hier of daar een plekje woestijn of een verloren eilandje invluchten. Hebt ge al bemerkt hoe weinig groote denkers en wijsgeeren er zijn tegenwoordig? Specialisten met de vleet, ingenieurs zonder einde, uitvinders met brevet ontelbaar. En de wapenindustrie blijft kermis vieren. Op het sportterrein is wereldberoemdheid te vinden, terwijl men in Hollywood sterren, (rijzende en vallende) maakt. Maar hoeveel denkers, soliede denkers zult ge vinden? Schrijvers en schrijvelaars met stapels boeken: schrijfmachinewerk, meer dan intellectueele productie. Onze professors van poësis en rethorica moeten water en bloed zweeten tegenwoordig om in de weinige uren waarover ze beschikken, zelfs de gecondenseerde wereldlitteratuur voor te schotelen aan hun leerlingen.

De professors van wijsbegeerte hebben het min lastig tegenwoordig: er zijn niet veel groote namen te noemen en nieuwe merkwaardige systemen om te bestudeeren zijn er maar weinig. Heel de menschelijke energie gaat op in de actie.

Het is dan ook niet te verwonderen dat de Kerk de electrische drijfkracht van den tegenwoordigen tijd heeft benutigd, dat ook in de groote Centrale van Rome machtige motoren zijn opgesteld en dat het nu als ordewoord geldt over heel de christene wereld: Katholieke actie. Actie naast actie en, waar noodig, actie tegen actie. De zaak zelf is niet nieuw, alleen de vorm is gemoderniseerd. Katho-

[pagina 42]
[p. 42]

lieke actie behoort tot de essentie van het Katholicisme: Katholiek geloof zonder katholieke actie in de toepassing ware een dood geloof. En met een dood geloof behoort men niet tot de levende en strijdende Kerk. De Katholieke actie, na jaren voorbereiding, kreeg reeds officieel opdracht en zending met wereldveroverende ambitie door het gezaghebbende bevel van den Meester: Gaat en onderwijst alle volkeren. En op Sinxendag, na de stille congresdagen in gebed en verwachting doorgebracht, brak de actie los naar buiten, verrassend en geweldig, en het werd een massabetooging en een openluchtspel gelijk alleen de Geest van hierboven die organiseeren en bezielen kon. En van dan af zou de actie ononderbroken voortduren - ‘zwijgen kunnen we niet’ - en door alle moeilijkheden heen zouden ze het nieuw-testamentisch ideaal uitwerken - ‘we hebben eer aan God dan aan de menschen te gehoorzamen.’

Wat er dan eigenlijk nieuw is? De nieuwe en officieele woordkoppeling: katholieke actie, en een vernieuwde (niet totaal nieuwe, want vroeger namen de leeken ook deel aan het apostolaat en katholieke werking) oproep tot de leeken om openlijk en georganiseerd, onder hierarchische leiding, zelf meer katholiek te leven en anderen te winnen: ‘kom en volg mij.’ ‘Hij moet heerschen!’ Het woord van den Paus, vanaf de hoogte van Rome's heuvelen gelanceerd, door de radio opgevangen en door luidsprekers doorgezonden, heeft weerklank gevonden in alle landen, en het is verheugend en bemoedigend te zien hoe sterk de geestelijke macht van Rome kan ingrijpen en hoe een jonge frissche Pinkstergeest beloften brengt van vernieuwing en herleven.

En juist omdat wij ons verheugen om die Lente-tijdingen die uitgezongen worden, en omdat wij met voldoening die georganiseerde legerkorpsen zien en hooren opmarcheeren - ter verovering, gelijk zij zelf zeggen met vastbesloten wil en jeugdige geestdrift - volgen we met sympathie de groeiende katholieke actie en wenschen haar heil en zegen toe. Maar juist daarom ook mogen we de beweging wel met eigen oogen bekijken en met eigen inzicht beoordeelen, vooral in een leeken-tijdschrift: heeft juist de katholieke actie niet voor doel wat meer zeggingschap en medewerking toe te staan aan de katholieke leeken? We willen duidelijk en heel eenvoudig spreken. Zoo wordt zeker alle misverstand vermeden. Het is vooral na het lezen van de merkwaardige openingsrede van Mgr Dr Poels op de laatste Rolducsche Studieweek dat we ons aan 't schrijven zetten.

Ter verovering! zoo klinkt de leuze. De straat aan ons, de markt aan

[pagina 43]
[p. 43]

ons, de fabriek aan ons, de kazerne aan ons! De tijd der catacomben is lang voorbij. Of heeft de onwaarheid alleen recht tot manifesteeren, en moeten stoeten en optochten enkel staan in het teeken van opruiïng en geweld? En met trom en trompet en kleurige vanen trekken ze door stad en dorp, ‘al zingend langs de baan’, in zeer gevarieerde uniformen. In hun Declamatorium staat zelfs de Psalm van Rodenbach: ‘Vlaanderen, Vlaanderen boven al!’ en de eerste stroof van den Vlaamschen Leeuw kennen en zingen ze ook bijwijlen. En de eene manifestatie volgt op de andere en vergaderingen en studieweken en congressen en massaspelen vullen den kalender van heel het jaar. Leven en actie zooveel als en zelfs meer dan men geven kan. ‘Hebt gij ze gezien?’...

Ze hebben gelijk dat ze manifesteeren en het kruis van den christen Vlaming openlijk ronddragen: 't is in alle geval heel wat edeler en meer geruststellend dan het hakenkruis. Ze hebben gelijk dat ze trommelen en zingen: de aandacht van de massa mag opnieuw getrokken op het vergeten credo. Ze hebben gelijk te toonen dat ze durven en dat ze zich niet schamen over Christus'naam: durf en radikalisme worden overal toegejuicht. We gaan dood aan lamlendigheid en liberaal conservatisme.

Heb ik genoeg lof gezegd om nu ook wat bemerkingen te mogen maken? Al dat uitwendige en luidruchtige mag ons niet met blindheid slaan. In illo tempore, ter gelegenheid van Duitsche katholiekendagen, heb ik ook de Duitsche katholieke jeugd en de sociale groepen zien defileeren met hun martiale kapelaans naast hun rangen - en wat is er van overgebleven? Het uiterlijke is het voornaamste niet. Werkt men genoeg in de diepte? Zoekt men niet te veel naar het getal? En is er vrijheid genoeg? En trekt het uniform soms niet meer aan dan het ideaal?

En ik hoor ook vele huisvaders en -moeders klagen, vooral op den buiten, dat hun jongens en meisjes nooit meer thuis zijn. En dat ze van hun eenvoud verliezen en dat ze pretentie krijgen. En dat ze met een hoop groote woorden en leuzen afkomen waarvan ze zelf niet al te veel verstaan. En dies meer. Enkel maar om te zeggen dat we ons geen illusies mogen maken en dat al wat blinkt nog geen zuiver goud is.

Er wordt ook veel geschermd met het woordje hiërarchisch. Heel duidelijk is het me eigenlijk niet. De organisatie van de Kerk is immers toch altijd hiërarchisch geweest: de Paus, de Bisschoppen, de pastoors, ondergeschikt de eene aan de andere. 't Is al sinds eeuwen

[pagina 44]
[p. 44]

dat het zoo is. En zoo is er orde en eenheid van leiding. Opperbest. Maar is er nu geen neiging voor 't oogenblik om alles in de pastorij onder dak te brengen? Moeten alle werken en organisaties nu ineens in de handen en onder de leiding komen van pastoors en kapelaans? Men zou het weleens meenen soms. En me dunkt dat er dan tegenstrijdigheden aan den dag komen en dat zulks ingaat tegen de bedoeling van den Paus zelf en de essentieele beteekenis van katholieke actie. Doctor Poels schijnt daar ook op te wijzen als hij voor zijn sociale werken zelfstandigheid en onafhankelijkheid en leiding door leeken opeischt. Als titel voor het algemeen onderwerp van de Rolducsche studieweek nam hij opzettelijk: ‘Katholicisme in actie op wereldlijk terrein’ in plaats van: ‘op wereldlijk terrein gevoerde katholieke actie’. Als men mij op den man af vraagt waarom ik voor deze studieweek de voorkeur gaf aan acht lessen over ‘katholicisme in actie op wereldlijk terrein’, dan antwoord ik rondborstig, dat het gevaar voor een verkrachting van de evidente bedoelingen van Pius XI mij niet zuiver denkbeeldig lijkt... Elkeen weet dat de Paus ook op wereldlijk terrein het katholicisme terdege wil in actie zien: al treedt het hier in actie onder leiding en verantwoordelijkheid, niet van de kerkelijke hiërarchie, maar van de katholieke leeken zelf. ‘Inderdaad, het lijkt wel de bedoeling van den Paus te zijn dat op hun eigen terrein de katholieke leeken zelf als katholieken zouden leven en werken. Zoo mag dan dat hiërarchische alles niet willen omvatten en de hand niet willen leggen op alle organisaties en alle activiteiten. Wat blijft er dan den leeken nog over?... en wat bedoelt men dan met ‘het uur der leeken?’

Kom, laat ons heel concreet zijn. Buiten de algemeene proosten, wie heeft er in laatste instantie de leiding van de katholieke actie-groepen in de verschillende lokaliteiten? Onderpastoor X en kapelaan Z. Meestal jonge priesters die nog maar pas uit het Seminarie komen... en die door hun menigvuldige bezigheden (assistenties, catechismuslessen, parochiedienst, vergaderingen, uitstappen enz...) geen tijd meer vinden om een boek open te slaan en wat te studeeren. Die brave ‘petits vicaires’ die wij bewonderen om hun toewijding en geestdrift, kunnen toch niet op de hoogte zijn van al de moderne problemen en en in al die problemen leiding en oplossing geven, zelfs met de uitgebreide programma's en lessen die hen gedrukt worden toegestuurd’ En 't zuiver sociologische en economische van den tegenwoordigen toestand kunnen zij onmogelijk kennen. Waar zouden ze

[pagina 45]
[p. 45]

het geleerd hebben? De specialisten tusschen onze sociale leiders hebben zelf al de moeite van de wereld om op de hoogte te blijven. En 't blijft me een raadsel waarom practisch - eenigen zeggen stelsel-matig - de kloosterlingen zooveel worden terzij gelaten. Behooren die niet tot de kerkelijke hiërarchie? Noch rechtstreeks noch zijlings? En zouden deze mannen, die tijd en gelegenheid hebben om lang en rustig te studeeren, niet méér kunnen inspringen om aan de actie deel te nemen, vooral om mee hun aandeel te hebben in de intellectueele en moreele leiding van zoovele groepen en afdeelingen? Zij zouden uitstekend diensten kunnen bewijzen en ze vragen voorzeker niet beter dan nuttig te kunnen zijn. De leeken kunnen best kloosterlingen verdragen. En de kloosterlingen zijn toch officieel erkende en officieel gemandateerde priesters in Gods heilige Kerk. Wat zij in den loop der tijden als actie hebben uitgewerkt is effenaf een reuzenprestatie op alle gebied.

 

Wij kunnen best aannemen dat voor de practische werking de parochie als centrum wordt aangezien, en dat alles zooveel mogelijk parochieel worde ingedeeld, doch wij meenen ook dat er naast en boven het parochieele, plaats is en zijn moet voor meer algemeene werken, en dat het niet noodig is dat alles op het ééne spoor met enkele richting van katholieke actie moet gedirigeerd. En zoo kom ik tot een onderscheid dat, dunkt me, van groot belang is. Een inspiratie van Mgr Poels.

Katholieke actie kan genomen worden in stricten zin en in breederen zin.

In stricten zin is het formeele katholieke actie: d.i. zuiver godsdienstige actie onder kerkelijke leiding met medewerking van de leeken.

In breederen zin is het ‘katholicisme in actie’ volgens de formule van Mgr Poels, en zoo omvat ze alle activiteit van katholieken op alle gebied, doch om die actie te onderscheiden van de formeele katholieke actie, meer bepaald op wereldlijk terrein (sociologisch, economisch, cultureel en politiek terrein).

De eerste formatie staat onmiddellijk en rechtstreeks onder de leiding van de kerkelijke hiërarchie. De tweede staat meer onmiddellijk onder de leiding van de katholieke leeken zelf. Die richting schijnt heelemaal de bedoeling te zijn van den Paus der katholieke actie. In zijn laatste toespraken komt hij er telkens op terug: katholieke actie is in hoofdzaak katholiek leven, en de leeken moeten hun eigen verantwoordelijk-

[pagina 46]
[p. 46]

heid dragen. Heeft de Boerenbond ons geen lessen genoeg gegeven?... Zoovele werken, zonder kerkelijk te zijn, kunnen zuiveruit katholiek zijn, en heel die activiteit in haar geheel zal beantwoorden aan de inzichten van den Paus: katholicisme in actie

En aldus wordt het terrein ruim en breed. En aldus kunnen alle groepeeringen (zelfs zuiver wereldlijke en politieke) hun deel nemen in de groote en onmisbare katholieke actie tot herkerstening van de samenleving en het vestigen van Christus Rijk: de eenige bedoeling van Christus en zijn Kerk.

En zouden niet vele scherpe kanten worden afgerond en zou er niet veel meer concentratie en samenwerking mogelijk zijn indien we dit onderscheid wilden aanvaarden? Nu wringt en botst het te dikwijls tusschen verschillende werken: met enggeestigheid en particularisme zal men nooit tot een duurzaam vredes-contract geraken.

Hef: moet zijn gelijk op Sinxendag: Eên cenakel (de ruime katholieke d.i. algemeene Kerk), êên Geest (gaven van geloof en liefde), doch verschillende talen volgens de ingeving van den êênen Geest, en verdeeling van werkzaamheid onder dezelfde leiding en stuurkracht.

En de verbaasde wereld zou opnieuw zeggen: zie, hoe ze elkander beminnen en hoe ze, verscheiden in de eenheid, eendrachtig samenwerken. En velen zouden vragen om gedoopt te worden.



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken