Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Voorstellen van ambachten en bedrijven en daartoe betrekkelijke verhalen voor kinderen (1845)

Informatie terzijde

Titelpagina van Voorstellen van ambachten en bedrijven en daartoe betrekkelijke verhalen voor kinderen
Afbeelding van Voorstellen van ambachten en bedrijven en daartoe betrekkelijke verhalen voor kinderenToon afbeelding van titelpagina van Voorstellen van ambachten en bedrijven en daartoe betrekkelijke verhalen voor kinderen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.17 MB)

XML (0.08 MB)

tekstbestand






Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

schetsen
plaatwerk / prentenboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Voorstellen van ambachten en bedrijven en daartoe betrekkelijke verhalen voor kinderen

(1845)–Anoniem Voorstellen van ambachten en bedrijven en daartoe betrekkelijke verhalen voor kinderen –rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 5]
[p. 5]

1. De ratelwacht.

Eene welingerigte maatschappij, lieve Kinderen! is een land, waar de inwoneren zich vereenigd hebben, om, onder het bestuur van deugdzame en verstandige overheden, elk in den stand of het beroep, waarin hij geplaatst is, braafheid en ijver te betoonen, en alles te vermijden, wat tot nadeel of beleediging van hunne mede-ingezetenen zoude kunnen strekken.

Als elk zijnen pligt betracht, en zich jegens zijne medeburgeren behoorlijk gedraagt, dan heerschen er in zulk eene maatschappij bloei en welvaart; doch wanneer sommige menschen hunnen pligt verzuimen, dan kan hierdoor aan anderen eene menigte van onheilen veroorzaakt worden, en onder deze pligtverzuimen zijn luiheid en lediggang zeer gevaarlijke dingen.

De ledigganger, geen' lust hebbende, om door behoorlijken arbeid zich van het noodig onderhoud te voorzien, vervalt dikwijls tot dieverij: eene ondeugd, waardoor hij aan anderen hunnen wettigen eigendom ontrooft, om zich zelven daardoor te voeden, en zijner luiheid een' ruimen teugel te laten. Ook kunnen oorlog en dure tijden wel eens tot dieverij aanleiding geven; dewijl dan de anders milde hand der rijken dikwijls gesloten blijft, of althans schaarschere giften uitdeelt, en het gebrek

[pagina 6]
[p. 6]

van sommige inwoneren aan de noodige behoeften tot het leven, in hen de begeerte doet ontstaan, om op eene oneerlijke wijze, dat is door bedrog en dieverij, den kost te zoeken: zelfs ontzien zich sommigen niet, om, wanneer men hen tegenstand tracht te bieden, door verfoeijelijken moord, het goed hunner evennaasteu des te ongestoorder te bemagtigen.

Dieverij is en blijft dan altoos eene verachtelijke en strafwaardige misdaad; want in eene welgeregelde maatschappij zijn altoos inrightingen daargesteld, waardoor de eerlijke armoede voor broodgebrek bewaard blijft; doch vele armen verachten die inrigtingen, uit vreeze voor arbeid (want kinderen! wil men eten, dan behoort men ook te werken,) en verkiezen liever gebedeld brood te eten, of het geld en goed van anderen te benaderen, dan den kost met werken te verdienen.

Billijk is het dus, dat er voor de veiligheid van het leven en de goederen der ingezetenen eens lands zoo veel mogelijk gewaakt wordt; want, zoo het den eenen inwoner vrijstond, eenen anderen ongestraft van het leven te berooven, en zich daardoor met deszelfs goederen te verrijken, dan zoude de naam van zulk een land niet meer welingerigte maatschappij kunnen heeten, maar met regt zoude men het dan moord- en roofhol mogen noemen.

En wat volgt hier nu uit, lieve kinderen? immers natuurlijk dit: dat de regering van een land

[pagina 7]
[p. 7]

of stad verpligt is, alle mogelijke zorg te hebben, om de algemeene veiligheid der inwooneren te handhaven en te doen beschermen, en tot dat oogmerk de beste middelen in het werk te stellen.

Maar vooral wordt deze zorg bij den nacht vereischt, wanneer zich meest alle menschen ter ruste begeven, om weder nieuwe krachten voor den aanstaanden dag op te zamelen. De duisterheid en stilte die alsdan heerschen, maken het den dief, afzetter, huisbraker of moordenaar gemakkelijker, zijne snoode ontwerpen uit te voeren; - doch om dit zoo veel mogelijk voor te komen, zijn in alle steden en dorpen, zoo van ons vaderland, als van vele andere landen, een aantal lieden door de regering aangesteld, die voor een klein geld, in zomer en winter, niet alleen den geheelen nacht door waken, maar ook bij elk heel en half uur verpligt zijn, dat gedeelte der stad, waarvoor zij aangenomen zijn, (en hetwelk men gewoon is eene wijk te noemen) geheel door te loopen, om voor allen diefstal en geweld, aan personen of goederen, te zorgen, en hen, die zich daaraan schuldig maken, gevangen te nemen; hun roepen en ratelen of kleppen, (want op vele andere plaatsen onzes vaderlands zijn deze lieden van eene klep voorzien, gelijk hier en elders van eenen ratel, en worden daarom of Ratelwachten of Kleppers genoemd) dient eensdeels, om aan de inwoneren hunner wijk hunne getrouwe tegenwoordigheid te doen hooren, en ander-

[pagina 8]
[p. 8]

deels om menschen, die voornemens waren, zich aan dieverij of andere misdaden schuldig te maken, van hunne nadering kennis te geven, en hen daardoor aan te sporen, om van hunne snoode ontwerpen af te zien, en liever stil en vreedzaam naar huis te gaan.

Ook zijn deze wachten verpligt, om bij ontstanen brand, de brandmeesteren, enz. hiervan te verwittigen, en door het roepen van: brand! brand! hunne medeburgeren tot hulp te doen aansnellen.

Voor het overige brengen zij den tusschentijd, dat zij niet rondloopen, in kleine en voor hen opzettelijk vervaardigde huisjes door, en zijn bij hun rondloopen met een' stok en sabel gewapend, om, des noods, het geweld van slechte menschen te kunnen beteugelen: en dus, kinderen!

 
Schrikt nooit voor den Ratelwacht;
 
Wilt hem veeleer vriendlijk groeten,
 
Als gij hem, in stillen nacht,
 
Langs de straat eens mogt ontmoeten:
 
Hij toch wendt zijn best steeds aan,
 
Om op nare en duistre wegen
 
U gerustlijk te doen gaan,
 
En ontziet nooit wind of regen,
 
Om, als gij uw nachtrust smaakt,
 
Voor uw veiligheid te zorgen;
 
Ja, al vriest het, dat het kraakt,
 
Toch waakt hij tot aan den morgen.
 
Schrikt dan voor geen Ratelwacht;
 
Wilt hem als een' vriend beschouwen,
 
Aan wiens zorg ge u elken nacht,
 
Met Gods hulp, moogt toevertrouwen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken