Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Voorstellen van ambachten en bedrijven en daartoe betrekkelijke verhalen voor kinderen (1845)

Informatie terzijde

Titelpagina van Voorstellen van ambachten en bedrijven en daartoe betrekkelijke verhalen voor kinderen
Afbeelding van Voorstellen van ambachten en bedrijven en daartoe betrekkelijke verhalen voor kinderenToon afbeelding van titelpagina van Voorstellen van ambachten en bedrijven en daartoe betrekkelijke verhalen voor kinderen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.17 MB)

XML (0.08 MB)

tekstbestand






Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

schetsen
plaatwerk / prentenboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Voorstellen van ambachten en bedrijven en daartoe betrekkelijke verhalen voor kinderen

(1845)–Anoniem Voorstellen van ambachten en bedrijven en daartoe betrekkelijke verhalen voor kinderen –rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 47]
[p. 47]

10. De pakkers.

De menschen, welke gij op het laatste vakje van het hier voorstaande plaatje ziet werken, Kinderen! zijn Pakkers; namelijk, werklieden, welke de goederen der kooplieden, in linnen, of matten, pakken, opdat ze dus veilig, het zij ter zee of te land, kunnen verzonden worden. Zulke pakkers heeft men vooral veel in Amsterdam. Eenige lieden van deze voegen zich bij elkander, en maken eene soort van verbindtenis, of Compagnieschap, van welke men er in Amsterdam verscheiden heeft. Deze compagnieschappen voeren elk eenen bijzonderen naam; de leden van dezelve hebben zich bekwaam gemaakt, om de koopgoederen wel te kunnen inpakken, en het gaat hun wel, naar mate het den kooplieden wel gaat.

Door den koophandel, Kinderen! wordt aan millioenen handen werk bezorgd, en wanneer hij bloeit, dan bloeijen ook de kunsten en handwerken. - De vermaarde koopstad Amsterdam, die in de twaalfde, en misschien in de dertiende eeuw nog maar slechts een visschers vlek was, werd er zulk eene magtige stad door; ja ons geheele vaderland is er rijk door geworden.

[pagina 48]
[p. 48]

Overal waar de koophandel bloeit, bloeit ook land en volk; en zulks moet derhalve vooral betrekking op ons vaderland hebben. Met den koophandel moet ons vaderland (dat op sommige plaatsen niet zeer veel oplevert, en met zware dijken en watermolens uit het water moet gehouden worden,) staan of vallen; waarom men hetzelve billijk als een pakhuis kan beschouwen, waarin men van alle oorden der wereld goederen ontvangt, en er weder uit afzendt.

Echter moet gij niet denken, Kinderen! dat de Nederlander niets tot den koophandel bijdraagt. - O neen: ons land heeft ook fabrijken en trafijken, welke zelfs zeer deugdzame waren opleveren. Wij hebben ook kunstenaren en goede ambachtslieden; - onze velden, - ons vee leveren ook veel goeds op, (zoo als wij bij de beschouwing der runderen getoond hebben) doch niet genoegzaam voor den koophandel. Gij begrijpt dus zeer ligt, Kinderen! hoe nuttig en noodzakelijk de scheepsbouw voor ons vaderland is, daar dezelve van den koophandel zijnen bloei moet hebben.

Goede trouw en eerlijkheid waren altijd de kenmerken van den Nederlander; hierom is hij altijd buiten 's lands geacht, geëerd, en betrouwd geworden; en dit heeft hem zulke groote voortgangen in den koophandel doen maken.

[pagina 49]
[p. 49]

Gij ziet derhalve, Kinderen! hoe noodzakelijk het is, dat men deugdzaam zij; ja, dat de mensch er niet alleen zich zelven, maar geheel zijn vaderland groot door doet worden.

 
De deugd, hoezeer bestreden,
 
Braveert en haat, en nijd,
 
En alle tegenheden,
 
Ja, 't woeden van den tijd;
 
Hoe meer men haar wil drukken,
 
Hoe zij te scbooner blinkt;
 
't Zal laster nooit gelukken,
 
Dat hij haar schoon verminkt.


illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken