Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Voorstellen van ambachten en bedrijven en daartoe betrekkelijke verhalen voor kinderen (1845)

Informatie terzijde

Titelpagina van Voorstellen van ambachten en bedrijven en daartoe betrekkelijke verhalen voor kinderen
Afbeelding van Voorstellen van ambachten en bedrijven en daartoe betrekkelijke verhalen voor kinderenToon afbeelding van titelpagina van Voorstellen van ambachten en bedrijven en daartoe betrekkelijke verhalen voor kinderen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.17 MB)

XML (0.08 MB)

tekstbestand






Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

schetsen
plaatwerk / prentenboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Voorstellen van ambachten en bedrijven en daartoe betrekkelijke verhalen voor kinderen

(1845)–Anoniem Voorstellen van ambachten en bedrijven en daartoe betrekkelijke verhalen voor kinderen –rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 60]
[p. 60]

14. De kok.

Op het vierde vakje van het voorstaande plaatje, lieve Kinderen! ziet gij eenen Kok (of spijsbereider) in zijnen winkel afgebeeld; hij zelf is bezig met een stuk vleesch van eene dienstmaagd aan te nemen; terwijl zijne knechts ook werkzaam zijn, stokende de een den oven heet, om er pasteijen of iets anders in te bakken, terwijl de andere een stuk vleesch aan het spit braadt.

Schoon men in de dagelijksche huishouding zelden koks noodig heeft, gaat het velen hunner echter wel, dewijl zij zich er op toeleggen, om de spijzen op het smakelijkst en sierlijkst toe te bereiden; hiervan, dat vermogende lieden bij het onthalen hunner vrienden, eenen kok voor den maaltijd laten zorgen, terwijl men ook op bruiloften of andere buitengewone feestmalen, aan hem de beschikking der spijzen overlaat.

Maar tot alle dergelijke maaltijden wordt veel geld vereischt, want dwaas en verachtelijk zoude hij handelen, die, om slechts lekker te eten, en zijne vrienden luisterrijk te vergasten, zich zelven en zijn huisgezin, aan andere noodwendigheden gebrek deed lijden, of zich in schulden

[pagina 61]
[p. 61]

stak, welke hij onvermogend zoude zijn, te voldoen.

Daar het nu de algemeene welvaart is, die de bewoneren van een land met tijdelijke middelen zegent, en hun daardoor een onbekrompen, doch matig, genot van allerlei zinnelijke genoegens veroorlooft; zoo ziet gij daaruit, Kinderen! dat ook door welvaart de handwerken en neringen bloeijen, en dus alzoo ook, bij voorbeeld, de kok, in voordeelige tijden, een ruimer bestaan zal hebben, dan wanneer drukkende tijdsomstandigheden, de niet volstrekt noodzakelijke uitgaven beletten.

Wij hebben reeds gezegd, en herhalen het nogmaals, dat men de aangenaamheden des levens, matig genieten moet, want, zoo men de palen van matigheid en goede trouw te buiten gaat, dan nemen wellust, dartelheid en overdaad, hand over hand toe, en veroorzaken niet zelden den ondergang eens volks; dit laatste leert ons de geschiedenis der Romemen: dit volk, hetwelk eenmaal de geheele toen bekende wereld beheerschte, was al te zeer met zijnen voorspoed ingenomen, om aan de mogelijkheid van een tegengesteld lot te denken, en gaf zich aan allerlei vermaken over, leefde dartel en zorgeloos voort: en verzuimde daardoor de pligten der onderlinge zamenleving; dan, wat was het gevolg daarvan? dit, Kinderen! dat woeste volken hetzelve aan-

[pagina 62]
[p. 62]

vielen, versloegen, overheerden en verdreven, zoodat van deze eertijds heldhaftige Romeinen, die eens bijna de geheele aarde met schrik vervulden, niets dan alleen de naam is overgebleven.

Wacht u dus altijd, lieve Kinderen! voor onmatigheid in uwe genietingen, ook dan, wanneer het u voorspoedig gaat, en wacht u vooral om u aan brasserij over te geven; want deze is het, die des menschen bezittingen, zoo wel als zijnen ligchamelijken welstand vernielt; ja, al waren de eersten er tegen bestand, de laatste zal er voorzeker onder moeten bezwijken. - Dit zij nu een raad voor uw toekomend leven; echter in uwen tegenwoordigen leeftijd kan hij u ook van nut zijn: wanneer gij uwe maag, tegen den wil van uwe ouders, of van hen, die over u gesteld zijn, overlaadt, of met snoeperijen, tot boven den eetlust, opvult, en er aan gewoon zijt geraakt, zult gij daardoor eene geldverspilling maken, waar tegen uwe kleine geldbeurs veelal niet bestand zal zijn, en waardoor gij u dikwijls aan wandaden zoudt kunnen schuldig maken, om slechts uwen lust te boeten; en zoo uwe beurs dit al eens toelaat, dan zult gij daardoor echter uwe gezondheid, en misschien wel voor altijd ondermijnen, ja uwen eetlust tot vaste en gezonde spijzen geheel en al verliezen, zoodat gij u ten laatste in hetzelfde geval zoudt bevinden,

[pagina 63]
[p. 63]

als zekere vet gemeste rijkaard, die aan eenen armen man, welke over den honger klaagde, ten antwoord gaf: ‘dat dit geen ongeluk was, dewijl hij wel wenschte, eens honger te mogen hebben.’ - Welk eene schande voor de menschheid!

Gedraagt u dus in alles, en te allen tijde, matig, Kinderen! want:

 
Matigheid versterkt de krachten
 
Van het ligchaam en den geest;
 
Matigheid is steeds het sieraad
 
Van het Neêrlandsch volk geweest.
 
Dat dan deze welvaart-bronaâr,
 
Steeds in uwe harten woon',
 
Lieve jeugd! en ook uw wandel,
 
Zulks aan heel de wereld toon';
 
Dan zult gij het spoor betreden,
 
Waarop gij werdt voorgegaan
 
Door uwe eerbiedwaarde vaadren,
 
En zult de eedle kunst verstaan,
 
Om steeds vergenoegd te leven,
 
Zoo in voorspoed, als in druk:
 
Wilt dan matigheid betrachten,
 
Ze is de bron van 't reinst geluk.

EINDE.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken