Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vooys. Jaargang 7 (1988-1989)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vooys. Jaargang 7
Afbeelding van Vooys. Jaargang 7Toon afbeelding van titelpagina van Vooys. Jaargang 7

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.20 MB)

Scans (35.43 MB)

ebook (7.82 MB)

XML (0.56 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vooys. Jaargang 7

(1988-1989)– [tijdschrift] Vooys–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 32]
[p. 32]

De wijzers, de schaduw, de onorde; een blik op de klok
Thomas Vaessens

Een eendagsvlieg die op 'n klok kan kijken, zal gemakkelijk door een klok worden bedrogen en als de helft van haar leven voorbij is, denken dat er nog niets is verbeurd, of dat alles gewoon opnieuw begint en het noodlottige uur waarin zij sterven moet nooit zal worden gehaald.

In Een heilige van de horlogerie, waaruit bovenstaand citaat afkomstig is, beschrijft W.F. Hermans de filosoof Constantin, wiens dagvulling niet veel meer behelst dan het opwinden van klokken. Een enigszins vreemd beroep, zeker voor Constantin, die heilig gelooft dat de tijd van de klok verreweg ondergeschikt is aan de tijd van de kalender. Elk half etmaal is de klok op haar beginpunt terug. Het lijkt alsof er niets gebeurd is; de wijzers verraden geen voorbije zaken. Alleen in het geheugen is er plaats voor het verleden. ‘Kalenders zijn wagens, maar klokken zijn molens’ is Constantins adagium. De tijd van de klok staat stil, de kalender weerspiegelt de vooruitgang.

 

De tegenstrijdigheid die hier lijkt te ontstaan tussen Constantins bezigheid en diens opvatting daarover is echter schijn. Zoals dat van Hermans te verwachten is wordt de ene paradox opgelost door de andere. In de wereld om hem heen ziet Constantin een vooruitgang waarin hij niet past. De kalender is het terrein geworden van de corrupte wethouder en zijn verwanten. Door het opwinden van de klokken houdt Constantin niet alleen iets uit het verleden in stand, maar probeert hij ook de tijd te stoppen. Het draaien van de wijzers symboliseert de stilstand. Constantin leeft met de klok. Iedere twaalf uur vormen een cyclus, iedere week is een cyclus. De tijd is voor hem geen keten van unieke, nooit terugkerende momenten; hij laat zich bedriegen door zijn eigen klokken, zoals de eendagsvlieg, op de helft van haar leven.

 

Bij een aantal in de afgelopen maanden verschenen literaire werken is de gedachte aan Een heilige van de horlogerie tamelijk voor de hand liggend. Achteraf bezien lijkt Hermans' jongste roman een voorbode te zijn geweest van een aantal boeken dat hieronder ter sprake zal komen.

 
Ik droomde dat ik langzaam leefde
 
Langzamer dan de oudste steen.
 
Het was verschrikkelijk: om mij heen
 
schoof alles op, schokte of beefde,
 
wat stil lijkt. [...]

Dit zijn de beginregels van het gedicht Tijd van M. Vasalis. Wie dit gedicht leest gaat - bewust of onbewust - vragen stellen over begrippen als tijd en eeuwigheid. In de meest recente novelle van Gerrit Krol, Een ongenode gast, brengen de personages het hierboven geciteerde gedicht ter sprake. Ook zij stellen elkaar vragen. Een van die vragen betreft de eendagsvlieg. Duurt voor dit beestje het leven net zolang als voor een mens? Een discussie over tijd en de ‘eeuwige herhaling’ van Nietzsche is begonnen.

 

In een ander recent uitgegeven boek, Het leven uit een dag van A.F.Th. van der Heijden, verschijnt een eendagsvlieg ten tonele, die in het

[pagina 33]
[p. 33]


illustratie
A.F.Th. van der Heijden (foto: Steye Raviez)


verhaal een uiterst symbolische functie vervult. De hoofdpersoon van deze roman, Benny Wult, leeft in een wereld waarin niets herhaald wordt. In de tijdsspanne van éen dag speelt zich een heel mensenleven af. Benny wordt geboren en krijgt borstvoeding. Wanneer hij zijn volgende maaltijd nuttigt is hij een volwassen man. Alles is eenmalig. Ervaringen zijn gecomprimeerd en daardoor heviger.

 

Ergens in dit verhaal is het moment aangebroken waarop Benny voor de eerste en enige keer de liefde zal bedrijven. In een poging de tijd stil te zetten staken Benny en zijn vriendin hun liefdesspel voor een moment. Dit niet-bewegen geeft hun even de indruk dat de omhelzing oneindig is. Wanneer zij echter hun handeling weer voortzetten, waardoor de tijd weer voortschrijdt, groeit het plezier dat Benny en vriendin in de liefde hebben enorm. Hun genot is intenser want eindiger: het verstrijken van de tijd maakt het leven meer aantrekkelijk en wordt door de bewoners van deze wereld dan ook niet angstvallig, maar wel koortsachtig gevolgd. Dit geschiedt door het voortdurend in de gaten houden van de lengte van de schaduwen.

Het toekomstideaal van Benny's medeburgers is de ‘hemel’. In deze hemel mogen ze hun leven in een subliem ondeelbaar moment van genot herbeleven. Men stelt zich deze grote synthese als een bliksemflits voor. Van het verloop van tijd is in de hemel geen sprake.

Een blinde sleutelfiguur uit de roman, die veruit superieur is aan protagonist Benny en z'n vriendin, zou die superioriteit wel eens kunnen danken aan het feit dat hij, in tegenstelling tot al zijn perfecte waarnemingen, nu juist die voortkruipende schaduw niet ziet.

Een ‘hel’ heeft Van der Heijden ook geschapen. Het kenmerk van deze hel is dat herhaling er aan de orde van de dag is. Het tijdsverloop is er anders; er is geen duidelijk eind in zicht. Net als in de werkelijke wereld verandert er nauwelijks iets tijdens het kleiner en groter worden van de schaduwen.

De hel is een dof en kleurloos oord dat door de beschrijver en fantast Van der Heijden

[pagina 34]
[p. 34]

geschilderd wordt als een wereld van prostitutie (herhaalde liefdesdaad!) en langzaam verval.

 

Eenzelfde synthese, zoals die zich bij Van der Heijdens hemel aandient, was er ook bij Hermans' Een heilige van de horlogerie. Er is geen kalender voor Constantin. Constantin heeft alleen de klok. Alles valt voor hem samen in twaalf uur. Constantin kón denken dat de filmster Louise Brooks uit 1925 dezelfde persoon is als de Louise in zíjn wereld; een verleden bestaat immers niet.

 

Een synthese van iets andere vorm vertoont zich in Jeroen Brouwers' meeslepende meesterwerk De zondvloed. De verschillende ikken in het boek vertellen een deel van de geschiedenis van de persoon die door Brouwers ‘het personage’ genoemd wordt. De delen van het verhaal worden niet aaneensluitend verteld. Brouwers' kunstige compositie zorgt ervoor dat de lezer de situatie ervaart als het samenkomen van al de verhaallijnen in een groot kristallisatiepunt. Jeroen Brouwers tegen Bibeb in Vrij Nederland van 5 november 1988:

 

Beweerd wordt: Als je sterft, zie je je leven in filmachtige flitsen voorbij gaan. Zo is De zondvloed geschreven. 't Is een labyrint van herinneringen, fantasieën, gepieker. En gebeurtenissen die de schrijver zich anders wenst te herinneren.

 

De ik is gevlucht in een ‘eeuwigdurend heden’. Hij kan zich in de schijnbaar tot stilstand gekomen tijd verplaatsen door het scheppen van literatuur. ‘Mijn schrijven is het enige dat echt gebeurt’ zegt hij; hij léeft in zijn literatuur. De synthese is echt. De begrippen tijd en waarheid hebben een andere betekenis gekregen. Brouwers sluit met deze lijvige roman zijn Indië-trilogie af. In dit laatste deel komt vooral het verlangen naar een verloren paradijs naar voren. Na de door de Japanners veroorzaakte zondvloed in het leven van de schrijver, vertrekt deze naar Nederland. Bij het passeren van de evenaar voltrekt zich een aantal rites: de omslag. Het personage is uit het paradijs verdreven. Vanaf dit moment is hij veroordeeld tot het zoeken naar uitwegen in... de literatuur. De evenaar is een spiegel. In De zondvloed komen nogal wat spiegels voor. Wie in een spiegel kijkt ziet zijn eigen virtuele beeld als gesplitst van zichzelf. Brouwers gebruikt dit als symbool van de verscheurdheid van z'n hoofdpersoon. Als hij de evenaar is gepasseerd is de ik in een andere tijd en een andere wereld. Opeens is er die spiegel. En die zal er blijven.

Sinds het personage uit Indië weg is bestaat zijn leven als tijdloos en geduldig wachten: alles gaat vanzelf voorbij. De ik wil weg uit de tijd en weg uit de wereld van herhaling, waarin hij alles al eerder heeft beleefd. Op bladzijde 25 zegt de schrijver (het personage):

 

Er moet een bepaald tijdpunt zijn in het leven van een mens, vanaf welk punt hij niets meer kan beleven of hij lijkt het al eerder te hebben beleefd: [...] op dit tijdpunt ben ik nu.

 

Als dit alles gelijkenis vertoont met de ‘hel’, zoals Van der Heijden die schilderde, dan is de beschrijving van de omgang van de schrijver met het meisje Tikoes die van de ‘hemel’ gelijk. Wanneer Tikoes de ik uitlegt hoe man en vrouw de liefde bedrijven, merkt deze overigens op:

 

[...] ik ben ingewijd in het verschijnsel ‘tijd’, waarin verleden, heden en toekomst soms in één zelfde ogenblik samenvallen: dat moet het moment zijn waarop een man binnenschuift in het lichaam van een vrouw [...]

 

De ik in Brouwers' roman ontkomt aan tijd en werkelijkheid door middel van het scheppen van literatuur. Het denken verschaft hem de mogelijkheid de gang van de tijd te ontlopen. Benny Wult, de hoofdpersoon in Het leven uit een dag verkondigt dat denken de ontkenning is van alle eenmaligheid. Denken is continuïteit, wie denkt leeft voort; hij schept immers door middel van zijn denken 'n éigen klok, die hem helpt bij het plaatsen van herinneringen. En het zijn de herinneringen die Benny Wult uiteindelijk de eenmaligheid doen belijden. Het zijn de herinneringen die levensvoorwaarde zijn voor het personage uit De zondvloed.

 

Ook Hermans' hoofdpersoon laat zich hier mooi citeren: ‘Vandaag is gisteren, als je maar in staat bent te vergeten wat er gisteren is gebeurd.’ Hierbij merkt Constantin fijntjes op dat dit zo moeilijk niet is, als er niets is dat men zich kán

[pagina 35]
[p. 35]

herinneren.

Hermans blijft een buitenbeentje.

 

Tot zover de partiële analyse van drie romans waarin de tijd nauwlettend waargenomen wordt. Van der Heijden laat zijn hoofdpersoon ondervinden dat de tijd moet voortgaan. Ideaal is het samenvallen van ‘alle’ gebeurtenissen in een ‘ondeelbaar’ moment. Schrikbeeld is het langzaam verstrijken van de jaren. Hermans' hoofdpersoon tracht verwoed de tijd te stoppen. De voortgang van de wereld (= de lopende klok) impliceert weinig goeds. Brouwers, tenslotte, herstructureert de tijd. Zijn protagonist speelt het klaar de tijd voort te laten gaan zonder zelf te bestaan. De literatuur waarin hij leeft laat de bepaling van het tijdsverloop immers over aan de schrijver.

Deze structurele ideeën over tijd en tijdsverloop worden door de personages uit de verschillende boeken gebruikt als kapstok voor (al dan niet quasi-) filosofische beschouwingen over tijd.

Hermans' roman staat er bol van. In Het leven uit

illustratie
W.F. Hermans (foto: Jutka Rona)


een dag behoren dit soort gedachten tot de meest wezenlijke en besproken levensvraagstukken. Bij Brouwers staan deze passages bij voorbeeld aan het begin van het ‘Hoofdstuk over de blanco tijd’ of in de fragmenten uit het televisieinterview. Tegen de achtergrond van de algemene problematiek die de boeken behandelen, zijn deze tijdsbespiegelingen buitengewoon interessant.

 

Natuurlijk lijkt het bovenstaande een al te simpele vergelijking. Het is dan ook niet verstandig Van der Heijden, Hermans en Brouwers naast elkaar te leggen zonder er de nadruk op te leggen dat het hier om slechts éen aspect gaat. Zeker voor het boek van Brouwers geldt dat er zo enorm veel thema's en motieven te belichten zijn, dat een keuze daaruit De zondvloed altijd onrecht aandoet.

 

Dit laatste is een van de redenen waarom De zondvloed zo geslaagd is. De meesterlijke stijl die Brouwers ook in deze roman weer hanteert, is

[pagina 36]
[p. 36]


illustratie
Jeroen Brouwers
(foto: Chris van Hout


[pagina 37]
[p. 37]

zeker ook zo'n reden. Hoe kan een taal van buitengewoon zorgvuldig gekozen woorden en behoedzaam geconstrueerde zinnen, die aan de ene kant tot op de bodem doordacht is, aan de andere kant zo oer-natuurlijk zijn? Dit blijft verbazen, zoals dat schoonheid betaamt. De ontelbare samenhangen en de subtiele symboliek zorgen ervoor dat de lezer vele, vele genoeglijke uren beleeft aan de verwerking van De zondvloed.

 

De roman van Van der Heijden doet hier en daar denken aan de magisch-realistische romans van Hubert Lampo en Johan Daisne. Men hoeft zich niet te verbazen als Het leven uit een dag over enkele jaren, net als bij voorbeeld De komst van Joachim Stiller een kraker blijkt te zijn geworden in de categorie ‘lezen voor de lijst’. De tamelijk doorzichtige symboliek en de gunstige prijs zullen hiertoe bijdragen. Van der Heijden heeft bewezen dat deze kwalificaties weinig negatiefs hoeven te impliceren. Vooral de eerste 87 bladzijden van het boek zijn bijzonder fraai geschreven en pakkend. Men kan zich afvragen of dit prachtige eerste deel Van der Heijdens eindeloze beschrijving van de ‘hel’ overleeft. Een roman is mooi, maar waarom geen novelle? Het leven uit een dag zou korter, maar ook nóg krachtiger zijn geweest.

 

Ter onderscheiding van andere, plastische kunstvormen wordt literatuur wel ‘tijdskunst’ genoemd, omdat taal bestaat uit woorden die elkaar opvolgen in de tijd. Deze opeenvolging van woorden roept bij de lezer een bepaald tijdsbewustzijn op, met behulp waarvan een roman begrepen en geïnterpreteerd wordt. Over het algemeen houdt hier de rol van het tijdsverloop in de literatuur op, uitzonderingen als bij voorbeeld Het rookoffer van Tessa de Loo of romans met duidelijk experimentele bedoelingen daargelaten.

Toch hebben ook de hierboven besproken boeken het begrip tijd geproblematiseerd. De aandacht voor de filosoferende kijk op tijd is tamelijk groot, op het moment. Niet enkel de Nederlandse literatuur toont dit aan (De literatuur geeft toch op z'n minst een vage indicatie van waarmee het lezend deel van Nederland zich bezig houdt), maar ook het verschijnen van boeken als Grenzen van de tijd van Jeremy Rifkin of Onomkeerbaarheid van de tijd van Flood en Lockwood en de bespreking hiervan in verschillende dagbladen getuigt van een zekere concentratie van belangstelling.

 

Enthousiasme laat zich moeilijk onder stoelen of banken steken. Een heilige van de horlogerie, Het leven uit een dag en De zondvloed, het zijn alle prachtige boeken. De twee laatstgenoemde romans verschenen binnen een tijdsbestek van enkele maanden.

De tijd kan productief zijn.

 

* Dit stuk is geschreven in december van het afgelopen jaar. Enkele maanden later verscheen Het beeld en de klok van Mulisch. Omdat het erg onzorgvuldig lijkt dit boek niet te noemen in een verhandeling over de besproken thematiek, wijs ik hierbij op de aanwezige parallellen tussen het boek van Mulisch en de werken van Hermans, Van der Heijden en Brouwers.

Volledigheid is overigens niet wat ik heb beoogd.

 

Willem Frederik Hermans, Een heilige van de horlogerie.

Uitgeverij De Bezige Bij, Amsterdam, 1987. 220 blz., f 27,50

 

A.F.Th. van der Heijden, Het leven uit een dag. Uitgeverij Querido, Amsterdam, 1988. 196 blz., f 15,-

 

Jeroen Brouwers, De zondvloed.

Uitgeverij De Arbeiderspers, Amsterdam, 1988. 762 blz., f 49,50


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Een heilige van de horlogerie

  • over Het leven uit een dag

  • over De zondvloed


auteurs

  • Thomas Vaessens

  • beeld van A.F.Th. van der Heijden

  • beeld van Willem Frederik Hermans

  • Jeroen Brouwers