Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vooys. Jaargang 16 (1998)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vooys. Jaargang 16
Afbeelding van Vooys. Jaargang 16Toon afbeelding van titelpagina van Vooys. Jaargang 16

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.07 MB)

Scans (30.25 MB)

ebook (6.83 MB)

XML (1.06 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vooys. Jaargang 16

(1998)– [tijdschrift] Vooys–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
Marijke Meijer Drees, Andere landen, andere mensen. De beeldvorming van Holland versus Spanje en Engeland omstreeks 1650. Den Haag (Sdu Uitgevers) 1997. f 34,90.

Bij de beesten af! Over kikkers, zwijnen en doggen.

Hollanders zijn bot, opstandig, drankzuchtig en lichtgelovig. Met deze stereotyperingen werden omstreeks 1650 de Hollanders gekwalificeerd door de Spanjaarden en de Engelsen. De Tachtigjarige Oorlog met Spanje was in 1648 beëindigd en de Eerste Engelse Oorlog (1652-1654) stond op het punt van uitbreken, waarna er nog twee Engelse zeeoorlogen zouden volgen. Al deze oorlogssituaties hebben in sterke mate bijgedragen aan het beeld dat de Hollanders, Spanjaarden en Engelsen van elkaar hadden en soms nog steeds hebben.

Andere landen, andere mensen is een deel uit de reeks ‘Nederlandse cultuur in Europese context: monografieën en studies’. Vanuit verschillende cultuur-wetenschappelijke disciplines wordt hierin onderzoek verricht naar de plaats en functie van de Nederlandse cultuur in haar Europese context. Het onderzoek concentreert zich op vier ijkpunten: de jaren rond 1650, 1800, 1900 en 1950-1970. Marijke Meijer Drees heeft, uitgaande van de Hollandse situatie rond 1650, het publieke beeldvormingsproces geanalyseerd van het destijds invloedrijkste gewest van de Republiek, Holland, tegenover Spanje en Engeland. Aan de hand van illustratieve citaten laat ze zien welke ideeën het meest gebruikelijk waren bij het publiek en vooral ook waar ze vandaan kwamen. Het gaat daarbij zowel om zelfbeelden als reputaties van de desbetreffende volken. Het primaire bronnenmateriaal is onderzocht op beeldvormingsaspecten vanuit een imagologische vraagstelling: de intertekstuele herkomst, persuasieve werking en de historische context van die beelden. In vijf hoofdstukken geeft Meijer Drees een helder verslag van het onderzoek. Het onderzoeksmateriaal waarover zij beschikte, is erg interessant en bevat aantrekkelijke nieuwe gegevens.

Holland, koud kikkerland. Clichés als deze bestonden al in de zeventiende eeuw. Beeldvorming was in deze eeuw een internationaal verbreid verschijnsel. Het bestond uit een eindeloos herhaald, bevestigd en gevarieerd repertoire van stereotypen, metaforen en symbolen waarmee de verschillende volken werden afgeschilderd. Het eerste hoofdstuk, ‘Hollandse beeldvorming in Europees perspectief’, vormt een kader waarbinnen de rest van het boek geplaatst kan worden. Hierin worden drie verschillende teksten van Hollandse dichters gepresenteerd, die hebben bijgedragen aan het Europese beeldenarsenaal. De eerste bron betreft een Nederlandse reisgids voor Spanje en Portugal uit 1650. In het voorwerk is ‘'t Samenspraeck tusschen Philemon en Pudens, aengaende het Reysen’ van Jacob Cats opgenomen. De medische verhandeling Schat der gesontheyt (1636) van de Dordtse arts Johan van Beverwijck is de tweede bron voor het onderzoek en de derde is een berijmde Nederlandstalige poëtica van de Amsterdamse apotheker Lambert van den Bosch Der Poëten Lust-prieel of dichtkonst (1649).

Zeventiende-eeuwse reisgidsen

[pagina 59]
[p. 59]

gaven naast praktische reisadviezen ook allerlei typeringen van Europese volken. De auteurs van deze reistraktaten schreven meestal niet vanuit hun eigen ervaring, maar ontleenden, vertaalden of schreven vaak letterlijk van elkaar over. Hierdoor bestonden er verschillende teksten met vergelijkbare typeringen van Europese naties. De mate waarin een auteur varieerde, was wel gebonden aan vaste referentiekaders, waarvan de bijbel er een was. De Hollanders komen er met hun vechtersmentaliteit (‘In de oorloge de duytsch geen andere sal wijcken’) en hun boersheid (‘De Duytsch onnoosel plomp’) niet al te best vanaf. Dit negatieve imago van de noorderling werkt Meijer Drees op heldere wijze uit in een paragraaf over het klimaat-theoretische referentiekader. Uit de medische verhandeling van Van Beverwijck blijkt het grote belang van de klimaattheorie voor de Europese beeldvorming. Volgens deze theorie waren de atmosferisch-fysische omgevingsfactoren van de noordelijke, zuidelijke en middenzone van invloed op de bevolking en haar fysieke, geestelijke en morele talenten en eigenschappen. Deze denkwijze ging terug op twee klassieke medici, Hippocrates en Galenus. Door deze klimaattheorie ontstond een duidelijke tegenstelling tussen noord en zuid. De noorderlingen werden gekwalificeerd als weinig verstandelijk getalenteerd, strijdbaar en drankzuchtig en de zuiderlingen als listig, sober en wellustig. De noord-zuid oppositie loopt als een rode draad door het boek. De typische noord-zuid kenmerken blijken steeds weer de zelfbeelden en reputaties van de Europeanen te bepalen. Het belang en de herkomst van de klimaattheorie wordt in dit zinvolle, inleidende hoofdstuk overtuigend gedemonstreerd.

In de twee volgende hoofdstukken staan de Hollanders en hun zelfbeeld centraal. Het beeld dat de Hollanders van zichzelf hadden, wordt geschetst aan de hand van een jeugdwerk van Hugo de Groot Parallelon Rerum - publicarum (‘Vergelijking van Republieken’) uit 1602, dat de meest complete verzameling van Hollandse zelfbeelden biedt. Ook De Groot conformeert zijn ideeën aan de klimaattheorie. Hij vergelijkt de eigenschappen van de Hollanders met die van de Bataven. In zijn uitvoerige betoog komen een aantal van de eigenschappen en kwaliteiten van de Hollanders naar voren: de aangeboren vrijheidszin, dapperheid en eenvoud en de nog steeds toenemende schranderheid. Ongunstige eigenschappen, zoals drankzucht en botheid, worden door hem gerelativeerd. Het imago van de botte, boerse Hollander bleef desondanks een grote rol spelen en leverde het diersymbool van de koe op, dat ook stond voor de rijkdom en welvaart Republiek. Tijdens de Opstand tegen Spanje werd ook de leeuw, symbool voor het dappere strijdbare vaderland, in de beeldvorming geïntegreerd. De in deze hoofdstukken geschetste Hollandse voorstellingen van welvaart en roem blijken diep te zijn geworteld in een Bataafs-Hollands verleden.

De hoofdstukken vier en vijf gaan over beeldvorming tijdens oorlogssituaties. De Tachtigjarige Oorlog en de Engelse zeeoorlogen waren van grote invloed op de beeldvorming in de oorlogspropaganda die gericht was op het zwart maken van de vijandige natie. In de Hollandse bronnen over Spanje (reisgeschriften en toneelteksten) die voor dit onderzoek werden gebruikt, worden de Spanjaarden voornamelijk getypeerd door hooogmoed en wreedheid. De zogenaamde ‘Zwarte legende’, de benaming voor het geheel van teksten met uitgesproken vijandbeelden van Spanje, bepaalde tot ver in de negentiende eeuw het imago van Spanje in Europa. Dit werd in Nederland ook sterk geactiveerd door de Spaanse veroveringen in Amerika. De reputatie van de Spanjaarden was die van een hebzuchtig, wreed, onderdrukkend volk dat een wereldheerschappij wilde vestigen. Het diersymbool dat de Spanjaarden illustreerde, was dat van varken of zwijn. De voorstelling die de Spanjaarden van de Hollanders hadden, sluit aan bij de internationaal verspreide reputatie van de inwoners van de Republiek: ze zijn opstandig, drankzuchtig en lichtgelovig. Opvallend is dat na de Vrede van Munster van Hollands-Nederlandse zijde de vijandige beeldvorming afneemt. Naast de oude bekende ‘zuidelijke’ gebreken is er weer plaats voor enige bewondering voor de Spanjaarden.

In de eerste Engelse handelsoorlog blijkt de voorstelling die de Engelsen hebben van de Hollanders eveneens aan te sluiten op de oude en internationaal bekende beelden van drankzucht en botheid. De Engelse oorlogspropaganda buit de klimaattheorie verder uit door het laagland Holland als een koud en stinkend moeras af te spiegelen. Dit gaf samen met de moreel lage status van de Hollanders de mogelijkheid om hen voor te stellen als amfibische wezens: kikkers en padden, die voornamelijk werden gekarakteriseerd als domme, hoogmoedige en ondankbare dieren.

De Hollandse ideeën over de

[pagina 60]
[p. 60]

Engelsen komen minder uitvoerig aan bod, omdat de bronnen beperkter zijn. Toch leverde ook de Hollandse oorlogspropaganda specifieke Engelse vijandbeelden op. Engeland was een land van gevallen engelen (associaties rond de etymologie Engeland-Engelsen-engelen), van duivels en vergelijkbare monsterlijke wezens: ‘Engelen met starten’ ofwel staartmannen, (bull)doggen, (bloed)honden en (weer)wolven. De Engelsen werden in de prentkunst als doggen voorgesteld. Voor de dichtkunst leverden deze typeringen in ieder geval ironische, maar ook zeer amusante teksten op: ‘Hollands fiere Leeuw kan schaed en smaed opkroppen, d' Een klauw strekt uit naar Vreê, wijl d' ander door het zwaerd, De forsse Doggen poogt te korten hunne staert’. De Engelse staartmannen worden voor het eerst vermeld in een Franse legende uit de veertiende eeuw over de zondige afkomst van de Angli of Angelen. Als afstammelingen van de bijbelse zondaar Kaïn werden zij gekenmerkt als beesten met een staart op hun rug. Na veel omzwervingen kwamen zij uiteindelijk op de Britse eilanden terecht. Dit maakte het mogelijk om de Engelsen voor te stellen als gevallen engelen, duivels dus. De staart riep bovendien associaties op met kwaadaardige fabeldieren als griffioenen of sfinxen, of een gevaarlijk dier als de schorpioen. Hoewel in deze studie de herkomst van de meeste (vijand)beelden achterhaald zijn, moet de precieze herkomst van de dog helaas nog onbeantwoord blijven.

De confrontaties van de Republiek met Spanje en Engeland leverden vijandbeelden op waarbij ongunstige eigenschappen flink werden aangescherpt. De zeventiende-eeuwse stereotyperingen die in dit boek worden geanalyseerd, zijn bijzonder amusant, voor sommigen misschien wel ontnuchterend, maar dan toch in ieder geval herkenbaar. De studie geeft een genuanceerd beeld van de verschillende varianten die bestonden in het reeds bekende beeldenarsenaal. Gefundeerd op de klimaattheorie leverde dit een groot aantal epitheta op voor de inwoners van Europa. De herkomst van de beelden en de historische ontwik keling in de beeldvorming is buitengewoon interessant. Met Andere landen, andere mensen is een studie verschenen die een rijke bron van informatie vormt voor ieder die onderzoek wil doen of zich wil oriënteren op het gebied van Hollandse beeldvorming en de wederzijdse beeldvorming in oorlogssituaties van Holland-Spanje en Holland-Engeland. Tot slot mag als groot pluspunt worden aangetekend dat het boek is voorzien van een aantal fraaie en vermakelijke illustraties.

 

Rineke Crama


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Andere landen, andere mensen: de beeldvorming van Holland versus Spanje en Engeland omstreeks 1650


auteurs

  • Rineke Crama