Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vooys. Jaargang 20 (2002)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vooys. Jaargang 20
Afbeelding van Vooys. Jaargang 20Toon afbeelding van titelpagina van Vooys. Jaargang 20

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.80 MB)

Scans (26.66 MB)

XML (1.09 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vooys. Jaargang 20

(2002)– [tijdschrift] Vooys–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 2]
[p. 2]

[Nummer 1]



illustratie

redactioneel

‘Ik vind dat ik zelf niet te vaak als natuurlijk persoon in beeld moet komen’, zegt Gerard Reve in een brief aan Jef Rademakers. Maar juist in deze tijd lijkt de ‘natuurlijke persoon’ weer meer de aandacht van het publiek te trekken. En niet alleen van het publiek, ook de wetenschap lijkt zich meer en meer bezig te houden met het autobiografische element in primair werk. Dit terwijl op dit terrein toch bij uitstek de opvatting heerst dat de auteur en zijn werk niet inwisselbaar zijn. Sterker, de auteur mag er liever in zijn geheel niet aan te pas komen. Toch lijken schrijvers en lijkt ook het schrijven zelf een onweerstaanbare aantrekkingskracht op mensen uit te oefenen.

In deze Vooys bespreekt Hilde Noë de brieven en traktaten van de Brabantse mysticus Jan van Ruusbroec en wordt daaruit duidelijk dat deze Middeleeuwse auteur gebruikmaakte van vergaande mnemotechnische middelen. Geerke Berghuis laat zien dat in Pnin Nabokov zichzelf in meerdere personages ten tonele voert, Jef Rademakers vertelt over Gerard Reve, van wie soms leven en werk vrolijk door elkaar lopen en in De wilde jager van Marie Koenen komt het katholieke programma van de schrijfster wel erg sterk naar boven drijven.

Als schrijvers en schrijven zo tot de verbeelding spreken, kan het vertellen van een verhaal ook wel tot onderwerp van een werk worden verheven. In het hoofdartikel problematiseert Marloes van Beersum dit vertellen aan de hand van Kellendonks De nietsnut. Wat te doen als er nu geen verhaal te maken is? Mag er dan een verhaal verzonnen worden? Kellendonks hoofdpersoon Frits Goudvis vindt van wel.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken