Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vooys. Jaargang 25 (2007)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vooys. Jaargang 25
Afbeelding van Vooys. Jaargang 25Toon afbeelding van titelpagina van Vooys. Jaargang 25

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vooys. Jaargang 25

(2007)– [tijdschrift] Vooys–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 5976]
[p. 5976]

[Nummer 1]

Het Nieuwe Lezen

Het gras is altijd groener in de toekomst. Volgroeid gras kan alleen nog bruin worden, verdorren. Maar gras dat net opkomt, net haar pollen boven de aarde uitsteekt, nog weet wanneer het gezaaid is, is onbederfelijk vers gras. Vooys is zo'n altijdgroen grasveld. De afgelopen vijfentwintig jaar zijn er bij Vooys veel dingen veranderd. Inhoudelijk door de focus op steeds breder georiënteerde letterkunde, uiterlijk door de professionalisering van de vormgeving, maar als er iets is wat ons tijdschrift kenmerkt door de jaren heen, is het juist haar veranderlijkheid. Redactieleden komen en gaan; in Vooys debuterende auteurs worden universitair onderzoekers en docenten; ex-redactieleden worden uitgevers en hoogleraren. Maar ook het ‘literaire veld’ veranderde: een toonaangevend blad als Literatuur ging ter ziele (maar werd kundig gereanimeerd door de Groene Amsterdammer) en Vooys bleef, afgezien van nieuwkomers, over als het enigee universitair letterkundige studentenblad.

Vanuit die gedachte besloot Vooys dat haar vijfde lustrumviering niet in het teken zou staan van terugkijken. Terugkijken betekent de erkenning dat je vanuit een heden kunt reflecteren op een verleden. Vooys is en blijft de ontkenning van een statisch verleden: Vooys is een opeenvolging van hedens, van nu-momenten, van redacties die zonder het zware juk van de traditie, maar met het vooruitzicht van een open en vrije ruimte artikelen bijeenbrengen die huns inziens publicatiewaardig zijn. Uiteraard is de huidige Vooys-redactie trots op de erfenis van 25 jaar Vooys: een erfenis die tijdens het congres getoond werd middels een schitterende tentoonstelling (de hoogtepunten zijn op werkdagen van 09:00 tot 19:00 te bezichtigen in ons kantoor, kamer 0.55, Trans 10).

Maar de redactie wil vooral vooruitkijken, de blikken wenden naat dat wat komen gaat. Terwijl al eeuwen lang elke lezer tijdens elke lectuur van een tekst een eigen en nieuwe manier van het lezen van literatuur ontwerpt, scheen het de jubileumcommissie toe dat er vergeleken met het begin van Vooys vijfentwintig jaar geleden beslist een-en-ander veranderd was. Om zich daar rekenschap van te geven besloot de jubileumcommissie de volgende provocerende titel aan het Vooyscongres mee te geven: ‘Het nieuwe lezen, literatuurconsumptie in de 21 e eeuw’ en daarbij sprekers uit te nodigen die inzichten zouden kunnen verschaffen over wat literatuur literatuur maakt, waarom en hoe de consumptie van literatuur wel/niet veranderd is over de afgelopen jaren en hoe de toekomst van de literatuur(consumptie) eruit zal zien - inclusief de rechten en plichten van de literatuur-wetenschappers.

Een lange zin en een hele klus, met in het achterhoofd de boutade die Hans Reijnders poneerde naar aanleiding van het vorige jubileum in 2002: ‘Vooys is een geweldig blad dat spontaan begint te haperen als het gaat jubileren.’ Maar wat is een hapering anders dan

[pagina 5977]
[p. 5977]

een belofte van iets nieuws? Een hapering betekent nooit een einde, eer een groeistuip. Louter bewegende elementen kunnen haperen; alleen een cynicus zal een hartstilstand als een ‘laatste hapering’ duiden. Aanvaard dus dit speciale jubileumdubbelnummer als een nieuwe ambitieuze hapering in het eeuwigdurend heden van Vooys.

Enerzijds vindt u na deze inleiding een authentieke congresbundel, de weerslag van het door ruim honderdvijfentwintig literatuurliefhebbers bezochte Vooyscongres op 28 februari 2007. Dagvoorzitter Geert Buelens geeft in zijn openingscolumn zijn visie op het ‘nieuwe lezen’-thema. Hierna volgen de bijdragen van de respectievelijke sprekers op het congres. Allereerst Frank Hakemulder die een empirisch literatuurwetenschappelijke inleiding verzorgt over het ‘literaire lezen’. Hij wijst op verschillende aspecten van de literaire leeshouding en geeft aan waarom mensen in de toekomst literatuur zullen blijven en moeten lezen. Vervolgens Thomas Vaessens, die niet alleen een weerwoord biedt aan de kritiek die hij als ‘zapdoctor’ mocht ontvangen, maar in lijn met de Vooysambities ook een perspectief opent op de educatieve taak van een literatuurwetenschapper in dit gemultimediatiseerde tijdperk. Als derde spreker nodigt Vooys mediafilosoof Jan-Hendrik Bakker aan het spreekgestoelte, die literatuur beschouwt als een ‘loflied op de plaats’ en van daaruit de literatuur opvat als constructief element in de bouw van ‘de stad’ als narratologische ruimte en toekomstige steden beschouwt als chronotopisch-literaire uitdagingen. Na deze beschouwing bieden we ruim baan aan de zoon van een van de oprichters van Vooys: Frits van Oostrom, hoewel duidelijk moge zijn dat de redactie zich niet door louter nepotisme heeft laten regeren. Frits evalueert genadeloos de antileestendens die zich zelfs in zijn eigen gezin heeft weten binnen te worstelen en waagt zich aan een leesculturele toekomstvoorspelling. Dit congresnummer sluit af met de lezing van Anton Korteweg die zich dagelijks bekommert over de wijze waarop zijn eigen Letterkundig Museum gelezen wordt en ons in zijn lezing een uitzicht gunt op de nieuwe inrichting van zijn museum vanaf 2008, met een in de traditie verankerde maar tóch gloednieuwe top honderd van Nederlandstalige schrijvers in het Pantheon. Vooys wil graag de dagvoorzitter en alle sprekers hartelijke bedanken voor hun medewerking. Daarnaast speciale dank aan allen die het congres financieel of promotioneel gesteund hebben, in het bijzonder het KF-Heinfonds, het Instituut Nederlands, het Ufonds, Alumnivereniging Nedwerk, het Letterkundig Museum, de uitgeverijen Vantilt en Verloren en de Groene Amsterdammer. Zonder u allen was dit niet mogelijk geweest.

Anderzijds vindt u een ‘gewoon’ nummer, waarvoor de redactie prominente auteurs heeft aangezocht om - buiten het debat tijdens het congres om - hun visies op (het lezen van) literatuur te ventileren, of om belangwekkende aspecten van het schrijverschap van (on)bekende auteurs uit te diepen. Meer hierover leest u, nu ja, anderzijds...


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken