Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vooys. Jaargang 35 (2017)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vooys. Jaargang 35
Afbeelding van Vooys. Jaargang 35Toon afbeelding van titelpagina van Vooys. Jaargang 35

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.72 MB)

Scans (60.69 MB)

ebook (6.66 MB)

XML (0.90 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vooys. Jaargang 35

(2017)– [tijdschrift] Vooys–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 3]
[p. 3]

[Nummer 1+2]

Redactioneel

‘Mijn lichaam loopt gevaar de karikatuur van mijn geest te worden’, schreef de Duitse dichter Rainer Maria Rilke in een brief aan Lou Andreas-Salomé. ‘Ik draag het als een dode last met me mee.’ Het is een van de eerste clichébeelden die opdoemt als we aan schrijvers, denkers of wetenschappers denken. Immer peinzend, de wenkbrauwen gefronst, wallen onder de ogen van het slaaptekort, het haar verwilderd, de rug voorovergebogen, schouders neerhangend, de nek geknakt als een winterklokje, de ogen gericht op allerhande geschriften of starend in het niets. Lezen, peinzen, schrijven.

Als we denken over denken, praten over denken en schrijven over denken - oftewel: studeren, wetenschap bedrijven of een Vooys tot stand brengen - dreigt het lichaam in dat proces nogal eens het ondergeschoven kindje te worden. De hoogste tijd, zo vond de redactie, om daar eens verandering in te brengen. In een dubbelnummer met het thema ‘het lichaam’ geven we het lichaam eens alle ruimte en aandacht die het verdient. In plaats van het lichaam te zien als een belemmering die met zijn gezeur om slaap, voedsel, water of affectie kostbare tijd van het denken opslokt, omarmen we het lichaam in al zijn facetten. Is het lichaam immers niet een eerste voorwaarde voor die geestelijke arbeid? Zoals Gerrit Achterberg dichtte: ‘Stemmen, die in mijn bloed beginnen,// maken zich er uit los// om in de dunne zenuwen te zingen.’

Hoe stem, bloed en zenuwen zich tot elkaar verhouden, vraagt ook promovendus Arne Vanraes zich af. Met behulp van affecttheorie bestudeert hij de relatie tussen de taal en de lijfelijke indrukken van de schrijver. Anders gezegd: hoe wordt een schrijver nu eigenlijk tot schrijven bewogen? Vanraes bestudeert de energetische schrijfhandeling en bepleit dat het lichaam meer is dan louter vlees en bloed; het is ook een relationeel veld dat altijd in beweging is en in relatie staat tot zijn omgeving. De zaak blijkt gecompliceerder te liggen dan het simpele eenrichtingsverkeer van bloed naar zenuwen dat Achterberg beschreef. Het lichaam is zowel beweger als bewogene in het wordingsproces van een tekst, volgens Vanraes. Het creatieve continuüm van lichaam, wereld en schrijfsel analyseert hij verder door de bestudering van het notitieboek - een voorwerp dat velen bezitten, maar slechts weinigen bestuderen. Het is juist daar dat de vroege dynamiek en materiële dimensies van het schrijven als handeling nader bestudeerd kunnen worden.

Maar niet alleen de schrijver, ook de lezer is onvermijdelijk onderhevig aan lichamelijke ervaringen. Probeer eens na te gaan wat uw lichaam u al verteld heeft in de tijd dat u deze tekst las. Knorde uw maag misschien? Kramp in de kuit? Heeft u wellicht een geeuw niet kunnen onderdrukken? Of ging u juist volledig in de tekst op, vergat u dat u een lichaam bezat en stopte de wereld even met draaien? Die laatste ervaring is wat in de empirische literatuurwetenschap wel aangeduid wordt als een ‘absorberende leeservaring’. Moniek Kuijpers doet aan het Max Planck Institute of Empirical

[pagina 4]
[p. 4]

Aesthetics onderzoek naar de lichamelijke gewaarwordingen die plaatsvinden tijdens zo'n absorberende leeservaring. De centrale vraag die daaraan ten grondslag ligt is of die ervaring niet alleen metaforisch uitgedrukt kan worden, maar ook objectief meetbaar gemaakt kan worden. Deze uitdaging gaat men aan met behulp van instrumentaria als vragenlijsten, hartslagmeters en eye-trackers.

Niet alleen de schrijver en de lezer, maar ook de personages ín literatuur zijn onderhevig aan lichamelijke gewaarwordingen. Frank Brandsma stelt dat er in middeleeuwse literatuur vaak weinig aandacht voor het lichaam is, maar dat Merlijn een interessante uitzondering op deze regel blijkt. Zijn uiterlijk was namelijk nogal opvallend: door zijn duivelse afkomst is Merlijn een opmerkelijk harige baby. Brandsma laat zien hoe Merlijns bijzondere uiterlijk, samen met zijn welbespraaktheid, hem in staat stelt de touwtjes in handen te houden tijdens de begintijd van Arthurs rijk. Het artikel van Gwen Kerkhof Mogot beschrijft hoe Indisch eten functioneert als lieu de mémoire en een lichamelijke vervulling van het nostalgisch verlangen biedt. Annelot Prins werpt in haar artikel een kritische blik op masturberende vrouwen in contemporaine popmuziek. Masturbatie en vrouwelijke lust kennen een lange geschiedenis van negatieve connotaties, maar masturbatie kan ook gezien worden als een feministische daad van verzet die het mogelijk maakt te ontsnappen aan de mannelijke heteroseksuele hegemonie. Prins onderzoekt in haar artikel de representaties van masturberende vrouwen in hedendaagse popsongs én bijbehorende videoclips, om te onderzoeken of het deze vrouwen inderdaad lukt te ontkomen aan de aanwezigheid van een mannelijke ander. Het lichaam kan ook op een metaforischere manier ingezet worden in de literatuur. Zo laat Levi van der Veur zien hoe de metafoor van het lichaam ingezet wordt om de natiestaat te beschermen tegen levensbedreigende ziektekiemen, aan de hand van Ilja Leonard Pfeijffers roman La Superba.

Verder in de vaste rubrieken nog aandacht voor het disabled lichaam en de groeiende wetenschappelijke studie hiernaar, een interview met een auteur voor wie het lichaam bij uitstek een rol speelt, het lichaam in de poëzie van vrouwe Bilderdijk en zoals altijd recensies van onlangs verschenen wetenschappelijke werken. Het begint u wellicht onderhand te duizelen en u merkt het al: het lichaam blijkt een onuitputtelijke bron van inspiratie. De lichamen van de redactieleden hebben in het maakproces van de Vooys die u nu in handen hebt eveneens velerlei ervaringen doorstaan: euforie en enthousiasme voerden gelukkig lange tijd de boventoon, vanaf het bedenken van dit thema tot hartstochtelijke lezingen van de artikelen. Maar zoals in ieder proces was er af en toe een periode van stress waarin we met de handen in het haar zaten en het angstzweet over onze rug liep. Zou het allemaal wel op tijd af zijn? En dan toch, uiteindelijk, de opluchting als het nummer warm bij de drukker vandaan komt en ons tegemoet straalt. Dan schudden wij het juk der verantwoordelijk héél even van ons af, laten een welverdiend hartversterkertje warm door de keel glijden, ontspannen, lachen, slaken een zucht van verlichting en geven elkaar een klop op de schouder alvorens we weer opnieuw beginnen. Neem en lees, want dit is ons lichaam.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken