Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel XI. De provincie Groningen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1,23 MB)

Scans (94,48 MB)






Genre
non-fictie

Subgenre
non-fictie/architectuur


In samenwerking met:

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel XI. De provincie Groningen

(1933)– [serie] Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst

Vorige Volgende

Grootegast.

Doezum.

a. Een urn en twee aarden bolpotjes (IX-X), alhier gevonden, bevinden zich in het Museum van Oudheden te Groningen.

 

e. De ned. herv. kerk (H. Vitus) is een eenschepig, over zijn oostelijk gedeelte gepleisterd, gebouw met een uitwendig vijfzijdige (ommantelde?), doch inwendig ronde sluiting, in 1808 gemoderniseerd blijkens een steen boven den uit dien tijd dateerenden zuidingang, met een toren, oorspronkelijk aan beide zijden en thans nog aan de zuidzijde ingebouwd (vermoedelijk XII, evenals de aldus gevormde smalle vleugel ten Z. en vermoedelijk de sluiting). De vlakopgaande toren zonder westingang, van grootendeels groot formaat tufsteen, hier en daar in baksteen hersteld en met baksteenen topgevels voor het latere zadeldak, wordt slechts verlevendigd door een met een fries van groote rondbogen afgedekt spaarveld aan de westzijde en door gekoppelde rondbogige (inwendig met stukken Bremersteen vlak gedekte) galmgaten met

[p. 106]

verdeelzuiltje, waarboven een waterlijst. Aan de noordzijde teekent zich boven de eerste zoldering een groote rondboog af, aan de oostzijde een moet van een wat honger kerkdak. De zuidelijke zijvleugel, eveneens van tufsteen, vertoont in den westgevel een spaarveldje met een fries van drie klimmende rondbogen, en aan de zuidzijde boven twee rondbogige spaarvelden een doorgaand, met een rondboogfries afgesloten, spaarveld, waarin een rondbogig spaarnisje met een spleetvormig venster. Inwendig wordt de ietwat inspringende sluiting, met twee rondboognisjes en een ondiep nisje (oorspronkelijk venstertjes en piscina?), overdekt door een laag half-koepelgewelf. In de torenruimte beneden doorgangen met een baksteenen boog, en wel aan de zuid- en de noordzijde (hier gedicht) smalle spitsbogige met imposten van Bremersteen, aan de oostzijde een rondbogige; op de verdieping een groote rondboognis of doorgang naar den vroegenen kerkzolder. De kerk bezit:

Preekstoel (± 1800).

Geverfde bank (XVIII A).

Verscheidene zerken, met wapens voor Harrit Bensema, († 1612), Amse Eeuwes († 1628), Weidt Sickema († 1632), zijn vrouw Tjauck Sickema-Iwema († 1639), voor Johan Polman († 1653) en Johan Polman Jr. († 1671), het wapen gekwartileerd - Polman - Beninga - Alberda - von Böselager.

Grootegast.

e. De ned. herv. kerk, een gepleisterd rechtgesloten pilasterkerkje (XVIIa en wel 1616?, in 1829 vergroot), met dakruiter op den gevel, bezit:

Preekstoel met enkele koperen kaarsarmen; voorts twee dubbele kaarsarmen en talrijke bankkandelaars (XVIII-XIX A).

[p. 107]

Een aantal zerkfragmenten, het oudste van 1614.

Twee zilveren Avondmaalsbekers (ook voor Doezum), waarvan een (XVII B, merk van T. Muntingh) en een (1764; merken: Groningen, L.v. Giffen).

Klok, in 1611 gegoten door Gregorius Gregorii Hallensis.

 

g. 1. Achtkante korenmolen (1817, blijkens steen) met stelling: geasfalteerd hout op steen.

 

2. Kornhorn. Achtkante korenmolen (1892) met stelling: riet op hout.

Lutjegast.

a. Een Frankisch beenen pennetje met runeninscriptie (?), van hier afkomstig, is in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.

 

e. De ned. herv. kerk (1877) bezit:

Eenvoudigen geverfden preekstoel (XVII B) met het wapen-Prott.

Bank met opzetstuk en vazen (± 1800) met wapen...... en- Tjarda van Starkenborch.

Fraai gebeeldhouwde zerk met hoofdwapen-Prott en met verscheidene wapens en cartouches voor Bernhard Johan van Prott († 1703), Albertina Lucretia Prott-Snabel († 1672), Frederica Prott-Tjarda van Starkenborch († 1687) en Cecilia Elizabeth Prott-Tamminga († 1718).

Klok in 1726 door Ciprianus Crans te Enkhuizen gegoten.

Drie rouwborden, voor Bernard Johan Prott († 1703) en zijn vrouwen Fredericka Tiaerda van Starckenborg († 1687) en Cecilia Tamminga († 1718), van hier afkomstig, bevinden zich in het Museum van Oudheden te Groningen.

[p. 108]

g. 1. Beelden van de in 1829 gesloopte buitenplaats rikkerda (1676) zijn via het Huis Ewsum en den tuin van het Huis Schultinga onder Bedum aangeland in het Museum van Oudheden te Groningen.

 

g. 2-3. Achtkante molens. Dorp: korenmolen (1856) met stelling; geasfalteerd hout op steen; watermolens in den Lutjegaster molenpolder (1847) en den Besheerpolder (1872).

Opende.

e. De ned. herv. kerk uit 1648, blijkens steenen in den in 1915 vernieuwden voorgevel en in de sluiting, in 1748 opnieuw opgebouwd, is in 1930 naar het oosten vergroot; de drie westelijke traveeën met pilasters en rondboogvensters zijn van oude steen gemetseld. Zij bezit:

Preekstoel (XVIII A), de kuip met getorste Korinthische zuiltjes met ranken, en Lodewijk XIV motieven in plint en achterschot.

Kroontje (XVIII), tweemaal vier-lichts.

Zilveren Avondmaalsbekertje (1653, gemerkt L N).

 

g. Achtkante korenmolen (1895) met stelling; geasfalteerd hout op steen (in 1846 nog standerd-korenmolen).

Sebaldeburen.

e. De ned. herv. kerk, een rechtgesloten pilasterkerkje (1807), met rondboogvensters, bezit een klokje (XVI), gegoten door Johannes de Bremen. Op het koor een windvaan met wapen, gekwartileerd in 1 en 4 Gruys, in 2 en 3 Horenken.

 

g. Achtkante watermolen (1800 of 1801) in den Sebaldebuurster molenpolder.


Vorige Volgende