Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vormen. Jaargang 2 (1937-1938)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vormen. Jaargang 2
Afbeelding van Vormen. Jaargang 2Toon afbeelding van titelpagina van Vormen. Jaargang 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.00 MB)

ebook (4.67 MB)

XML (0.37 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

gedichten / dichtbundel
tijdschrift / jaarboek
recensie(s)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vormen. Jaargang 2

(1937-1938)– [tijdschrift] Vormen–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 173]
[p. 173]

Kritische Nota's

Poezie

Albert Westerlinck: Bovenzinnelijk verdriet. Steenlandt, Kortrijk, 1938, 15 fr.

Een poëzie met zuiver godsdienstigen inslag vraagt van een leek, van iedereen trouwens die niet hieratisch is ingesteld, een groote indulgentie. Men kan niet zonder meer voor een godsdienstige geloofsbelijdenis gesloten blijven, vooral wanneer zooals het hier het geval is, de overgave aan een bovenzinnelijke zending en het besef van de pijnlijkheid ervan, er in aanwezig zijn. Maar dergelijke poezie mag het aan fluidische kracht zeker niet ontbreken, wil haar hermetisch karakter niet alles in die mate verduisteren, dat zij voor den leek bijna nutteloos of vergeefs werd opgeteekend. De poezie van Westerlinck bezit die kracht slechts af en toe, ze mist doorgaans het spontane beeld, de voor haar metaphysische motieven mystische ijlheid en extaze, zij is eer loom, op den duur zeurend, te zelden door genadeschichten aangeraakt. Zij kent het euvel waaraan op dit oogenblik het verval der poezie het best te bespeuren is: nl. een livreske verwoording, om niet inspiratie te zeggen. Dit is wellicht de reden, waarom een zekere vormelijke gaafheid een onvoldoende garantie biedt voor het dichterlijk gehalte van poëzie. Als debuut is het geheel verre van onbeduidend, gezien het streven naar concentratie en de verkenning van ongewone zielsdiepten, maar de eentonigheid van den woordstroom moet Westerlinck tot waakzaamheid aanzetten, wil zijn zang niet die woorden van een pleureuse.

P.D.V.

Jan Vercammen: De rozen rijpen. De Bladen voor de Poezie. 2de jg. Jan. 1938.

Zijn hang naar psychologische ontleding en metaphysische vraagteekens, weet Vercammen met den dag boeiender en reëeler te maken. Hij deinst niet terug voor de realia of voor de epiek, voor hem is poezie het leven in al zijn verschijningen aanvoelen, een gestadige ontroering en mildheid. Zijn gedichten hebben daardoor iets van een wonderlijke, verfijnde vertelkunst, die de emotie losmaakt, zelfs op meerdere momenten volledig meeneemt. Maar er is nog altijd de schaduwzijde. Vercammen is een aandachten roover. Zijn oor is bijzonder ingericht voor poëtische vernieuwingen, hij weerstaat echter niet aan den drang er zich van meester te maken. Voor zoover ik hem volg heeft hij de kracht nog niet gevonden zelf combinaties en procédés te vinden. Vercammen in handen nemen is zich veel van anderen herinneren. En dit is jammer.

P.D.V.

[pagina 174]
[p. 174]

Ludo Van de Wijgaert: Liederen van de Rupelboorden, Uitgeverij Ludo, Boom, 1937, 10 fr.

Dichters bezingen Vlaanderen, de Kempen, Brabant, daarin Leie, Schelde, alle lieve stroomen en rivieren, waarom ook niet de Rupelboorden, waar dorre klei door schamele wroeters wordt gedolven. Het is geen zonderlinge, maar wel een ondankbare inspiratie. Voor iemand die met de woorden kan spelen en zekere verfijningen kent, zelfs eenigszins vreemd. Deze zangen hebben daarom iets van den buitenstaander behouden, dien vooral het branden op rood in de gelagen eigenaardig is voorgekomen en dat hem tot de symphonie van het steenbakkersambacht heeft gedreven. Waren het arbeidsliederen geworden, dan ware de moeite beloond geweest, nu zijn het zuivere teksten voor cantaten, schoolliederen en dergelijke. De diepere, menschelijke noot is uiterst zelden getroffen.

P.D.V.

August Vanhoutte: De Verwarde Kalender. Die Poorte, Oude God. Prijs niet vermeld.

Dit is, na de vertaling van Edgar Lee Master's ‘De Dooden van Spoon River’, het tweede posthume werk, dat de uitgeverij ‘Die Poorte’ van den in 1936 overleden Oostendschen dichter August Vanhoutte publiceert. Waar de dichter in deze kwatrijnen zijn eigen materiaal verwerkt, blijft het nog gansch doordrongen van den geest van het groote Perzische voorbeeld. Pessimistische, epicuriaansche ideeën over leven, dood, liefde, geloof en zeden.

R.V.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Bovenzinnelijk verdriet

  • over De rozen rijpen...

  • over Een verwarde kalender


auteurs

  • Paul de Vree

  • René Verbeeck

  • over Ludo Van de Wijgaert