Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vormen. Jaargang 4 (1939-1940)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vormen. Jaargang 4
Afbeelding van Vormen. Jaargang 4Toon afbeelding van titelpagina van Vormen. Jaargang 4

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.53 MB)

Scans (313.53 MB)

ebook (5.52 MB)

XML (0.55 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vormen. Jaargang 4

(1939-1940)– [tijdschrift] Vormen–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Documenten

De Nationaliteitenstrijd in ‘Tsjechoslowakije’, door Hugo van de Perre. - De Nederlandsche Boekhandel, Antwerpen. - Prijs: 18 fr.

Met dit boek wil schrijver een beeld geven van dit nationaliteitenvraagstuk, zooals het zich bijzonder in den loop der vijfentwintig jongste jaren in Tsjechoslowakije heeft gesteld. In dit opzet is schrijver ten volle geslaagd. Zijn flink gedocumenteerde studie is een kostbare leidraad doorheen den nationaliteitenchaos, die deze jonge Europeesche staat is geweest. Men vindt er kostbare bescheiden en documenten in afgedrukt, zooals b.v. het door de pers zoo verdonkermaande Runciman-verslag, de beruchte 8 punten van Karlsbad, de zoo betwiste conventie van Pittsburg e.d., die nu wel eens met koelen hoofde door iedereen kunnen worden herlezen. Natuurlijk ontbrak het den schrijver aan het gewenschte ‘recul’ om over tal van gewichtige voorvallen een oordeel te vellen: zoo b.v. de reizen naar Berlijn van Mgr. Tisso en van President Hacha, die wel voor het verloop der zaken van doorslaggevende beteekenis zijn geweest. Hier ook behoudt schrijver de in-dit-werk zoo zeer gewenschte objectiviteit; hij geeft de verschillende versies en behoudt zijn oordeel voor.

De inleiding van ir. Tony Herbert, die erin slaagt, in een paar bladzijden het Tsjechoslowaaksch probleem te situeeren op een Europeesch plan in het perspektief van de 20e eeuw is effenaf meesterlijk, ook waar zij waarschuwt tegen alle separatistisch gestook in de Nederlanden.

Spijtig dat dit zoo goed bedoelde boek de sporen draagt van een vlugge

[pagina 90]
[p. 90]

afwerking, daardoor de soms gewrongen zinsbouw, de storende vergissingen, zooals b.v. op blz. 176 regel 5, waar ‘on’ betrouwbaar moet gelezen in plaats van betrouwbaar, enz. De heer van de Perre beweert in zijn inleiding (p. 18) dat hij het nalezen der kopij saai vindt; dit mag hem echter niet beletten er in een volgende uitgave, die wij het boek volgaarne toewenschen, voor te zorgen, dat de laatste President der Tsjechoslowaaksche republiek Dr. Hacha zou worden genoemd. (blz. 178, 179, 180 en vlg.)

Drs M. VAN MEENSEL.

Ethnische Vraagstukken en verzamelde Toespraken, door Dr. G. Schamelhout, uitg. Dr. G. Schamelhout-Huldecomité, Antwerpen 1939.

Het is een loffelijke gewoonte, een geleerde, bij zijn zestigsten of zeventigsten verjaardag, met een boekdeel ‘Mélanges’ te gedenken. Gewoonlijk komen daarin zeer lezenswaardige artikels voor, maar wat deze bundels volledig ongenietbaar maakt, is hun hopelooze diversiteit van onderwerpen. Het Dr. Schamelhout-huldecomité heeft wijs gehandeld, met den gevierde zelf aan het woord te laten.

De laatste stukken, die van zijn hand in tijdschriften verschenen en de voordrachten door hem gehouden, worden aldus bijeengebracht. De bundel verkrijgt een mooi harmonisch geheel aan samenstelling en inhoud. De 10 hier behandelde onderwerpen zijn alle even lezenswaard, om de uitgebreide vakkennis en het doordacht oordeel waarvan zij blijk geven. Zelfs oude klassieken, weet de schrijver uit zulkdanig oogpunt te belichten, dat ze ons weer als nieuw voorkomen. In dit opzicht is zijn bijdrage over ‘Erasmus als Eugenist en Pacifist’ merkwaardig. Men treft er commentaar aan bij teksten als: ‘De taak van den geneesheer vervullen de wetgevers, die slechts goed gebouwde personen met elkander lieten huwen, ...’ of ‘Wanneer christelijke vorsten een Turksche provincie begeeren, verspreiden zij het gerucht, dat christenen daar vervolgd worden’, die ook nu nog van brandende actualiteit zijn. De technische verzorging der uitgave is puik.

Drs M. VAN MEENSEL.

J.W.F. Werumeus Buning: Ik zie, ik zie, wat gij niet ziet. - Querido's Uitgeversmaatschappij, Amsterdam. 1939. 114 blz. Met zeer mooie foto's verlucht.

In hoeverre Werumeus Buning door den bijval van zijn twee vorige zwerftochten door het eigen land geleid werd, om ook een derden te ondernemen, blijft voor ons een open vraag. Dat hij zijn indrukken en bevindingen wederom onder woorden heeft gebracht, kan slechts toegejuicht worden door wie van dit hooggestemde en zoo eigengeaard toeristisch proza weet te genieten. Bij het verschijnen der vorige bundels werd allerwegen op het voortreffelijke van dit initiatief bewezen: Nederlands historisch bezit, vergroeid met zijn omgeving tegen zijn geschiedkundigen achtergrond op te roepen, niet in de doode taal van den archivaris, maar bezield met het warmkolppend leven van een man, die kunstenaar als weinigen onder zijn tijdgenooten uit dit land, en wiens hart vervuld is van liefde voor een verleden, zoo strijdbaar en dapper, als deze tijd geneigd is tot laksheid en sloome genieting. Mee te zwerven naar Groningen, naar Texel, naar de kasteelen van Gelderland, Drenthe en Limburg is even heerlijk als de tochten naar Holland en Zeeland zijn geweest. De kracht tot oproeping en verbeelding is dezelfde gebleven. Alleen is het verrassende van het nieuwe verdwenen en wenscht men dat Werumeus Buning zijn drieledig gewrocht, een driemaal herhaald succes, niet verder uitbaten zou. Mindere goden zullen wel volgen om zijn proza tot een zeurende herhaling toe, na te bauwen.

André DEMEDTS.

[pagina 91]
[p. 91]

Kunst en Kritiek vóór en uit de tijd van '80, verzameld en ingeleid door Dr. W.L. Brandsma en Dr. G. Stuiveling. - Groningen, Wolters, 1939. 99 blz. - Reeks: Bongerd-boekjes.

In dit Bongerd-boekje zijn van een 16-tal Noordnederlandsche auteurs (Staring tot Ary Prins) elkaar aanvullende stukken opgenomen, telkens zoo dat de critiek de kunst belicht en omgekeerd. De samenstellers gingen uit van de vaststelling dat niet meer alleen de boeken zelf, maar ook de critische reacties op de boeken, voor ons tegenwoordig begrip tot de letterkunde behooren. ‘De moderne geschiedenis der literatuur heeft een apart hoofdstuk: kritiek en essay, - maar ook reeds bij de poëzie en het proza komen in verband met ieder werk-van-belang de voornaamste beoordeelingen van de criticitijdgenooten ter sprake.’

Critiek en essay, die het steeds in de handboeken voor literatuurgeschiedenis met een eervolle vermelding moeten stellen, kunnen nu misschien hun intrede in de school doen. Initiatieven als dit hier van Brandsma en Stuiveling zouden ons op den duur waarachtig met het ‘middelbaar’ onderwijs, dit noodzakelijk kwaad, verzoenen.

R.F. LISSENS.

Ed. Hoornik: J. Greshoff, dichter en moralist. - Van Kampen & Zoon, N.V., Amsterdam, 1939. Jan Greshoff: Op de valreep (Variaties op Voorwel). - Idem.

Belangrijk is Hoornik's rede, uitgesproken bij de opening van de Greshofftentoonstelling te 's-Gravenhage op 24 Februari 1.1., vooral voor het standpunt der Hollandsche jongeren in zake poëzie. Niet alleen bekent Hoornik hier openlijk dat Greshoff de laatste jaren ‘te druk’ deed, maar hij ziet het verder heil der dichtkunst in ‘Het Uur U’ van Nijhoff (zie Groot-Nederland, Juli 1937), niet in Marsman. M.a.w. de richting Verwey haalt het op de richting Kloos.

Aan den vooravond van zijn vertrek naar Zuid-Afrika schreef Greshoff enkele aforismen op het afscheid, waarvan de inhoud vooral aan de verdiensten en de gebreken van den moralist-zelf vastzit.

Paul DE VREE.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over J. Greshoff, dichter en moralist


auteurs

  • Paul de Vree

  • André Demedts

  • R.F. Lissens

  • M. van Meensel

  • over Hugo van de Perre

  • over G. Schamelhout